Kidnappers met een gouden hart
De minutieuze voorbereidingen van de Heineken-ontvoering
De ontvoering van Alfred Heineken Het allesonthullende verhaal van hoofddader Cor van Hout door Peter R. de Vries Uitgever: In den Toren, 345 p., f24,90
Tomas Ross
Enkele weken geleden schreef ik hier naar aanleiding van het teleurstellende boek The Kidnap Business dat een ontvoering een van die misdaden is waarop je je hersens, als kidnapper, als gekidnapte, als politieman, als misdaadauteur, stuk kunt denken. Moord is óók aardig (‘Waar laat ik het lijk?’), maar een succesvolle kidnap vereist denkwerk-à-la-Kasparov. Oftewel vele, vele zetten vooruitdenken met als het gedroomde schaakmat de oplossing hóé de miljoenen aan losgeld te beuren en ze de rest van het leven ongestoord in exotische oorden te besteden. Ik kan daar uren over denken en des te teleurstellender was dat boek The Kidnap Business want het stond er niet in. Er stond eigenlijk niks in dat ook maar enig inzicht zou kunnen geven in deze criminele handel waar ook Nederland in toenemende mate mee heeft te maken: de plannen van Zuidmolukkers om Juliana uit Soestdijk te halen, Caransa, Van der Valk, Heineken, onlangs nog het dochtertje van een zakenman.
De affaire die de meeste - ook internationale - aandacht trok was de ontvoering van Alfred Heineken en zijn chauffeur Ab Doderer, najaar 1983. Achteraf gezien lag het voor de hand dat de eerste een keer de klos zou zijn. Nietwaar? Stel thuis maar eens een lijstje op van steenrijke Hollanders om aan de ketting te leggen. Véél zullen het er niet zijn, maar Heineken, de biermagnaat met een persoonlijk vermogen van zo'n 2000 miljoen gulden, hoort er, net als zijn bier, bij.
Aardig, zulke lijstjes maken. Dat dachten, ergens in 1981, ook vier Amsterdammers met bijnamen uit de eerste de beste oubollige misdaadroman: Flipper, Neus, Stekel en Poes, respectievelijk de toen 25-jarige Cornelis van Hout, de 24-jarige Willem Holleeder, de 28-jarige Frans Meijer en de 29-jarige Jan Boellaard. Hun eerste lijstje, zeg maar hun conceptlijstje, vermeldde achtereenvolgens: een lid van het Koninklijk Huis; Joop den Uyl; Wisse Dekker; Alfred Heineken; Anton Dreesmann; Piet van Doorne; de voorzitter van de raad van bestuur van een bank. Een mooi lijstje. Je zou er nu, in 1987, misschien nog ir. Frits Fentener van Vlissingen of Ruud Gullit aan toe willen voegen, maar voor 1981 is het aardig compleet.
Het staat in het onlangs verschenen De ontvoering van Alfred Heineken, het alles-onthullende verhaal van hoofddader Cor van Hout, door Peter R. de Vries. Een mond vol, een boek vol. Vol spanning, details en antwoorden op al die vragen die steevast bij mij rijzen wanneer ik over een kidnap lees. Een fascinerend boek waarop - ik kan het niet helpen - het cliché ‘de werkelijkheid is vaak spannender dan de fantasie’ volledig van toepassing is! Het is zo exact, zo authentiek, zo, vooruit maar: onthullend, dat ik er de statuten van het Genootschap van Nederlandstalige Misdaadauteurs voor over heb om het boek te bekronen met De Gouden Strop!
Het is ook een merkwáárdig boek, want hoe boeiend de 345 pagina's ook zijn, het is belabberd geschreven. Dat kán dus: spanning via Tante Betje. Cor van Hout, brein achter Heinekens kidnap, vier jaar na dato veroordeeld tot elf jaar gevangenisstraf, heeft door het verhaal aan zijn ‘vriend’, de Telegraaf-journalist Peter de Vries te vertellen ‘een streep onder zijn verleden willen zetten’. Bekentenisliteratuur in de zuiverste betekenis van het woord dus. De Vries, die talent voor dramatische opbouw niet kan worden ontzegd, maar wiens stijl en taalgevoel van een erbarmelijk niveau zijn, had de opdracht verworven door zich vanaf het begin vast te bijten in de zaak Heineken. Voorstelbaar voor wie weet dat hij zelf enkele jaren tevoren was ontvoerd om zijn werkgever De Telegraaf geld uit de zak te kloppen. Al direct nadat Heineken en Doderer vrij waren, verscheen van zijn hand het flodderwerkje De Zaak-Heineken (Batteljee & Terpstra, 1983), een typisch geval van knip- en plakwerk waaruit de lezer niets nieuws kon leren. Dat is even wat anders met het nu dus door hem genoteerde relaas van hoofddader Cor - Flipper - van Hout.
Flipper (Cornelis van Hout)