Vraagt Laura liefjes
Het schip van zand door Gerrit Hoogstraaten Uitgever: Contact, 99 p., f22,90
Koos Hageraats
Gerrit Hoogstraaten heeft in zijn debuutbundel drie verhalen bijeengebracht waarover de flaptekst zo mysterieus mogelijk meldt: ‘de verteltrant laat de lezer soms in het ongewisse en stelt vragen waarop het antwoord niet gegeven wordt, maar blijft overal boeiend.’ Van die bewering is het gedeelte vóór de komma onzin en het gedeelte ná de komma onwaar. Die ‘verteltrant’ is kaal, bevat geen verrassingen en staat geregeld stijf van de clichés. Met name in de dialogen blinkt Hoogstraaten uit in de kasteelroman-stijl; op één bladzijde vindt men: ‘vraagt Laura liefjes’, ‘weert Arnold kribbig af’, ‘bitst Laura terug’, ‘merkt deze verwonderd op’ en ‘zegt Arnold effen’. Dat is precies de stijl die al eens volkomen belachelijk is gemaakt in het verhaal ‘Alle begin is moeilijk’ in Bob den Uyls Vreemde verschijnselen.
Niet het thema maar de uitwerking daarvan komt in alle drie de verhalen geforceerd over: een vader en een zoontje die samen een weekje op vakantie zijn; de vader wil een gedichtencyclus op papier zetten maar de schepping wordt in feite door zijn zoon Hanco uitgevoerd die een groot schip van zand bouwt dat - o symboliek - door de zee weer wordt verwoest. Op geen enkele wijze weerspiegelt deze vernietiging iets van het creatieve proces van de vader, omdat die niet eens aan zijn werk toekomt. Het tweede verhaal, geënt op het ‘Who's afraid of Virginia Woolf’-thema, staat stijf van de melodramatiek, het derde verhaal bevat elementen die op zich de moeite waard zijn maar die volledig worden ondergespit door de dik aangezette stijl.
Het schip van zand is een debuut dat hetzelfde lot bezegeld is als dat van de creatie van het zoontje in het titelverhaal: ‘Dat had ik anders moeten doen, dacht Hanco.’
■