Chris van der Heijden
- Weet je wat me opvalt: dat ‘klassieke’ schrijvers in andere landen vaak nog zo actueel zijn, geen paragraaf in de geschiedenisboekjes maar vrienden in de verte, tijdgenoten bijna. Een paar dagen geleden hoorde ik Peter Härtling over Hölderlin. Wat een verbondenheid... Diezelfde dag las ik in The Bloody Crossroads, de nieuwe bundel essays van Norman Podhoretz - je weet wel, de editor van Commentary en zo'n echte Amerikaanse intellectueel - een essay met de titel ‘If Orwell were alive today’. Dan vraag je je af: wie kan er in de Nederlandse literatuur nog een baken zijn als het gaat over engagement? Multatuli? Toch niet. Nee, eigenlijk is er maar één: Ter Braak. Als die nog zou leven...
- Maar daar gaat het nu precies om: hij zou niet meer in leven kunnen zijn, hij heeft zich vijftig jaar geleden al stukgedacht.
- Dat is onjuist. Hij wist dat hij stukgemaakt zou worden en heeft daar de consequenties uit getrokken. Dat is iets anders. Dus, als hij nog zou leven en zoals je weet is dat biologisch gezien niet eens zo vreemd - hij zou iets jonger zijn dan Den Doolaard, vijf jaar ouder dan Theun de Vries - als hij dus nog zou leven, wat zou hij dan als de huidige taak van intellectuelen zien?
- Waar wil je naar toe?
- Ik denk aan al die discussies over ‘postmodernisme’, ‘mensen zonder eigenschappen’, ‘waarde-loosheid’; aan de boeken en pamfletten die in de laatste tijd weer over de intellectueel geschreven zijn en vraag me af hoe Ter Braak daarop gereageerd zou hebben.
- Maar waarom Ter Braak?
- Omdat hij in mijn ogen de laatste Nederlander is die werkelijk geprobeerd heeft om als intellectueel een standpunt in te nemen, de laatste die zich bekommerd heeft om de vraag wat een intellectueel nog vermag.
- Dan is het er treurig mee gesteld. Mag ik je afgezien van zijn zelfmoord even herinneren aan het journaal dat hij in september 1939 begon. Zegt hij daar niet in dat voor de toekomst vechten onzinnig is; dat er geen enkel compromis mogelijk is tussen de collectieve leuzen en de wanhoop van het individu; dat gangbare begrippen zinloos zijn geworden en confuus. Als dat jouw intellectueel voorland is, arme jij...
- Maar wacht nu even. Je vergeet alweer dat dit opgeschreven werd onder de dreiging van een oorlog zoals ook die zelfmoord daar een gevolg van was. Zijn denkproces staat daar uiteindelijk los van, is er hoogstens door in een stroomversnelling geraakt.
- Mogelijk. Neem dan De nieuwe elite, zijn laatste boekje. Gaat precies over het probleem waar jij mee zit. Prachtig hoor maar volgens mij vaag geneuzel. Precies de vaagheid van iemand die zo'n wanhopige vlucht als uitweg kiest.
- Hoe kan je dat nu zeggen? Staat daarin niet dat de komende elite (ik gebruik liever het woord ‘intellectueel’ ook al dekt het niet precies dezelfde lading), dat die elitie opportunistisch moet zijn. Dat ze moet schipperen en bij iedere bocht of kreek het doel anders moet formuleren?
- Maar dat is toch zo vaag als mist in de ochtend. Luister, als je wilt dat intellectuelen nog een taak hebben - voor mij hoeft het niet, ik heb mijn buik vol van ‘taken’ - maar als je dat wilt, dan zal je op zijn minst met een heldere ideologie moeten komen.
- Een of ander links alternatief zeker?
- Bijvoorbeeld.
- Dat kan toch niet meer. Dat is precies het probleem waar iemand als Bernard-Henry Lévy mee worstelt. ‘Links’ is zo dood als een pier. Bezoedeld in Kronstadt, gestorven tijdens de processen, begraven in de Koude Oorlog, tot leven gewekt en vervolgens verminkt in China, vermoord in Cuba en na 1968 voorgoed onder de aarde gestopt. Kom daar niet mee aan.
- Een rechts alternatief dan?
- Na Auschwitz onmogelijk.
- Dan kom je dus ergens in het midden terecht. Probeer daar maar eens een ideologie te vinden die niet zwabbert als een dronken paap.
- Maar wie zegt je dat ik een ideologie wil?
- Jijzelf. Je wilt toch dat intellectuelen een ‘taak’ hebben.
- Dat is toch niet hetzelfde als een ideologie. In zoverre zou Ter Braak best eens gelijk kunnen hebben: bij iedere bocht het doel opnieuw formuleren. Mag ik je eens een vraag voorleggen die hij in De nieuwe elite opwerpt. ‘Wat houdt een tactiek in zonder absoluut gesteld (eind)doel, zonder een premie op de dood, zonder een hemelse of aardse Heilstaat! Antwoord: niets dat men onder woorden zou kunnen brengen... Dat is het ook, waardoor de nieuwe elite de meeste aanstoot zal geven, links en rechts: dat zij bij het denken aan het doel niet vooruit ziet, of beter gezegd: de toekomst niet door een woord wil bannen opdat de wereld van de verbale onzekerheid verlost worde.’
- Ter Braak als postmodernist. Nou, nou...
- Je mag dat woord van mij best gebruiken als je maar niet vergeet dat dit voor hem een eindstadium was, resultaat van een jarenlang en slopend denkproces. Het tegendeel van een gemakkelijke ‘laat maar waaien’-houding.
- Maar het resultaat is hetzelfde of bijna hetzelfde.
- Ten eerste is dat niet waar en ten tweede: er is een groot verschil tussen iemand die zwijgt omdat hij niets te melden heeft en iemand die zijn mond houdt omdat hij het begrepen heeft. Het domme en het intelligente zwijgen.
- Goed maar wat betekent dat dan in de praktijk: bij iedere bocht of kreek het doel opnieuw formuleren? Het klinkt mooi maar...
- Kijk, een ideologie - van Baghwan, Pius of Marx - kan niemand meer uitdragen zonder zich intellectueel te diskwalificeren. Dat mensen zoiets persoonlijks doen, hun leven daarnaar willen inrichten, dat kan maar intellectueel is het niet houdbaar. Want daar beginnen ‘the bloody crossroads where literature and politics meet’ zoals Lionel Trilling het eens omschreef. Altijd en overal. Je bent dus wel gek als je zo'n risico ooit nog wil lopen. Maar het is intellectueel even onhoudbaar om je neer te leggen bij - wat heet - ‘postmodernistische’ clichés in de trant van ‘niets is waar en zelfs dat niet’. Dat is het debiele denken waar twee Italianen een paar jaar geleden een boek over publiceerden: de ideologie vervangen door het design van een lap stof. De Zombiecultuur. De nietszeggendheid van een kwartshorloge en de overrijpe geparfumeerde romannetjes van Süskind en consorten. Dus...
- Ik ben benieuwd hoe je je hier uitdraait.
- Dus tussen de onmogelijkheid van een ideologie - politiek én cultureel - en de onaanvaardbaarheid van die prikkelende leegte moet je schipperen. Keihard denken en schipperen.
- Maar je moet toch ergens heenvaren?
- Nee, je moet geen punt voor de boeg maar een haven achter het hek hebben. Niet ergens heen maar ergens vandaan varen.
- Waarvandaan dan?
- In de eerste plaats vanuit de Europese traditie zoals verwoord door denkers als Voltaire en Diderot. De Verlichting met haar geloof in de Rede en menselijke vermogens.
- Maar iemand als Finkielkraut beweert nu net dat ‘la pensée’, jouw traditie dus, verslagen is en dat de romantiek een overwicht behaald heeft. Het romantische denken heeft ons ervan overtuigd, zegt hij, dat er honderden culturen
[Vervolg op pagina 6]