VN Vrij Nederland
Boekenbijlage
6 juni 1987 - nummer 23
Triomf van de ongeknechte geest
Andrej Sinjavski en zijn duistere dubbelganger Abram Terts
Goedenacht door Andrej Sinjavski Vertaling: Yolanda Bloemen en Marja Wiebes Uitgever: Meulenhoff, 384 p., f 45,-
Willem G. Weststeijn
In zijn nieuwe boek Goedenacht stelt Andrej Sinjavski, alias Abram Terts, de lezer voor een paar moeilijke problemen. Hij beschrijft zijn eigen leven in Moskou, zijn ‘relaties’ met de KGB, arrestatie, proces, veroordeling en kamptijd, maar presenteert zijn boek als een roman, met andere woorden, het is een autobiografie, maar tegelijkertijd fictie. We weten niet of alles wat beschreven is wel echt is gebeurd en blijven in het ongewisse ten aanzien van de werkelijke feiten. Andere problemen zijn de ingewikkelde constructie, de plotselinge veranderingen in toon en taalgebruik, en de soms nauwelijks te volgen filosofische uitweidingen.
En toch is Goedenacht een schitterend boek, zonder meer het hoogtepunt in het werk van deze veelzijdige Russische auteur en criticus, die jarenlang de KGB te slim af is geweest en nu, na zijn emigratie, alweer bijna vijftien jaar lang hoogleraar is aan de Parijse Sorbonne.
Andrej Sinjavski, geboren in 1925, begon zijn loopbaan als literair criticus aan het befaamde Gorki-Instituut voor Wereldliteratuur in Moskou. Een van de beste bijdragen die hij in deze hoedanigheid schreef is een uitvoerige inleiding bij een uitgave van de poëzie van Pasternak. Deze verscheen in 1965, enkele maanden voor zijn arrestatie en het daaropvolgende geruchtmakende schrijversproces waarbij Sinjavski, samen met de auteur Joeli Daniël, tot een aantal jaren werkkamp werd veroordeeld. Sinjavski en Daniël werden gearresteerd omdat ze, onder de schuilnamen Abram Terts en Nikolaj Arzjak, sinds het eind van de jaren vijftig hun verhalen in het Westen hadden gepubliceerd zonder daarvoor de toestemming van de autoriteiten te hebben. Jarenlang had de KGB vergeefs geprobeerd de identiteit van deze twee auteurs, die op een satirisch-kritische manier over de situatie in de Sovjetunie schreven, vast te stellen. Omdat beiden nooit eerder literair werk in hun eigen land hadden gepubliceerd, ook niet in de ondergrondse pers, en in staat waren hun mond te houden tegenover de buitenwereld, kon hun incognito lange tijd standhouden. Des te meer was de KGB er vermoedelijk op gebrand flinke straffen uit te delen. Uiteindelijk zou Sinjavski tot zeven, Daniël tot vijf jaar werkkamp veroordeeld worden. Na zijn straftijd, die Sinjavski niet volledig heeft uitgezeten, kreeg hij toestemming naar Frankrijk te emigreren.
De bovenvermelde feiten vormen het geraamte van de in Goedenacht vertelde gebeurtenissen. Die gebeurtenissen zijn niet chronologisch geordend. De roman begint met Sinjavski's arrestatie, zo maar op straat, bij een Moskouse bushalte, en een paar bladzijden verder vertelt de auteur al over de treinreis naar huis, na afloop van zijn straftijd; vervolgens gaat hij over naar zijn proces, dat gedeeltelijk wordt weergegeven in de vorm van een bizarre, grotendeels verzonnen dialoog. Met kangoeroesprongen gaat Sinjavski door zijn leven. Hij doet dat niet, zoals hij zegt, uit een behoefte om interessant te doen of door zijn natuurlijke aanleg tot wanorde, ‘maar juist door de onstilbare wens zo precies, streng en bezonnen mogelijk te schrijven’. Voor die precisie heeft hij de plotselinge verplaatsingen in de tijd nodig, zo werkt het menselijk geheugen nu eenmaal. ‘Is het niet zo dat ieder van ons als hij zich het verleden voor de geest haalt enorme sprongen naar voren en naar achteren maakt in een poging de ruimte die de mens is toebedeeld direct te overzien, uitgaande van een paar punten van het leven dat nog gaande is? Gaan we niet in gedachten terug naar een gebeurtenis, naar onszelf, naar onze dierbaren en vijanden, naar dezelfde dromen, aan het oude adres, en dat iedere keer weer opnieuw?’
Andrej Sinjavski
abc