Een hogere eenheid
Het maken van architectuurfoto's is een ondankbare bezigheid: hoe in een tweedimensionaal beeld een indruk te geven van een driedimensionale ruimte? Hoe aan te geven waar de ene ruimte aansluit op de andere? Hoe de details te kiezen, de hoeken, nissen, doorkijkjes, waarin de atomosfeer van een gebouw besloten ligt? Wie ooit foto's van hetzelfde bouwwerk door verschillende fotografen heeft gezien, weet dat de architectuurfotograaf, wellicht meer nog dan zijn collega in andere branches, máákt wat hij fotografeert. Reden dus om nieuwsgierig te zijn naar de krachtmeting tussen Philip Trager, architectuurfotograaf van wereldfaam, en Andrea Palladio, dito architect, die zijn neerslag heeft gevonden in The Villas of Palladio, Photographs bij Philip Trager (Little, Brown & Company; 167 p., f 108,90).
Palladio's villa's vallen ruwweg uiteen in twee groepen: de kanonieke twaalf, gebouwd tussen ± 1545 en 1570, die nog in hun oude staat verkeren, en een tiental andere die onvoltooid zijn gebleven of door anderen afgemaakt, verbouwd et cetera. Trager heeft zich geconcentreerd op de twaalf belangrijkste en geprobeerd van elk het eigen karakter voelbaar te maken.
Dat is lastiger dan het lijkt want voor Palladio, als renaissancist doorkneed in het Grieks idealisme, bestond er een enig juiste architectuur, la vera archittetura. Elk bouwwerk diende de concretisering te zijn van een aantal wetten betreffende vormen en proporties die. naar hij aannam, gevonden en toegepast waren in Griekenland en het oude Rome. Aan al zijn villa's ligt dan ook een zelfde schema ten grondslag: een rechthoek, strikt symmetrisch opgedeeld in parten die zich onderling weer verhouden volgens een verfijnd proportieschema. Trager nu heeft ze op een analytische manier benaderd. Aan een gewelf, een opgang, een portiek, een ritmische opeenvolging van vensters en deuren weet hij de kracht van elk van de twaalf zichtbaar te maken, de rijkdom aan vormen en vondsten die ook het schijnbaar meest rigide raamwerk nog toelaat of zelfs bevordert.
De hogere eenheid heeft Trager alleen gezocht in de exterieurs, in de wijze waarop de villa's zich in het landschap invoegen; als buitenplaatsen die hun origine, de hereboerderij, niet verloochenen, en het afwerende, exclusieve missen dat veel navolgingen van Palladio in bijvoorbeeld Engeland kenmerkt. Het zijn hoeves, van betrekkelijk eenvoudig en rustiek (Villa Godi) tot subliem, in alle betekenissen van het woord (La Rotonda). Het is jammer dat Tragers boek met deze laatste villa opent, omdat ze eigenlijk een eindpunt vertegenwoordigt: ideale architectuur voor een ideale mens, zoals die ook tijdens de Renaissance niet heeft bestaan.
Wie meer over Palladio en de achtergronden van zijn werk wil weten, raadplege de boeken van Ackerman (Palladio's Villas en The Architect and Society - Palladio) en Wittkower (Architectural principles in the Age of Humanism). Wie Palladio wil zien en begrijpen hoe een cultus als het palladianisme heeft kunnen ontstaan. kope het boek van Trager. En wie aan twee dimensies niet genoeg heeft kan terecht bij het kaartje achterin: de meeste villa's zijn te vinden in de wijde omtrek van Verona en Padua.
HWB