De bevrijding van de SDAP uit haar rode isolement
Het korte maar arbeidzame leven van Wiardi Beckman
Stuuf Wiardi Beckman Patriciër en sociaal-democraat door Johan S. Wijne Uitgever: Thomas Rap, 171 p., f39,90
Frits de Jong Edz.
Wie kent hem nog: Dr. H.B. Wiardi Beckman?
Men zegt wel dat hij voorbestemd was de grote man van de PvdA te worden. Zijn dood in een Duits concentratiekamp heelt dat verhinderd. Waarop berust dan deze roep? Op het feit dat hij een programma voor de vooroorlogse partij der sociaal-democraten vorm gegeven heeft. Hij heeft dat uiteraard niet alleen gedaan. Maar op instigatie van de partijleider, Albarda, werd hij bij het werk van de programvernieuwing naar voren geschoven, zo leren wij uit Wijnes boek. Hij was overigens destijds net zo bekend als hoofdredacteur van de partijkrant, Het Volk. Maar daar zou hij, aldus onze schrijver, te veel aan de partijlijn gebonden geweest zijn. En omdat Wijne meer naar de PvdA vooruit ziet, waarin de SDAP met andere is opgegaan in 1946, en minder naar de oude partij terugkijkt, legt hij het accent vooral op de vernieuwende functies, die Beckman in de SDAP te vervullen kreeg. Hij, Beckman, jonge intellectueel van redelijk gegoede, burgerlijke huize, kreeg daarmee de taak met leeftijdgenoten te werken aan de bevrijding van de SDAP uit haar isolement.
Die partij wilde namelijk maar niet groeien boven het kleine kwart der kiezers dat haar sedert 1918 beschoren leek. Als klassepartij was ze begonnen, in felle oppositie tegen het meeste dat toen ‘het bestel’ uitmaakte. Zij had haar doel, het socialisme, niet bereikt maar wel was de sociale zekerheid veel groter geworden, toen ze veertig jaar gefunctioneerd had. De werkloosheid van de jaren dertig zou haar aanhang hebben moeten doen groeien. Nu dat niet gebeurde, zochten jongeren die in die tijd, na hun universitaire studie tot haar toe traden - enthousiast én kritisch - naar een oplossing. De partij moest zich, meenden zij, van een aantal eigenaardigheden ontdoen. Niet de internationale arbeidersklasse maar het Nederlandse volk moest het kader voor haar werkzaamheden worden. Met ‘God, Koningin en Vaderland’ mocht geen spot meer gedreven worden en ze moest ophouden te geloven, dat zij op aarde het mensengeluk zou vestigen. Kort en goed: al datgeen wat haar tegenstanders in haar laakten moest ze van zich afschudden.
Ik geef hier de formulering in zijn meest rechtse vorm - ik heb begrepen, dat dat de vorm is die Johan Wijne prefereert. Ik heb ook begrepen, dat hij zijn held daar als het ware naar toe schrijft. En het is me alsof er soms iets van spijt te beluisteren valt bij Wijne, dat de PvdA onder Vorrink en vooral onder Drees niet geworden was wat Beckman van haar had kunnen maken. Het is de toon van het boek eerder dan de er in uitgedrukte historische verhandeling die mij deze gedachte ingeeft. Het is voor mij de vraag of de SDAP zo ruim en gemakkelijk had kunnen uitmonden in een zo weinig rode PvdA.
Wiardi Beckman
Voor ik dit bezwaar nader formuleer wil ik echter vaststellen, dat we met een serieus en goed geschreven boek te doen hebben. Archieven zijn geraadpleegd en nog levende getuigen zijn gehoord. Het is duidelijk, dat de schrijver voor een groot probleem stond. Het is moeilijk een onvoltooid leven te beschrijven. Wiardi Beckmans leven is, daar heeft Wijne volkomen gelijk in, te vroeg geëindigd - te vroeg, voeg ik er aan toe, om uit de beschrijving ervan veel conclusies te kunnen trekken. Haast onvermijdelijk moesten er nu wel accenten gelegd worden op school- en studentengebeurtenissen; bij een voltooid leven zouden die vermeldenswaardig geweest zijn voorzover ze het anders (of juist het gelijksoortig) zijn van de jongen in verhouding tot de man hadden kunnen tonen. Nu hebben ze iets van de trotse ouder die zijn kind prijst, hoe knap hij wel is.