Geheim opstel
Naar Delft heen is volgens de ondertitel ‘een geheim opstel uit 1950’, maar het kost moeite te geloven dat het door een negenjarige Kees van Kooten geschreven zou zijn. Die beschikte dan reeds op die leeftijd over de adembenemende techniek die nodig is om te beschrijven wat een raar gevoel het is om in de vakantie op de hoek van je straat (Vreeswijkstraat/Leyweg), 's ochtends om negen uur, op je vriendjes te wachten, ‘omdat dan eigenlijk de school begint. Tien over negen geeft een nog rarer gevoel, omdat je klas dan al bezig is’. Naar Delft heen werd uitgegeven door De Bezige Bij, ter gelegenheid van de opening van de nieuwe boekhandel De omslag (literatuur, kunst, kinderboeken) in Delft. Het boekje (oplage 2000 exemplaren, f7,50) is alleen bij De omslag te koop. De vertelling, met Biesheuveliaanse uitweidingen, handelt over een fietstocht die de jonge held samen met zijn vrienden Ronald en Eddie onderneemt naar Delft, ‘vanaf Den Haag het verste weg van wat er nog dichtbij is.’ Het vergaat de drie knapen zo ongeveer als de Haarlemse neven uit De avonden, wier jaarlijkse plannen voor een trektocht naar de Ardennen steevast stagneren als eenmaal de tent is opgezet in de tuin van grootmoeder in het Gooi, ‘want we kunnen ander weer krijgen’. Koots drietal brengt het tot Wateringen (heen en terug wind tegen; zachte motregen die tot plenzen overgaat). In Wateringen koopt Ronald voor zijn moeder bij de Vivo in plaats van ‘iets kleins van Delfts Blauw’ een grote gezinsdoos lucifers, ‘van het merk Gong, dat we niet kenden, dus daar zou ze wel bereblij mee zijn’.
DS