VN Vrij Nederland
Boekenbijlage
4 juli 1987 - nummer 27
In handen van het hedendaagse leven
De eeuwigheid tussen liefde en corruptie in de nieuwe roman van Saul Bellow
More die of heartbreak door Saul Bellow Uitgever: Morrow, 335 p., f 46,85 Importeur: Van Ditmar
Carel Peeters
‘Jij bent een van die permanente-educatie types,’ krijgt Kenneth Trachtenberg in More Die of Heartbreak van zijn flamboyante en wereldse vader te horen. De man weet niet half hoe waar dat is. Je moet wel heel goed zoeken wil je in Bellows romans geen hoofdpersonen vinden die dagelijks bezig zijn met de studie van het leven. Dat verklaart ook hun nerveuze alertheid, hun jachtige meningen en hun idee door de werkelijkheid in de kraag te zijn gevat. Hun voornaamste bezigheid is proberen de werkelijkheid een neuslengte voor te zijn, zodat ze niet al te onaangenaam verrast zullen worden. Maar ja, het is als met de schildpad en de haas: strikt filosofisch gaan ze misschien wel even hard, maar wie een kijkje zou mogen nemen in de ziel van de schildpad zal merken dat hij voor zijn eigen gevoel frustrerend langzaam gaat. Zo is het ook met de helden van Saul Bellow: hoeveel ze ook denken, hoe goed ze ook proberen de gewone menselijke ervaringen intact te houden en in verband willen brengen met de eeuwige doelen achter de horizon, ze hebben naast hun permanente educatie ook permanente het nakijken.
In More Die of Heartbreak deelt Kenneth Trachtenberg de hoofdrol met zijn oom, de botanicus Benn Crader. Ze trekken in feite samen op, terwijl Kenneth als de verteller optreedt. Voor de lezer mogen er daarom twee hoofdrolspelers zijn, voor Kenneth gaat het om zijn oom, tot wie hij zonder terughouding in een meester-leerlingverhouding wil staan. Om dat te kunnen is hij zelfs naar Amerika teruggekeerd, hoewel hij het heel erg naar zijn zin had in Parijs, waar hij zo'n vijfendertig jaar geleden uit Amerikaanse ouders is geboren. Met zijn sterke behoefte aan ‘het grote overzicht’ over het leven was hij tot de conclusie gekomen dat hij moest zijn waar de ‘action’ is, en die was in het huidige wereldhistorische tijdsgewricht niet in Parijs, maar in Amerika, in het bijzonder in helse metropolen als Chicago, of Atlanta, of Seattle.
Saul Bellow
thomas victor
Wat Trachtenberg zich bij die ‘action’ voortstelt laat zich raden als je bekend bent met Bellows werk: die bevindt zich daar waar de levensstandaard het hoogste is en tegelijk het lijden daaraan peilloos. Bellow heeft een zintuig voor de manifestaties van de dagelijkse apocalyps; hij probeert zichzelf daarnaast zo dicht bij de gewone, niet bedorven menselijke emoties te houden dat hij met de meest realistische voorbeelden kan komen, alsof hij ze zo uit de krant heeft geplukt. Op zichzelf zijn die al bizar genoeg, ze hoeven niet te worden opgepompt om het nog wat erger te maken. Bellow is altijd goed geweest in de confrontatie van de gewone, onbedorven menselijke emoties met de corrupte handigheid van de grote wereld, van types die behoren tot de ‘executive class’, of het soort dat zelfs niet The Bluffer's Guide to Life hoeft te lezen - omdat ze het zo wel weten.
Elke nieuwe roman van Bellow is een uitwerking van iets wat in een vorige roman al ter sprake is gekomen. Aan het slot van The Dean's December belandt Albert Corde met zijn vrouw Minna (een astronome) in het observatorium van Mount Palomar, een plaats zo koud dat hij er lucide van wordt. Maar zelfs daar ziet hij niet het echte uitspansel, maar slechts ‘witte vlekken, heldere trillingen, wolken hemelkuit’ door de vertekeningen die de dampkring aanbrengt. Dat brengt hem op de gedachte: ‘Gesteenten, bomen, dieren, mannen en vrouwen, ook zij trokken je aan om verder door te dringen, tot onder de vertekeningen (vergelijkbaar met die van de dampkring, schaduwen binnen schaduwen), om hun werkelijke wezen te vinden met behulp van het jouwe. In die zin werd je aangetrokken.’