Humeuren & temperamenten
Twijfel
Gerrit Komrij
P. Hermanides
Wie twijfelt mag aan veel twijfelen, behalve aan de twijfel. De volmaakte twijfelaar bestaat niet.
Als hij aan alles zou twijfelen, twijfelde hij ook aan zijn twijfel. Een twijfelaar moet dus noodgedwongen selectief te werk gaan. Hij is gedoemd tot opportunisme. Hij twijfelt hier en daar. Hij twijfelt af en toe. Hij twijfelt nu eens een onsje meer en dan weer een onsje minder. Als hij een volmaakt twijfelaar zou zijn zou hij zichzelf als twijfelaar opheffen.
Daarmee schaart de Twijfel - met een hoofdletter - zich in het komische rijtje van ‘O God, er is geen God’ en ‘Eén van hen, een Kretenzer zijnde, zei: alle Kretenzers zijn leugenaars’. Een vluchtige hoofdbreker voor de winteravond. Een gezelschapsspel voor de moppentafel, bij bisschopswijn en speculaas. Een anekdotische verstrooiing voor wie even niet anders aan zijn hoofd heeft.
Als iemand je weer eens, in een café bijvoorbeeld, meedeelt dat hij alles in twijfel trekt dan kun je er een vermogen om verwedden dat hij achteloos met het begrip omspringt. Net als relativeringszin en cynisme is twijfel niet geschikt voorde modefilosofen, de infanteristen onder de peinzers.
Er kan je geen erger ding overkomen dan voor filosoof door te gaan. Socrates was geen filosoof, maar een strateeg, op verovering uit. De filosofen van nu, met al hun cynisme en twijfel, ze zijn als sprinters zonder parcours. Ze bootsen de denkbewegingen nog na, terwijl de allerlaatste echo van de vage herinnering aan de aller-allerlaatste echo van het startschot allang is verklonken. Ze draven zonder ergens naar op weg te zijn, zonder plaveisel, zonder bermen en met nergens een horizon. Wat is dan het nut van draven? Een beetje stilstand zou ze goed doen. Nu bieden ze, met hun landkaart en kompas in het luchtledig trappelend, een deerniswekkende aanblik. Zelfs als je ze zou vastbinden op een spijkerbed zouden ze nog twijfelen aan het bestaan van speldeknoppen. Nee, je kan heden ten dage beter worden uitgescholden voor architect of voor boerelul dan voor filosoof.
Hoeveel erger is het dan niet gesteld met de vrijetijdsfilosofen... Uit het rijk van de full-time-wijsheid resteren ons alleen nog die amateurs. Ik twijfel er wel eens aan of al hun als filosofie verpakte twijfel méér voorstelt dan het drijven op de wind van de dag. Het is het nabootsen van gedachtengangen die zelf al nabootsingen waren - de twijfel is niet de consequentie, maar de redder van die zoveelstehandse warboel die ze voor hun filosofische status aanzien. Het is niet zo dat laag op laag, actie en reactie, these en antithese, de eeuwige wederkeer en de versmelting in hun denken tot de triomf van de twijfel hebben geleid, het is de twijfel die nu als schaamlap uit oude vodden is bijeengenaaid om de afwezigheid van iets vruchtbaars te verbergen. Het cynisme als reddingsboei voor de steriliteit.
Wie twijfel wil torsen heeft sterke benen nodig. Het cynisme vereist isolement en uitzonderlijkheid. We moeten er voor oppassen twijfel en cynisme al te veel te verspreiden onder de zwakken van geest. Voor je het weet houden we er meer filosofen dan kasteleins op na.
Laten we een klein, warm hoekje reserveren voor de twijfel en haar niet tot de hoer van Babylon maken, met een zetel in elk forum en aan elke moppentafel. Zoals het nu met de twijfel is gesteld, behoort ze tot de accessoires van de welvaart, net als de zure regen en het toilet voorde gehandicapte. Opportunisten hebben een gemakzuchtige sleutel in handen gekregen om het wereldraadsel voor geopend te verklaren. Laten we die filosofen ontmaskeren en uitlachen. Laten we de Twijfel uit de salons verjagen. En ach... geef ons die geheime, elitaire, exclusieve, lieftallige twijfeltjes terug.