Vrij Nederland. Boekenbijlage 1987
(1987)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 12]
| |
Der ruf Zeitung der deutschen Kriegsgefangenen in USA Facsimile-Ausgabe Uitgever: K.G. Saur, München, f226,05Koos van WeringhTussen 1 maart 1945 en 1 april 1946 verschenen 26 nummers van een veertiendaags blad dat Der Ruf heette. Het was een blad voor Duitse krijgsgevangenen die verblijf hielden in de Verenigde Staten. De eerste nummers verschenen nog voor het officiële einde van de oorlog op 8 mei. Het blad maakte deel uit van een project dat was opgezet door het Amerikaanse leger. Eind 1944 werd een groep Duitse krijgsgevangenen, waarvan werd aangenomen dat ze er democratische opvattingen op nahield, bijeengebracht om de oprichting van een blad voor te bereiden. De militairen waren ondergebracht in het kamp Van Etten, dat in normale tijden als vakantieverblijf van de Cornell University in Ithaca diende. De bedoeling van het op te richten blad was de Duitse militairen voor te bereiden op een democratische levenswandel. Met twee Amerikaanse officieren, van wie de een ironischerwijze Pestalozzi heette, werkten twee Duitsers het plan verder uit. Beiden hadden ervaringen in de wereld van het uitgeven en redigeren. De chef-redacteur werd Gustav Hocke en de dagelijkse leiding berustte bij Curt Vinz. Deze laatste bewaarde alle nummers van het blad, zodat uitgever K.G. Saur in de gelegenheid was er een facsimile-uitgave van op de markt te brengen. Als ik zie wat er allemaal in facsimile verschijnt heb ik wel eens de indruk dat we hier met een vreemde modegolf te maken hebben, maar dat is niet het geval bij het doorlezen van Der Ruf. Met grote belangstelling heb ik kennisgenomen van een voor mij onbekend stuk geschiedenis. En meer dan dat, ook vaak met verbazing. Al direct in het eerste nummer wordt vermeld dat de Duitse veldmaarschalk Karl von Rundstedt een hoge militaire onderscheiding gekregen heeft (de oorlog is nog aan de gang op dat ogenblik). Tegelijkertijd wordt daarbij het commentaar van Montgomery, de Britse opperbevelhebber in het Westen, gegeven. Hij is van mening dat Von Rundstedt in deze oorlog zijn beste tegenstander is, beter nog dan Rommel (‘die was naar mijn mening ook goed’). Der Ruf geeft, zolang de oorlog nog duurt, het verloop van de krijgshandelingen weer, vaak met behulp van kaarten die duidelijk aantonen dat het er voor de Duitsers hopeloos uitziet. Maar het blad is veel meer dan een militaire aangelegenheid. Het geeft uitvoerige informatie over wat in het steeds meer bezette Duitsland gebeurt, hoe de toestand van de bevolking is, hoe zwaar de verwoestingen zijn, welke pogingen in het werk worden gesteld het land weer uit de puinhopen op te bouwen. Dat is wat de feitelijke kant kan worden genoemd. Daarnaast wordt er veel geschreven over het Hitler-regime en met name over de vraag of er van een collectieve schuld kan worden gesproken. Die gedachte wordt afgewezen. De Duitsers die over een collectieve schuld praten, proberen daarmee hun misdaden op een algemeen niveau te brengen waar niemand meer schuldig is. Zij die misdaden hebben begaan, dienen zwaar gestraft te worden. Tenslotte zijn er ook duizenden Duitsers door het regime vermoord of door opsluiting in een kamp uitgeschakeld. Alleen al in de Amerikaanse bezettingszone zijn 93.302 politieke gevangenen van Duitse nationaliteit uit kampen en gevangenissen vrijgelaten, zo wordt in het nummer van 15 augustus 1945 bericht. De gevangenispredikant van Plötzensee in Berlijn deelt mee dat alleen al in deze gevangenis 3800 Duitsers zijn terechtgesteld. | |
Duitse gehoorzaamheidIngegaan wordt ook op de achtergronden van het waarom. Hoe kan een groot deel van het volk zo achter een dictator aanmarcheren? Daarover worden beschouwingen ten beste gegeven over de Duitse neiging gehoorzaam te zijn, een neiging die sterker is dan het uitleven van de individuele vrijheid. In het verlengde daarvan wordt ervoor gewaarschuwd al te lichtvaardig over een nieuw, democratisch Duitsland te praten, alsof die neiging tot gehoorzaamheid met Hitler verdwenen is. In het licht van latere ontwikkelingen, bijvoorbeeld het laten aanblijven van bijna de gehele rechterlijke macht die de Führer zo trouw diende, is het kennisnemen van dergelijke artikelen tamelijk navrant. Stel dat al die waarschuwingen, die gebaseerd waren op juiste inzichten, in praktische politiek zouden zijn omgezet. Maar goede bedoelingen hebben de wereld zelden veranderd. In die zin is Der Ruf tragische lectuur. Het blad bericht veel over ‘het andere Duitsland’. We komen veel tekeningen tegen van Käthe Kollwitz, soms ook van George Grosz en anderen. Daarnaast gedichten en beschouwingen over ‘grote’ Duitsers, als bijvoorbeeld Walther Rathenau, die in 1922 door rechtsradicalen vermoord werd. Een bijzonder initiatief was de oprichting van een serie boeken, Neue Welt. Het uitgangspunt daarbij was de krijgsgevangenen bekend te maken met boeken van schrijvers die tussen 1933 en 1945 verboden waren. In totaal werden vierentwintig boeken uitgezocht. Om enkele te noemen: Der Zauberberg van Thomas Mann, Radetzky- | |
[pagina 13]
| |
marsch van Joseph Roth, Der Hauptmann von Köpenick van Carl Zuckmayer en Im Westen nichts Neues van Erich Maria Remarque. In het laatste nummer van Der Ruf wordt geciteerd uit een brief van een dan tweeëntwintigjarige militair die het boek van Remarque gelezen heeft. Hij schrijft dat zijn ervaringen dezelfde zijn als die in het boek beschreven worden. En hij gaat ervan uit dat zijn instelling tegenover het leven en vooral tegenover politiek en oorlog heel anders geweest zou zijn als hij eerder van dat boek kennis had kunnen nemen. Die militair was negen jaar toen Hitler aan de macht kwam en is dus opgegroeid in een systeem waar alleen datgene gelezen mocht worden wat van hogerhand voorgeschreven was. En dat geldt voor zijn hele generatie. Na de oorlog zullen de meesten van hen niet meer de tijd en de gelegenheid hebben gehad die achterstand in te halen. Tot de schade die Hitler heeft aangericht, behoren niet alleen doden en gewonden en vermoorden, dat maakt dit voorbeeld schrijnend duidelijk. Het blad bevat ook een rubriek die ‘Zwischenrufe’ heet en allerlei kleine berichten geeft. Zo staat er op 1 maart 1946 dat de Hollandse minister-president heeft aangekondigd dat in het komende jaar de uitvoer van levensmiddelen naar Duitsland weer mogelijk zal worden. Hij (zijn naam staat er niet bij, maar het is Schermerhorn) wordt als volgt geciteerd: ‘Ik weiger te handelen naar de regel: oog om oog, tand om tand. Ook Duitsland moet weer een plaats krijgen in de gemeenschap der volkeren.’ Het blad voegt er als commentaar aan toe dat een dergelijke houding ‘ook ons’ nog tot voorbeeld kan strekken. In Der Ruf worden uiteraard veel uitspraken aangehaald van politici die doende zijn de Duitse samenleving na de ineenstorting weer op gang te brengen. Zo ook van de communist Wilhelm Pieck. Dat Duitsland korte tijd later in twee stukken gedeeld zou worden, blijkt uit de kolommen niet. Er wordt vanuit gegaan dat er een Duitsland is waarin ook de communisten meedoen. Het uitbreken van de Koude Oorlog en de splitsing van Duitsland laten zien dat het geluid van dit blad dat van een roepende in de woestijn was. ■ |
|