Excentrieke sporthelden
Wie wist dat de geestelijke vader van Dracula, Bram Stoker (1847-1912) een mislukt atleet was? Ik niet. Het is te vinden in David Randalls Great Sporting Eccentrics (W.H. Allen Londen 192 p. f 21,10), een boek dat op de omslag wordt omschreven als ‘An encyclopedia of the daft and the dedicated, the famous and the infamous who have left an unconventional mark on the history of sport’. Stokers ‘unconventional mark’ was het winnen in 1868 van de Civil Service Five Mile Walk, snelwandelen dus, maar hij werd gediskwalificeerd omdat hij op een slecht moment was waargenomen met beide voeten van de grond. Misschien, zo suggereert Randall, heeft deze teleurstelling Stoker ertoe gebracht zijn gedachten naar het duistere Transsylvanië te verplaatsen. Great Sporting Eccentrics is een naslagwerk, alfabetisch gerangschikt. Het is niet volledig, niet nauwkeurig, ironisch en onbedaarlijk leuk. Onder de D vinden we bijvoorbeeld de imposante sportcarrière van Sir Arthur Conan Doyle: hij bokste, voetbalde, speelde biljart, skiede, schoot, deed aan motorracen, cricket en bowlen. En het lemma Albert Camus meldt: ‘Romanschrijver, Nobelprijswinnaar en keeper voor Oran Footbal Club in Algiers.’ Zijn achting voor het spel was zo groot dat hij eens schreef: ‘Alles wat ik weet over moraal en de menselijke verplichtingen, heb ik aan voetbal te danken.’ Van Byron lezen we dat hij bokste, crickette en zwom. In 1810 zwom Byron over de verraderlijk stromende Hellespont (de straat van de Dardanellen). Hij volbracht de tocht van ruim twee kilometer in een uur en tien minuten en was opgetogen. Twee maanden later schreef hij: ‘Ik pronk met deze prestatie, meer dan met een andere of die nu politiek, poëtisch of retorisch is.’ Randall voegt er droog aan toe: ‘No sports nut could
ever have put it better.’
David Randall verantwoordt zijn lemma's in een literatuurlijst, waarin een groot aantal fascinerende titels. Bijvoorbeeld Roberto Luigi Quercetani's A World History of Track and Field Athletics 1864-1964, Barty Kings' Quilt Winders and Pod Shavers. The History of Cricket Bat and Ball Manufactures, Phil Tressiders The Golfer Who Laughed, Kellow Chesney's The Victorian Underworld, Edith Sitwell's English Eccentrics en Gerald Woods The Guiness Book of Animal Facts and Feats. Het kost grote moeite om op deze plaats niet Randalls hele boek over te schrijven. Eén anekdote nog. Wyatt Earp (1848-1928), de legendarische sherrif van Dodge City, was ook boksscheidsrechter. Hij leidde het gevecht tussen Fitzsimmons en Sharkey, dat plaatsvond in San Francisco op 2 december 1896. Earp nam geen risico en betrad de ring met zijn revolvers op de heup. De Engelsman werd na enkele ronden door de bewapende scheidsrechter gediskwalificeerd. Toen deze heftig protesteerde trok Earp zijn revolvers, dreef hem in de hoek, en richtte toen op het woedende publiek, dat daarop geen vinger naar hem uitstak. O ja, David Randall meldt in Great Sporting Eccentrics ook nog dat miljardair Paul Getty het ooit voor elkaar kreeg de beruchte bokser Jack Dempsey bij een twist om een vriendin tegen de vlakte te slaan. In de boksannalen is deze k.o. niet opgenomen: het was geen officieel gevecht.
AJ