De boekcorner van... Goos Verhoef!
Bert Zuiderkamp of Ruivenkamp daar wil ik vanaf wezen maar het was Bert die wist waar de hoeren woonden. We waren denk ik twaalf en op een zaterdagmiddag fietsten we naar de hoerenwijk. Ik weet wel dat we er snel doorheen gereden zijn en dat we onze hoofden recht vooruit hielden maar dat onze ogen bijna uit hun kassen vielen zo draaiden we ze in de richting van die rozerode kamertjes. Later kwamen we er nog een keer want Robbie en Joop hadden onze koppen gek gezeurd ze mee te nemen. Die keer is Robbie toen van de zenuwen met zijn linkervoet van de pedaal geschoten en in het wiel terecht gekomen. Drie weken loopgips.
Ik heb 's gelezen dat 85% van de mannen wel eens naar de hoeren is geweest. Nou dan behoor ik tot de uitzonderingen want bij die twee fietstochten is het altijd gebleven. Ja als er hoeren in een boek voorkwamen of ze speelden in een film dan werd ik weer even twaalf. Dat wou je dan graag weten. Nog wat afgelachen om Wat zien ik. Later zag je ze ook op tv. Beetje wazig vaak uit een auto gefilmd. Maar ik heb gemerkt dat ik geen twaalf meer ben. Want als Sonja aankondigt dat ze hoeren in haar programma heeft zal ik niet rechtop gaan zitten van o lekker hoerenkijken vanavond. We weten het nou wel. Hoeren zijn ook mensen ze hebben een zeker nut maar er is veel ellende onder vooral bij de heroïnehoertjes.
Dus als er weer een boek uitkomt over hoeren dan moet dat toch wel een andere kijk op de zaak geven. Tippelen heet het nieuwste boekje met een rood kaft en de foto van een straathoer voorop. Straatprostitutie in New York, Zes vrouwen vertellen, heet het. En dan staat er nog bij BZZTôH. Eerst dacht ik nog wat zou dat betekenen. Is dat een bijzonder soort Amerikaanse prostitutie die wij niet kennen? Maar nee BZZTôH is de uitgeverij uit 's-Gravenhage staat binnenin. Rare naam.
De schrijver Michael Zausner vertelt eerst uitgebreid waarom hij dat boek heeft geschreven. Om een boek over hoeren te schrijven. Daar komt het op neer. Hij werkte op een keurig makelaarskantoor maar wilde een boek en een film over hoeren maken. Daarvoor ging hij 's nachts de straat op betaalde de hoeren om met ze te praten en kwam in hun milieu terecht en raakte zwaar aan de cocaïne. Nou fijn dat weten we dan. Kom maar op met je boek. De zes hoeren die dan aan het woord komen vertellen niks nieuws. Een slechte jeugd hebben ze bijna allemaal gehad. Pooiers zijn slechteriken. Onze Lieve Heer heeft vreemde kostgangers want er zijn klanten bij die gekke dingen willen. Dat wisten we allemaal al. Of kennen ze in Amerika geen Sonja die op de tv gewoon met hoeren praat? De schrijver vertelt dan ook nog hoe moeilijk het was om van zijn manier van leven en de cocaïne af te komen. Ik ben door deze ervaring een beter mens geworden. Ik heb er uiteindelijk baat bij gevonden. Wat maar van heel weinig anderen ooit kon worden gezegd. Ja lul je hebt er lekker aan verdiend sorry dat ik het zeg. Op de laatste bladzijde staat een Dankbetuiging en dan bedankt hij niet de hoeren aan wiens ellende hij heel wat heeft overgehouden maar een uitgebreide lijst van Newyorkse politieagenten. De vijanden van de hoeren dus. En het boek is Opgedragen aan alle mishandelde kinderen van de wereld. Geen zuivere koffie dat boekje Tippelen. Het kan beter Smikkelen heten. Onder het mom van o wat zijn we toch begaan met die zielige meisjes wordt er ingespeeld op de twaalfjarige jongetjes die binnenin de mannen zitten. Een goeie naam voor dat soort drukwerkjes: momboeken. Het is zó'n flutboekje dat die uitgeverij BZZTôH beter PFFFûT kan heten.
‘Goeiemorgen Jettie!’ riep Bets vrolijk.
Op die verrukkelijke julimorgen boog ze zich diep over de balustrade van haar veranda en liet lachend haar stofdoek naar beneden dwarrelen tot vlak voor Jettie's voeten. Ze had het niet kunnen laten. Het was zo'n lieflijk tafereeltje: Jettie, in haar simpel, mouwloos wit blousje boven de bontgebloemde, gerimpelde rok, bij de witte tuintafel aan de rand van het terras serieus bezig bloemen te schikken in een van moeders vele vazen. Nu keek ze snel omhoog, lachte haar gave witte tanden bloot, bukte zich naar de doek, kneep 'm tot een bal en mikte die naar de veranda terug.
Nee Jettie en Bets zijn geen hoeren. Dit stukje komt uit Jeugd zoekt een haven door Nelly van Dijk-Has en als u snel bent kunt u die gebonden pil van 574 bladzijdes nog voor geen zestien guldens kopen. Het gaat over een christelijk gezin in de Vijftiger Jaren. Je gelooft je ogen niet. Wat zijn de problemen waar deze familie mee worstelt? Een dochter gaat een keer met een niet-christelijke jongen naar de bioscoop! Een zoon gaat op zijn werk met heuse arbeiders om (‘O, er zijn van die echte branies onder, je zou ze moeten horen. Ik vermoed dat die heertjes aardig wat geld verteren. Ze gaan niet één keertje ergens heen, maar gerégeld. En dan maar zwammen over zo'n echte kitschfilm en allerlei dansen en - vooral 's maandags - dat ze 'm lekker ómgehad hebben’).
Vanaf bladzijde 40 schoot ik in een slappe lach en die is uren gebleven. Maar denk eraan dat het niet om te lachen is bedoeld. De mensen lezen dat soort boeken weer. In de Boekcorner liggen er grote stapels van. Naast een stapel van het boek Tippelen. Ik voel dat er een verband is tussen die twee stapels. Dat ze iets zeggen over vandaag de dag. Maar ik heb niet gestudeerd dus dat kan ik niet onder woorden brengen.