De kunst om ingrijpende momenten te herkennen
De permanente twijfel van Carmiggelt en Van Straaten
Het literaire leven door Peter van Straaten en S. Carmiggelt Uitgever: De Arbeiderspers, 180 p., f26,50
Ed Schilders
Ik zat in een van de gastenkamers in de NBC-studio in New York te ontbijten. De televisie stond aan en bijna alle aanwezigen volgden, tussen de broodjes, koffie en crackers door, het programma dat op dat moment vanuit een belendende ruimte live werd uitgezonden, The Breakfast Show.
Naast me zat David McCullough, de schrijver van een geschiedenis van de Brooklyn Bridge, ons beider liefde. Op het scherm verscheen een zwarte man die ik herkende als Ralph Ellison, de schrijver van een klassieke roman uit de jaren vijftig, Invisible Man. Ik zou, nam ik me voor, Ellison aansprekens als hij naar de gastenkamer kwam en hem complimenteren met dat boek, dat ik zeer bewonder. En hem misschien vragen waarom hij daarna nooit meer iets geschreven had. De reclamespots begonnen en inderdaad, Ellison kwam binnen.
Ik slikte het brood door, maar David McCullough stond net iets eerder op en stak zijn hand uit naar Ellison. Ik hoorde hem zeggen hoezeer hij Invisible Man bewonderde en dat hij zich afvroeg waarom Ellison nooit meer iets geschreven had. Waarna Ellison hem aankeek of hij onzichtbaar was, een stilte liet vallen, en met een uiterst lijzige stem zei: ‘Het is een héél vreemde dag.’ Hij draaide zich om en verliet de gastenkamer.
Ik zal me dat moment altijd herinneren in zijn volle omvang: McCulloughs desillusie die op het nippertje niet de mijne was geworden, de leegte die Ellison achterliet, de lengte van het woordje very, het gebaar waarmee McCullough naar een nieuwe cracker tastte. Ik weet wel hoe ik dat moment moet samenvatten, maar daar wacht ik nog even mee.
Het literaire leven met teksten van Simon Carmiggelt en de tekeningen van Peter van Straaten die eerder op de achterpagina van deze boekenbijlage verschenen, is rijk gevuld met het soort momenten waarop ik doel. Het zijn de momenten waarbij je als buitenstaander verandert in een betrokkene bij wat anderen overkomt, inclusief de bijbehorende gevoelens. Precies zoals ik naar Ellison en McCullough zat te kijken.
Op een prent van Peter van Straaten zitten twee oudere heren tegenover elkaar. De ene zien we in het aangezicht. Borstelige wenkbrauwen, sigaar verbeten in een mondhoek, vlinderdas, handen steunend opeen wandelstok. Hij is een schrijver. Zegt de andere heer: ‘Natuurlijk ben je nog steeds gevreesd! Wat zullen we nou krijgen?’
Het is duidelijk wat we nu al gekregen hebben. De schrijver en zijn bezorgdheid om zijn reputatie, zijn angst voor literair potentieverlies, de twijfel of zijn pen nog zo flink is als die wandelstok.
Drie mannen, twee uitgevers en een schrijver, zitten te dineren. De schrijver zegt: ‘Als ik het goed begrijp, willen jullie dat ik een bestseller schrijf.’
Dit is niet het onderschrift bij een tekening van Van Straaten, het is het moment waar alles om draait in een van zijn drie korte verhalen die ook in de bundel staan. Was het een tekening geweest dan hadden we aan het gezicht van de schrijver of aan het verschil tussen zijn kleding en die van de uitgevers gezien welke gevoelens er bij zijn uitspraak horen. Nu het een verhaal is, lezen we nog even verder. ‘“Een bestseller,” mompelde hij. “Actueel...” Opeens zag hij als een berg tegen de komende jaren op.’
Het literaire leven is een aaneenschakeling van zulke bijzondere momenten. De kunst is - ondanks de titel - niet ze te beleven, maar ze te herkennen en in hun volle omvang op papier te isoleren.