Vrij Nederland. Boekenbijlage 1987(1987)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Gedicht Oud ijzer De tram doet zijn plicht met een zucht en baart het kind. Twee handen die het buiten zetten, op de halte. Zo hard het gilt, zo is er niemand die het niet gehoord heeft. Ik pak zijn hand. Ik heb een orgeltje en een bed voor hem. Wij zullen op de stoep bij de mensen gaan en hoe het knelt, strak achter hun ogen aan, maar wij bij iedere halte blijven staan. Het zingt en manst. de ziel. Ik doe het wiel. In het logement politie, voor het kind. Het oude liedje. Ik heb vergunning maar ze horen mij niet aan. Ben ik nu slecht. O jongetje, je huid schijnt door dat ik je redden wil. O bloesemtak, je bot en buitelt dat ik roest, open. ROB ANKER (Uit de dit najaar bij Querido te verschijnen bundel Nieuwe veters) Vorige Volgende