Thrillers
Toen Elmore Leonard in het midden van de jaren zestig op misdaadboeken overstapte omdat de markt voor westerns volledig instortte, werd zijn eerste produkt 84 maal afgewezen voordat een uitgever het accepteerde. Vandaag kan hij zijn boeken naar de zin van zijn uitgever niet vlug genoeg schrijven en huurt hij hulpjes om alvast mogelijke locaties voor een verhaal te verkennen. Zijn oude boeken worden in sneltreinvaart als pocket heruitgebracht en 52 Pick-up uit 1974 is daarvan een voorbeeld (Avon, f 13,90). Het getal in de titel slaat op de duizenden dollars die een fabrikant als afkoopsom aan zijn afpersers aanbiedt. Helaas voor hen denken ze dat er meer uit hem te halen is. De hoofdpersoon is de eeuwige held van Leonard, een man met ouderwetse opvattingen over goed en kwaad en meer interesse voor het bereiken van zijn doel dan voor recht en wet. Liefhebbers van westerns zullen dit type meteen herkennen. Zolang hij nog een kogel in zijn revolver heeft, zullen de boeven het niet winnen, en daarna eigenlijk ook niet.
The winning streak van Arnold Grisman (Penguin, f 14,90) lijkt veel op het werk van Leonard. Ook in dit boek komen we de in wezen fatsoenlijke held tegen, die ongewild het tegen een hoop grauw moet opnemen. Het is alleen jammer dat de intrige er zo met de haren bij gesleept is. De schrijver lijkt vooral in gokken geïnteresseerd en de beschrijvingen van dobbelen in Las Vegas, stud-poker spelen in Los Angeles en eenentwintigen in Atlantic City zijn de aardigste gedeelten uit het boek, vooral als dat geheimzinnige geluksgevoel dat iedereen die wel eens gokt hopelijk kent, bezit neemt van de hoofdpersoon. Dat het ook nog gaat om een megalomane gek die vals geld op de markt brengt dat niet van echt is te onderscheiden doet minder ter zake.
Nadat ik vorig jaar al enthousiast had kunnen doen over de oorspronkelijke, gebonden versie, krijg ik nu nog een keer de gelegenheid u warm te maken voor De Gezusters van Robert Littell, zoals The Sisters hier is genoemd (Van Holkema & Warendorf, f27,50). Het is een zeer spits geschreven boek over een operatie van twee Amerikaanse geheim agenten. Eerst lijkt het erom te gaan de Russen een hak te zetten, maar langzaam maar zeker wordt duidelijk dat Littell iets kwijt wil over een dramatische historische gebeurtenis. De vertaling ziet er goed uit, om die reden hoef je niet naar het origineel te grijpen, dat onlangs ook als pocket verscheen (Pan, f 14,90). Ik zou alleen niet steeds ‘kut’ als voorvoegsel hebben gebruikt maar ook een keertje ‘klote’. Dat lijkt me bij ‘fucking’ allebei correct.
Het misdaadgenre deugt niet. Het is in ieder geval niet literair en het geeft ook nog vaak blijk van een verkeerde mentaliteit. Wie Snobbery with violence van Colin Watson leest (Methuen, f28, -) kan die stellingen ook nog beargumenteren. Watson geeft in dit boek, dat de heruitgave is van de bewerkte versie uit 1979, een overzicht van de populaire Engelse misdaadroman van Conan Doyle en Hornung tot Fleming en laat er geen spat van heel. De schrijvers deugden niet en de lezers eigenlijk ook niet. Entertainment is prima, maar waarom moet het voortdurend worden gekruid met nationalisme, racisme en gemene kleinburgerlijkheid, en zijn al die supermannen niet een klein beetje te gek op mannelijk gezelschap? In het register kan iedereen zijn favoriete schrijver opzoeken en zich daarna een potje gaan schamen.
Psychiatrisch ziekenhuis K heet het boek van Steve Pieczenik en niet Psychiatrisch Ziekenhuis, zoals de omslag in eerste instantie suggereert (Luitingh, f29,50). De K staat voor Kasjtsjenko, de naam van een grote psychiatrische kliniek in Rusland. In de kliniek is een knappe actrice opgenomen op wie de barse, zakelijke psychiater die haar moet behandelen verliefd wordt. Zo klinkt het als een gezellige damesroman, maar daarmee is het boek niet gekarakteriseerd. Door de beschrijvingen van gemene behandelmethoden voor psychiatrische patiënten die geruisloos in martelen kunnen overgaan, heeft het ook een griezelig tintje, en omdat het in Rusland speelt en onze toekomst wel eens zou kunnen afhangen van wat er met de psychiater en zijn patiënte gebeurt, is het ook nog een thriller. Het gaat dus om een boek voor het hele gezin, ofschoon ik het toch het meest op een doktersroman vond lijken en enigszins te vergelijken met de televisieserie St Elsewhere, waarin ook geprobeerd wordt patiëntenleed met doktersleed af te wisselen. Gelukkig waren de andere Russische namen niet zo tongbrekend als de afgekorte naam van het ziekenhuis, maar om de leider van de Sovjetunie Soechoemi te noemen vond ik zwak. Dat klinkt me veel te Japans in de oren.
Hoe gevaarlijk het is om op het enthousiasme van iemand af te gaan bleek met Saratoga headhunter van Stephen Dobyns (Penguin, f14,90). Dat zou pas eens een leuk boek zijn, terwijl ik het eerder nogal flauw vond. Het verhaal is er een uit een reeks over de sukkelige privédetective Charlie Bradshaw die in Saratoga werkt. Dit kuuroord in het noordoosten van de staat New York is behalve om zijn bronnen ook bekend om paardenrennen. Bradshaw krijgt te maken met een jockey die letterlijk zijn hoofd kwijtraakt. Wie van een sukkel houdt en van kleinsteedse avonturen kan er zijn hart aan ophalen. Zo valt Bradshaw een groot deel van het verhaal als melkboer in. Als ex-broodbezorger las ik dat glimlachend.
THEO CAPEL