Smokkelstrategie
De eenvoudigste en normaalste procedure was dat het schilderij het land uit werd gesmokkeld in kisten met dubbele bodems of met behulp van een douanebeambte die even de andere kant uit keek, terwijl - al dan niet met medeweten van de oorspronkelijke eigenaar - een kopie op de plaats van het origineel werd gehangen. Berenson en zijn trouwe helpster en metgezel Mary deden hier naar hartelust aan mee. Berenson bracht dat met zichzelf in het reine door het te zien als een verrijking van de Amerikaanse cultuur, die hem en zijn familie zo gastvrij had ontvangen. Al vóór zijn contract met Duveen deed hij zaken met kunsthandelaars zoals Colnaghi's, en hielp hij via Colnaghi's zijn Amerikaanse patrones Isabella Gardner een kunstcollectie opbouwen. Zo kocht hij voor haar van graaf Chigi Botticelli's Madonna van de Eucharist. Voor deze precaire kunstschat werd een uitzonderlijk geraffineerde smokkelstrategie ontworpen. Eerst maakte de betrouwbare vervalser Zozo Smith een getrouwe kopie, die op de plaats van het origineel werd gehangen. Vervolgens bewerkte Zozo een oudere, in slechte staat verkerende kopie van het schilderij, zodat die er ook weer als echt uitzag, en in die hoedanigheid kon worden verkocht aan de - buiten het komplot staande - Engelse kunsthandelaar Agnews. Agnews verkocht de kopie met de beste bedoelingen aan een Amerikaan. Op dat moment greep de Italiaanse staat in, na via geruchten op de hoogte gesteld te zijn dat Chigi de Madonna wederrechtelijk had verkocht. Tegen de tijd dat de conclusie was bereikt dat Agnews Botticelli niet de echte was, was de echte al veilig en wel bij Colnaghi's aangeland. Wegens geleden gezichtsverlies, en omdat de graaf niet ten tweeden male van hetzelfde beschuldigd kon worden, zag de Italiaanse staat af van rechtsvervolging. Colnaghi stelde het schilderij triomfantelijk ten toon, en verscheepte het naar Amerika.
Afgezien van regeringen was het vaak moeilijk voorstelbaar wie in dit kat en muisspel uiteindelijk wie bezwendelde; iedereen iedereen, zo lijkt het. Maar de grootste schurk van allemaal was zonder enige twijfel Joseph Duveen junior die deze kunst op reusachtige schaal bedreef, niet zonder eerst zijn vader, Uncle Henry en de hele rest van de familie vakkundig de deur uit gewerkt te hebben. Simpson geeft een vrij schematisch beeld van de man, waaruit zijn eigenschappen bij stukjes en beetjes te voorschijn komen. Een engelengeduld, jarenlange strijkages, een stoïcijns incasseringsvermogen, een bodemloos cynisme gepaard met een gevoelig inzicht in de zwakke plekken des mensen karakter, en een constellatie van corrupte Engelse Lords die hem titels en prestige verschaften in ruil voor af en toe een presentje. Deze Duveen bewoog zich in zeer duistere wateren, waaruit af en toe iets akeligs opborrelde. Zoals de mysterieuze dood van twee Franse meester-vervalsers, Demotte en Boutron waar Duveen mee in moeilijkheden was geraakt. ‘Tell, me, Sir Joseph,’ vroeg Mrs. E.T. Stotesbury tijdens een lunch in de Ritz, ‘Am I a friend of yours?’ ‘Of course, my dear lady,’ was het antwoord. ‘Oh dear,’ zuchtte de dame, ‘All your friends appear to get shot.’ Ook ontdekte hij op het juiste moment van een lastige dame dat zij vroeger prostituée was geweest, waarna de dame hem verder niet meer lastig viel.
Maar meestal wist Duveen het oppervlak gladder te houden, dankzij verregaande spitsvondigheid en Charme. Hij hield er een particuliere geheime dienst op na, een netwerk van telefoonoperators, douanebeambten, kelners, lords en prullenbak-doorzoeksters. Hij balsemde zijn rijken met bonbons, bloemen, boeken over kunst en al dan niet echte schilderijen. Af en toe ging hij zelf in het schip, meestal wanneer een miljonair overleed vóór zijn schilderijen afbetaald te hebben, waarna een degelijke taxatie uitwees dat de collectie voor de helft uit waardeloze zaken bestond, opgekalefaterd door types als Zozo, Elia Volpi bijgenaamd de Woodworm King en een zekere Madame Helfer, wier restauraties men herkende aan haar lievelingsmodel (ronde ogen, scherp mondje). Zulke schilderijen konden bij een goede schoonmaakbeurt dramatisch veranderen van een lief jong ding in een strenge dame in rouwkledij, met onderkin en verdubbelde boezemomvang. (zie pagina 1)