Vrijheidsberoving
Misschien komt het gewoon doordat u een kleurrijk figuur bent, die van extremen leeft?
‘Dat hebben anderen me ook al gezegd: zoals jij zijn er niet veel, wind u dus niet op. Je bent extreem laf, je bent extreem schuw. Wat zouden ze van Truman Capote, die ik als stilist zeer vereer, niet gemaakt hebben indien hij in de Bondsrepubliek had geleefd? Die zou men hier toch het leven onmogelijk hebben gemaakt en totaal niet ernstig hebben genomen, omdat hij 's nachts met marihuana-sigaretten door de disco's tuimelde, omdat hij dronken lezingen hield, omdat hij van roddels hield, omdat hij zich inliet met vorstinnen, presidenten en weduwen, omdat hij van luxe hield, omdat hij niet was als de anderen. In Amerika was men kennelijk wel in staat om te zien wat die man waard was. Maar hier dringt het niveau van de boulevardkrant in de literaire kritiek door. Dat vind ik erbarmelijk en onuitstaanbaar. In essentie ben ik een veracht auteur. Iemand die er niet bij hoort, zoals Blaise Cendrars er bij de Fransen niet bij hoort. Vandaag komt men op voor grote en kleine kikvorsen, voor het behoud van de soorten, voor elk kruid. Maar ga in de literatuur en direct stel je vast dat op de rijkdom van de soorten gespuugd wordt. U moet geëngageerd zijn, u mag geen whisky drinken in een talkshow. Je mag dit en dat niet. En dat in een beroep dat als geen ander van het individualisme leeft.’
Ook bij de feministen bent u niet bijzonder geliefd. U staat er aangeschreven als een macho. Wel vergelijkt men u met Handke, omdat ook uw boeken door huisvrouwen gelezen worden.
‘Ik zou de vrouwen die Peter Handke lezen niet graag ontmoeten. Zijn boeken interesseren mij niet, al wordt Handke door mij als verschijning, als individu, gewaardeerd. Het is een man die in de rijkdom van de soorten zijn plaats mag opeisen. Feministen? Ikzelf heb in Carmen een aanval tegen de feministen ondernomen. Uit de oergeschiedenis weten we dat Carmen door de mannen werd bedreigd. Mannen hebben om haar getwist en een man heeft haar neergestoken. Ik geloof dat dit vandaag niet meer zou gebeuren. Het gevaar gaat vandaag uit van de reacties van de feministen, want die doen met woorden wat de Spanjaarden met het mes hebben gedaan. De feministen kunnen dat soort Carmen-vrouwen niet uitstaan. Ik interpreteer de geschiedenis dus anders. In onze beschaving is het woord liefde absoluut geruïneerd. Het heeft te maken met vrijheidsberoving, terwijl voor Carmen de vrijheid alles was. Liefde heeft te maken met distantie, strijd, verrassing, pijn. Men moet heel veel kunnen incasseren. Men mag niet direct zeggen: als je van me houdt, dan mag je dat niet doen. Men moet zeggen: als je van me houdt, dan gaat het je helemaal niet aan wat ik doe.’
En u bent het ‘Arschloch der achtziger Jahre’, omdat u die spontane opwellingen wilt blijven koesteren?
Ja, het zou goed kunnen zijn dat ik het Arschloch der achtziger Jahre ben, zij het niet zonder ironie. Er bestaat een uitdrukking van T.S. Eliot: objective, corrolative. Daarmee bedoelde hij, dat er mensen zijn die in staat zijn om precies zoveel gevoel, kracht, energie op te brengen als van hun geëist wordt. Het zijn mensen die zeggen: de avond verloopt zo, dus gedraag ik me zo. Maar ik begin met een ongelooflijk overschot aan energie aan de dingen. Ik heb een valse timing. Waar anderen berekenen ben ik onberekenbaar en ondoordacht. De titel zelf is een voorbeeld wat voor een idioot ik wel ben. Want wie gaat nu de boekhandel binnen om naar Carmen oder das Arschloch te vragen? De titel schaadt de verkoop. Het boek wordt niet in de etalage geplaatst. De mensen denken bovendien dat het boek in een hondsbrutale taal geschreven is, wat niet het geval is.’
Leest u zelf veel?
‘Ik lees niet. Zelf lees ik niet graag gedichten. Ik ben absoluut niet geïnformeerd over wat zich in de huidige Duitse literatuur afspeelt. Als u me vraagt naar het boek dat me de laatste jaren het meest heeft gefascineerd, dan was dat Goya van Feuchtwanger. Het is een boek dat ik grenzeloos bewonder, in zoverre dat ik er een motto voor Carmen uit genomen heb. Het lag op mijn tafel toen ik Carmen aan het schrijven was.’
U hebt wel een voorliefde voor gepassioneerde mensen, die met het leven niet tevreden zijn en toch iets presteren. Carmen, Lowry, Goya.
‘Ik kan zeer goed opschieten met mensen die met het leven tevreden zijn en ook iets presteren. Ook een zo ongelukkig iemand als Lowry heeft grenzeloos van het leven gehouden. Als ik een voorbeeld uit de recente Duitse literatuur mag nemen, dan zou ik een man als Wolfgang Koeppen tot de droevige, mislukte, melancholieke, eenzame mensen rekenen. Ik kies niet alleen motto's van sterke mannen. Voor mijn Letzte Gedichte koos ik een citaat uit Büchners Leonce und Lena waarin gezegd wordt: om godswil, vooral geen nuttig lid van deze maatschappij worden.’
In de dichtkunst beoefent u alle genres, bijvoorbeeld in Die Einsamkeit der Männer het sonnet.
‘Kijk, er zijn twee manieren van dansen. De ene is die van de Bhagwan-lui, die wild door elkaar dansen, zonder regels, ze schudden en draaien, en al kan dat voor hen zeer aangenaam zijn, erotiek straalt dat niet uit, zelfs niet als ze naakt of in hun blote boezem dansen. De flamenco daarentegen heeft zeer strenge regels. Hoe strenger de regels, hoe groter de begeerte om de grenzen net niet te overschrijden. Die dans is een zeer authentieke vorm van zinnelijkheid, erotiek en spanning. Zo kan het ook in de poëzie gaan.’
Waarom luidde de titel Die Einsamkeit der Männer en niet Die Einsamkeit des Mannes?
‘Die Einsamkeit des Mannes is een goede titel voor een essay, niet voor een gedicht. Ik bedoelde de mannen in Mexico. Het gaat eigenlijk niet over Malcolm Lowry's Onder de vulkaan, zoals velen denken. Ik heb enkele keren door Mexico gereisd en heb de eenzaamheid van die mannen beleefd. Vijf, zes mannen staan te praten, er komt een mooie vrouw voorbij en het gesprek stokt meteen. Eigenlijk had het de titel moeten zijn van een fotoboek dat mijn vriendin over die mannen zou maken. In plaats van het boek wou ze een kind, en dat heeft ze ook gekregen van een andere man. Maar het kind dat ik haar wou geven, dat fotoboek, is er niet gekomen, wel een bundel met dezelfde titel. Het beschrijft de mannen in Mexico en niet Wolf Wondratschek in München. Al die onzin dat ik me aan Malcolm Lowry zou willen spiegelen! Dat ik een macho zou zijn! De mensen betrekken dat voortdurend op de persoon die schrijft! Er is een wonderbaar boek van Octavio Paz, Labyrinten der eenzaamheid, waar hij over het machismo van de Mexicaanse mannen en hun minderwaardigheidsgevoelens schrijft. Het heeft een zeer grote indruk op mij gemaakt en er is zeker invloed van uitgegaan op mijn werk. En wat gebeurt er in die wonderbaar fijne Bondsrepubliek? Die lui klagen mij aan dat ik op de rug van Lowry mijn eigen macho-gedrag botgevierd zou hebben. Dat is onverdraaglijke onzin.’
Als we ons niet vergissen, dan is vrijheid het hoogste goed op aarde?
‘Ja. Eén van de passages waarin ik de liefde, de jaloersheid, de onmogelijkheid van de liefde beschrijf luidt als volgt: “Geh nicht weg wie jemand / der nicht wiederkommt, / komm nicht zurück / wie jemand der bleibt.” Begrijpt u? Dat is een vorm van vrijheid. Dat is utopie. Er zijn passages in mijn gedichten die deze utopie beschrijven. Het is zeer zwaar om zo te leven. Maar van iets anders begrijp ik allicht niets. Een schrijver moet het toch hebben over de dingen waarvan hij iets snapt? Ik kan dus geen gedichten, vertellingen of meningen over mannen en vrouwen verkondigen, behalve als ik put uit datgene wat ik voel.’
■