Treurnis in de Ver-van-mijn-bed-journalistiek
Thriller van Aad van den Heuvel
De verdwijning door Aad van den Heuvel Uitgever: De Arbeiderspers, 210 p., f26,50
R. Ferdinandusse
Aad van den Heuvel is een van de oudgedienden van de Nederlandse televisiejournalistiek en nog steeds een meester op zijn terrein. Onlangs stond er een foto van hem in een van de omroepgidsen: Van den Heuvel gefotografeerd voor het decor van zijn programma ‘Gedane Zaken’ en door het afsnijden van een gedeelte van de prent zat hij daar, in zijn volle zwaarte, met achter zich de woorden Gedane Zak. Dat zou leuk geweest zijn als het waar was. Maar het aardige in dit geval is dat Van den Heuvel de moeheid die elke journalist na verloop van lange jaren ondervindt van zich afgeschreven heeft in een roman. Tenminste, dat staat op de omslag van het boek, maar ik denk dat Van den Heuvel in eerste instantie bedoelde een thriller te schrijven. Ik neem daarom maar aan dat hij nog meer boeken op zijn boog heeft, - en zijn uitgever heeft de ervaring dat iemand die het etiket thrillerschrijver op het voorhoofd draagt daar alleen met grote moeite van afkomt.
De verdwijning begint in Hilversum. En de verdwenene is een bekende documentairemaker uit het Hilversumse. Zijn auto stond voor de deur, zijn koffers stonden in de kast. Eerst werd er niet naar hem gezocht, journalisten zijn tenslotte halve artiesten, en toen wel, maar er werd geen spoor gevonden. En er zou misschien nooit meer iets van hem gehoord zijn als een collega niet een, pas later zeer intrigerende, aanwijzing had gehad om alsnog op zoek te gaan naar Vincent Veldkamp.
Iemand die al meer dan twintig jaar in de omroepwereld heeft rondgekeken zou van de gelegenheid gebruikmaken om een bijtende satire af te scheiden. Van den Heuvel doet dat niet, hij maakt het eigenlijk nog erger, hij beschrijft wat er rond die verdwijning gebeurt in de taal waarin televisiemakers over hun vak en hun bazen en het bestel praten. ‘Er waren voldoende televisiebonzen die, gewapend met de persoonlijke smaak van de gemiddelde waterbuffel, hun programmapakket het glitterende aanzien gaven van een doorsnee kermisattractie.’ Zo'n zin kun je oneindig verfraaien maar zo is het nu eenmaal en het mooie van Van den Heuvels verhaal is dat ze een verre, maar betrouwbare achtergrond vormen. Daarom slik je ook de clichés over de kelkjes die gedronken worden, net als de bekende knorrig-joviale kroegbaas die in alle thrillerdebuten zijn opwachting maakt.
Waar het in De verdwijning om gaat is de zin van televisiejournalistiek. De ganse wereld is vol van onrecht en verdrukking en toch zijn er altijd gedreven journalisten die geweld en ongemak trotseren om dat onrecht en die verdrukking aan de kaak te stellen. Heeft het enige zin dagenlang stof te vreten en rond te hangen in verre streken met de soms vage hoop op een gegeven moment in contact te komen met rebellen of vluchtelingen, en daarbij steeds in het achterhoofd de zekerheid te hebben dat driekwart van de kijkers na een paar minuten al verveeld zal omschakelen naar een ander net om te kijken of het daar beter is?
Van den Heuvel is doorgewinterd genoeg om de lezer met die vraag niet te vervelen, hij bewaart de oplossing van dat probleem voor de laatste bladzijden, waar het samenvalt met die grote kater die vaak optreedt na fikse journalistieke opwinding.
Aad van den Heuvel
steye raviez
Hij heeft die existentiële treurnis verpakt in een mooie intrige, op een terrein dat hij na twintig jaar geheel beheerst: zijn hoofdpersonen, de verdwenen Veldkamp en de Weber die hem gaat zoeken zijn gepokt en gemazeld in de Ver van mijn bed-verslaggeving, en eerlijk als goud als het om dat vak gaat. Uit hun twijfels komen op bijna natuurlijke wijze de gruwelijke gebeurtenissen in de verre woestijn voort. En de thrillertechniek past hij daar, simpel maar doeltreffend, bij aan: elk moment als de lezer denkt dat hij voor zichzelf de plot rond heeft, verschuift Van den Heuvel het perspectief weer even en dat houdt de spanning erin. Wat af en toe een zonde tegen het genre lijkt, blijkt later toch doordacht te zijn.
Lekker soepel geschreven is De verdwijning niet, maar dat is hier misschien wel een voordeel, de wat stroeve verteltrant geeft er een rustig, aangenaam, authentiek tintje aan. Als twintig jaar televisie en Gedane Zaken tot zulke romans leiden mag Van den Heuvel niet voor Hilversum verloren gaan.
■