Schoonheidsbehoefte
Het samenstellen van de ‘duizend feiten’ heeft dus niets te maken met het toeval als scheppingsprincipe? Men zou op dat idee kunnen komen, omdat het een grondgedachte is van het surrealisme, dat toch op verschillende manieren in uw boek terugkomt, niet alleen in de droomachtige sfeer, maar ook bijvoorbeeld in het motto van Dali en een geciteerd gedicht van Eluard.
‘Ik zou graag zien dat de sfeer van het boek zich baseert op de realiteit, maar daar tegelijkertijd boven staat en van weggaat. Ik zal u overigens vertellen hoe ik aan het gedicht van Eluard ben gekomen. Ik zat aan mijn schrijfmachine, en had het probleem dat Zabor in Wenen zat, enigszins aangeschoten was en zich vreemd begon te gedragen. Toen vond ik dat hij een gedicht moest citeren. Ik heb toen Museum der modernen Poesie gepakt, een bloemlezing van wereldpoëzie door Hans Magnus Enzensberger, en het willekeurig opengeslagen. En daar was het gedicht van Eluard, het paste perfect.’
De keuzemethode is letterlijk die van het surrealisme!
‘Het is echt gebeurd! Ik zal het u nog sterker vertellen. Voor het manuscript van het vorig jaar zocht ik ook een motto, en toen heb ik weer diezelfde bloemlezing opengeslagen. Ik vond een gedicht van de Spaanse dichter Machado Y Ruís, dat de inhoud van het boek ronduit meesterlijk weergeeft. Die Ruís leefde aan het begin van deze eeuw, maar mij bekroop haast het idee dat hij mijn roman kende! Ook voor het manuscript van Karriere. Lohnt sich das? uit 1982 zocht ik iets passends, ik sloeg Hemingway open en vond pardoes drie passende zinnen. Ik krijg langzamerhand het idee dat álles past.’
In uw boek staat de volgende regel: ‘Zabor beschouwde het als een persoonlijke belediging om te zijn overgeleverd aan bepaalde regels die in strijd waren met zijn schoonheidsbehoefte’, dit als onderdeel van Zabors rebellie regen de natuur. Zabors bezwaren stoelen kennelijk op esthetische gronden, iets wat misschien ook blijkt uit de mathematische aftel-manier waarop hij zich zijn eerste vrouw kiest. Zou je dat principe de schoonheid van het beheerste toeval kunnen noemen?
‘Zabor houdt alleen van het controleerbare, het meetbare en het beheersbare. Iemand heeft me daarom gezegd dat Zabor in wezen een verkapte fascist is, iets waar ik erg van schrok. Je kunt je indenken dat er bijvoorbeeld mensen zijn die het mooi zouden vinden als alle Hannoveranen exact hetzelfde gekleed zouden gaan, en zich precies eender bewogen. Ik denk echter dat zoiets van een vals soort esthetiek getuigt.’
Nu roept het ‘Jahrhundertplan’ van Zabor nogal wat associaties op met iemand die zich ook geniaal waande en waanzinnig was!
‘Natuurlijk, ik had niet speciaal aan die persoon gedacht, maar je kunt zeggen dat deze hoogmoedswaanzinnige ook in de twintigste eeuw leefde, en dat hij ook omhoog wilde met de natuurwetenschappelijke denkwijze.’
Uw roman beschrijft de geschiedenis van Duitsland in de gehele twintigste eeuw, waarin items als bureaucratie, democratie, WO II en pacifisme de revue passeren. Als u Yan Zabor als antifascist een wapen laat maken, kan dat niet zonder moralistisch te zijn.
‘Een vriend van me, de enige die mijn manuscripten leest voor ze naar een uitgeverij gaan, is chef van een goederenspoorwegemplacement in Frankfurt. Hij is de aangewezen persoon voor het beoordelen van literatuur, helemaal niet literair geschoold, maar hij slaat altijd de spijker op zijn kop. Als hij groen licht geeft, kan ik verder, en weet ik dat het zo slecht nog niet is. Hij zei op dit punt het volgende: “Zabor verzet zich er veel te weinig tegen dat met zijn uitvinding iets gebeurt tegen zijn wil. Als hij werkelijk zo'n sympathiekeling is die slechts het goede voorheeft, is zijn verweer tegen de wensen van de multinationale firma Globe, veel te zwak.” En dat klopt. Zabor heeft het inzicht dat het niet zo moet, maar uiteindelijk werkt hij wèl mee. Einstein heeft immers ook meegewerkt aan de totstandkoming van de atoombom! Zabors handelen komt dus niet overeen met zijn theoretische bespiegelingen, een veelvuldig voorkomende tekortkoming in de natuurwetenschappen.’
Om nog even tot een van die items terug te keren: Zabors vader laat Yan een geschreven stuk na waarin hij uiting geeft aan zijn opvattingen over een democratie die gebouwd is op het principe van de middelmaat. Zijn dat ook uw ideeën?
‘Ik werk bij een gemeentebestuur en constateer het volgende fenomeen: twintig jaar geleden waren de politici, de gekozen raadsleden, mensen die intellectueel boven de middelmaat uitstaken, een soort elite. Sinds twintig jaar tref je in de raad mensen aan die niet zo overtuigend zijn. Mijn idee is nu dat op deze manier meer een afspiegeling van het volk is bereikt. Vroeger werden de mensen door de intelligentsia geleid, en nu door hun gelijken. Dat kun je negatief, maar ook positief noemen: de vertegenwoordiging is hun op het lijf geschreven, hoewel die vroeger, kwalitatief gezien, misschien beter was. Democratie ontwikkelt zich verder. De Griekse stadstaten kenden in naam een democratie: niet iedereen gold als mens, laat staan als burger, en politiek was iets van weinigen. In de Middeleeuwen was iedereen een mens, maar nog geen burger. In de nieuwe tijd geldt iedereen als mens èn als burger, maar niet iedereen als politicus, men mag alleen stemmen. Die lijn wil ik graag doortrekken naar de toekomst: iedereen wordt dan als mens, burger èn politicus erkend. Als dat bereikt is, moet men de democratie in zijn beslissingsprocessen en alles wat erbij hoort volledig veranderen, en maatregelen treffen om zonder chaos te creëren praktisch iedereen te laten meebeslissen. In mijn boek Stadt der Zukunft heb ik dat idee op utopische wijze gestalte gegeven.’