Ter zake
Diny Schouten
Uitgever Peter Loeb bracht van ‘zijn’ auteur Jan-Willem van de Wetering elf titels tegelijk op de markt in het Amerikaans waarin ze oorspronkelijk geschreven zijn. De prijs van Loebs pockets (f 9,95) is concurrerend te noemen tegenover de paperbackedities van Van de Weterings Amerikaanse uitgever, Ballantine, die rond de vijftien gulden zouden kosten als ze hier geïmporteerd werden. Dat worden ze officieel niet, want Van de Weterings uitgeverscontract verbiedt levering aan Nederland, al wordt er hier of daar toch wel eens een exemplaar gesignaleerd. Loeb kreeg van de Europese vertegenwoordiger van Van de Weterings agent Nurnberg het aanbod om bij wijze van experiment de elf policiers van Van de Wetering uit te brengen, waarvoor hij beschikken kon over het zetsel van de hardcovers van Ballantine. ‘Van de Wetering, die een goeie vriend van ons is, vond het een leuk idee.’ De oplage per deel is vijfduizend, waarvan Loeb er tol zijn tevredenheid tot nu toe ongeveer vijfentwintighonderd van verkocht. ‘Vanuit technisch opzicht was het voor ons ook interessant om te doen, omdat we plannen hebben voor meer pocketuitgaven. Pockets worden een trend, we denken erover om ook een horrorserie te maken. Pockets zijn in Nederland altijd een probleem omdat de oplage zo hoog moet zijn. Omdat we met elf titels tegelijk kwamen, ging het weer wel. Het enige probleem was dat ze niet verkocht worden in de grote inloopzaken als Bruna en AKO, want die doen alleen zaken met de officiële importeurs als Nilsson & Lamm en Van Ditmar. Die wilden onze titels uiteraard niet verspreiden, omdat onze uitgaven hun import beconcurreren.’
In de aula van de Rijksuniversiteit Limburg werd op 17 juni voor de eerste maal de Van den Biggelaarprijs uitgereikt. Die culturele prijs is genoemd naar de scheidende voorzitter van het college van bestuur R. van den Biggelaar, wellicht om de herinnering aan diens bestuurlijke kwaliteiten niet te doen vervluchtigen, en misschien ook wel, aldus een der organisatoren, om het ‘kwakkelend cultureel klimaat’ van Limburg een positieve impuls te geven. Er lijkt echter enige zelfhaat ten grondslag te liggen aan de opdracht voor de literaire prijsvraag die de jury (bestaande uit Hans van den Bergh, Wiel Kusters, Eveline de Leeuw en Ad van Iterson) aan de prijs verbond: ‘Schrijf een kort verhaal onder de titel Het verdriet van Limburg.’ Prijswinnaar Erik Bos, student van de vertalersopleiding van de RUL, beweende in zijn opstel het verdriet van de archeoloog Karel Limburg, wiens vondsten van Romeinse scherven in de St.-Pietersberg achteloos voor oud vaatwerk worden versleten. Ook het panel van uit het Zuiden afkomstige schrijvers Ton van Reen, Manuel Kneepkens, Hans Berghuis, Cyrille Offermans en Kreek Daey Ouwens kon op de ter gelegenheid van de uitreiking georganiseerde ‘literaire avond’ geen enkele duidelijkheid verschaffen over wat nu precies Het verdriet van Limburg was, of het zou moeten zijn dat de Nederlandse Spoorwegen de Maastrichtenaar expres verhinderen om een avondlijk bezoek te brengen aan Amsterdam. Forum-voorzitter, ex-Propria Cures redacteur Theodor Holman, genood om met randstedelijk dédain de discussie enigszins te verlevendigen, slaagde niet in zijn opdracht. Holmans opmerking, dat de Randstad er geen
enkel verdriet om zou hebben als Limburg van de kaart zou worden geknipt, ontlokte bij de aanwezigen slechts begrijpend geknik.
godfried bomans
Het Godfried Bomans Genootschap hief het glas in het Haarlemse horeca-etablissement De Vergulde Arend om het vijftienjarig bestaan te vieren. Dat het genootschap sinds kort honderdvijftig leden telt, mag volgens voorzitter H. Krol ‘een record’ genoemd worden: in het verleden waren het er nooit meer dan zestig. Krol, onder wiens beheer ook het Heemsteedse Godfried Bomans Archief staat, ziet echter met lede ogen aan dat Bomans (gestorven in 1971) onder jonge mensen niet erg meer gelezen wordt, behalve dan de Sprookjes en Erik of Het klein insectenboek, die het wegens de geringe omvang goed doen op eindexamenlijsten. Dat er veel animo voor een gedegen uitgave van het Verzameld Werk zou bestaan bij uitgeverij De Boekerij, die het Bomans-copyright overnam van Elsevier, lijkt hem echter vooralsnog onwaarschijnlijk: ‘Het journalistieke werk is misschien toch wel erg gedateerd geraakt.’ Wetenschappelijke belangstelling voor Bomans bestaat naar Krols ervaring alleen in België, waar in korte tijd drie licentiaatsverhandelingen het licht zagen. Een volledige biografie ligt niet in het verschiet, sinds Bomans-biograaf Michel van der Plas, die de levensjaren tot 1945 heeft beschreven, gevolg heeft gegeven aan de wens van Bomans' weduwe om zijn aantekeningen voor het vervolg voorlopig niet te openbaren. Bomans' familie heeft zich altijd nogal gegriefd gevoeld over mededelingen in diverse Bomans-publikaties, als zou de relatie tussen Godfried met zijn ouders en broers niet deugen, zegt Jan Bomans. Hijzelf hoopt het tegendeel te bewijzen met een uitgave van een dertigtal ‘juwelen’ van brieven van zijn broer aan vrienden en familieleden. Jan Bomans had daarvoor een uitgever gevonden,
maar ziet nu om naar een andere ‘omdat we het niet eens konden worden over de hoeveelheid tekst ter toelichting. Als Godfried bijvoorbeeld een briefkaart aan zijn moeder ondertekent met “Frits”, dan moet ik toch uitleggen dat hij toen hij jong was zijn eigen naam te zwaar vond, en dat hij zich wel tot zijn dertigste alleen door zijn moeder zo heeft laten noemen?’
In Der Spiegel werden ernstige beschuldigingen geuit aan het adres van Günter Wallraff. Ditmaal zijn ze niet afkomstig van koppelbazen of ondernemers die zich in eer of goede naam voelen aangetast door Wallraffs Ganz Unten. ‘De oorlog met het recht’ (de term is van Wallraff) is ondubbelzinnig door Wallraff gewonnen. Het zijn Wallraffs naaste medewerkers wier kritiek op de ‘uitbuitingsfirma-Wallraff’ luider is gaan klinken naarmate de oplagecijfers van Ik Ali (2,75 miljoen, vertalingen in veertien landen) gestegen zijn. Der Spiegel interviewt Levent Sinirlioglu, die naar zijn zeggen niet alleen zijn naam en papieren aan Wallraff leende, maar ook zijn ervaringen, die door de best-sellerschrijver werden opgetekend als zelf aan den lijve ondervonden. Sinirlioglu omschrijft zichzelf met 20.000 mark voor zijn hand- en spandiensten als de ‘grootverdiener’ onder Wallraffs Turkse medewerkers, maar verdenkt Wallraff ervan landgenoten beter betaald te hebben: ‘Ongelijker en ondemocratischer dan hij kun je je medewerkers niet behandelen.’ Een (inmiddels gesloten) adviescentrum voor buitenlanders in Duisburg, door Wallraff opgezet met de revenuen van Ganz Unten, wordt door voormalig medewerker Taner Aday een ‘alibi-instituut’ genoemd van een miljonair die rijk werd door kritiek op het kapitalisme. Aday, die Wallraff ‘een politiek schaker, ditmaal tegen eigen kameraden’ noemt, kreeg voor een maand hele dagen en vijf maanden halve dagen werken 3600 mark. In het Spiegel-artikel ontbreekt commentaar van Wallraff, maar die werd al geconfronteerd met beschuldigingen van zijn naaste medewerker Uwe Herzog in het juninummer van Tempo. Wallraff
heeft volgens het blad Amsterdam als tijdelijk domicilie gekozen, ‘waar ik bijkom van een nachtmerrie’. Over Uwe Herzog, die beweert niet alleen veel research geleverd te hebben maar ook voor een groot gedeelte mede-auteur te zijn van Ganz Unten, zegt Wallraff: ‘Hij heeft een vaderprobleem. Ik kon hem niet de genegenheid geven die hij verwachtte.’ Wallraff kondigt een nieuw boek aan over Turkse gastarbeiders, naar aanleiding van honderden reacties die hij kreeg op Ganz Unten, ‘een boek waarin Turkse gastarbeiders zélf aan het woord zullen komen.’ Daarna, vertelt Wallraff, zal hij zijn volgende en definitief laatste undercover-project uitvoeren. Voor die rol, ‘die nog gevaarlijker zal zijn dan mijn rol in Griekenland, waar ik gefolterd werd,’ overweegt Wallraff plastische chirurgie te ondergaan. Op de vraag in welk land de politieke verhoudingen beter zijn dan in Duitsland, blijkt Wallraff zijn hoop op de Sovjetunie te hebben gesteld: ‘Onder Gorbatsjov zijn de Russen ontwaakt.’ Mogelijk heeft Wallraff zich metterwoon in de Sovjetunie gevestigd: als Wallraff zich in Amsterdam bevindt, dan is dat onbekend bij zijn Nederlandse uitgever Van Gennep. ‘Wij weten niet anders dan dat Wallraff is ondergedoken,’ zegt een medewerker.