De race om de belangrijke Duitsers
Nazi-collaborateurs van 1933 tot nu
American Swastika The Shocking Story of Nazi Collaborators in our Midst from 1933 to the Present Day door Charles Higham Uitgever: Doubleday & C., 332 p., Importeur: Proost & Brandt, f 46,85
Cees Wiebes
Charles Higham heeft in Verenigde Staten met zijn achttien boeken op gebied van theater en film, vijf dichtbundels en zes andere studies een behoorlijke reputatie als onderzoeker en schrijver opgebouwd. Een reputatie die hij drie jaar geleden nog aanzienlijk omhoog schroefde met de publikatie van een zeer degelijke studie over de contacten van het Amerikaanse bedrijfsleven met nazi-Duitsland gedurende de Tweede Wereldoorlog. Zijn Trading with the Enemy werd door de New York Times omschreven als ‘one of the most shocking books of the year.’ En inderdaad: wat Higham in die studie boven tafel wist te brengen was niet niks. Hij kon met behulp van vele documenten uit Amerikaanse archieven aantonen dat grote delen van het Amerikaanse bedrijfsleven, waaronder bekende concerns als Ford, Standard Oil, ITT, Chase Manhattan Bank en General Motors, via neutrale staten op grote schaal zaken bleven doen of handel dreven met nazi-Duitsland. (Zie mijn bespreking in VN Boekenbijlage, 16 maart 1985.) Deze studie bleek in de Verenigde Staten een commercieel succes te zijn en het lag voor de hand dat Higham bij een grotere uitgeverij een vervolgstudie zou publiceren. Bij Doubleday & Company is nu zijn American Swastika. The Shocking Story of Nazi Collaborators in Our Midst from 1933 to the Present Day verschenen dat als zodanig betiteld kan worden.
Wat mij eigenlijk het meest intrigeerde was de reactie van datzelfde Amerikaanse bedrijfsleven op Highams boek. Vooral omdat men in de Verenigde Staten nogal gauw klaarstaat met aanklachten en processen wegens smaad. Higham geeft in zijn inleiding al direct het antwoord: men reageerde absoluut niet. Alleen Chase Manhattan Bank gaf een nogal slappe en tegelijkertijd tegenstrijdige verklaring uit, maar de rest zweeg als het graf.
Richtte Higham zich in zijn eerdere studie vooral op de economische collaboratie van de Amerikaanse bedrijven en banken, in zijn nieuwe boek ligt het accent voornamelijk op de diverse activiteiten van meer en minder bekende Amerikaanse persoonlijkheden tijdens de oorlog. Activiteiten die hij weet te reconstrueren dankzij de 30.000 pagina's die hij uit de archieven van de FBI, CIA, State Department en Defensie vrij heeft weten te krijgen. Zo gaat Higham bijvoorbeeld uitvoerig in op de steun aan de nazi's in de Verenigde Staten in de periode voor het uitbreken van de oorlog. Steun die verliep via organisaties als America First, American National Socialist League en The German-American Bund met als bekende persoonlijkheden Charles A. Lindbergh, Henry Ford en Joseph Kennedy. In deze hoofdstukken weet Higham op een boeiende wijze te schilderen hoe die organisaties en personen hun werk verrichtten. Dit varieerde van het voeren van propaganda via de media tot het omkopen van diverse leden van de Amerikaanse Senaat. En die senatoren zorgden er bijvoorbeeld weer voor dat bepaalde officieren van justitie die een bedreiging vormden voor die ondergrondse pro-nazi-acties, ontslagen werden. Het is het verhaal van allerlei fascistische organisaties die in het schemerduister hun werk verrichtten met uiteraard op de achtergrond de onvermijdelijke steun van de roomskatholieke kerk. Vooral als het ging om antijoodse acties in de Verenigde Staten, dan waren er altijd wel leidende rooms-katholieke geestelijken bereid om die acties te steunen, zonder dat zij daarbij door het Vaticaan tot de orde werden geroepen.
Een stap verder dan propaganda en omkoperij gaan natuurlijk geplande moordaanslagen. Higham maakt aannemelijk dat er op dat niveau een actieve samenwerking bestond tussen de Irish Republican Army (IRA) en de Duitse spionagedienst, de Abwehr, die erop gericht was om het Britse koninklijke paar tijdens een bezoek aan de Verenigde Staten om te brengen. Het plan van de IRA, dat door de Abwehr werd gefinancierd, mislukte echter door ingrijpen van de FBI. Ook de plannen om de Amerikaanse president Roosevelt om te brengen liepen op niets uit. Na twee hoofdstukken over spionage, waarin Higham ingaat op het doorsluizen van geheime Amerikaanse oorlogsplannen naar Duitsland waarbij ook Reagans militaire adviseur Wedemeyer was betrokken, richt hij de aandacht op de rol van de Windsors.