Ter zake
Diny Schouten
Het is niet de gewoonte van uitgeverij Thieme in Zutphen om met zulk nieuws naar buiten te treden, maar directeur Emeis wil wel bevestigen dat het fictiefonds van Thieme zal ophouden te bestaan. Oude fictietitels worden niet uit de verkoop genomen maar er komen geen nieuwe bij. Het ging vooral om een misdaadreeks met titels van onbekende grootheden als Venijn in monnikskap van Ellis Peters en Hoog water in Brandenburg van James Dillon White. Voor de reeks, die een paar jaar geleden werd opgezet, trok de toenmalige directie van Thieme als uitgever Tjaling Dijkstra aan, die bij zijn voormalige werkgever Elsevier de naam verwierf uitermate royaal in te kopen. De nieuwe directie, aldus Emeis, acht de reeks ‘niet profijtelijk’ en Thieme zal zich in de toekomst daarom als vanouds gaan concentreren op natuurboeken, kinderboeken en schaakboeken. Thieme pleegt ook geen mededelingen te doen over het personeelsbeleid, ‘maar u kunt zich voorstellen dat het verdwijnen van het fictiefonds consequenties heeft voor de uitgever van dat fonds.’
Tot verdriet van de Indische auteurs die per traditie bij de Haagse uitgeverij Nijgh & Van Ditmar publiceerden, gaat die uitgeverij verhuizen naar Amsterdam. Nijgh & Van Ditmar, samen met de uitgeverijen Querido en De Arbeiderspers ondergebracht in het Singel 262-uitgeefconcern, moet meer toekomst krijgen. Dat zal gebeuren door de uitgeverij, die dit jaar het honderdvijftigjarig bestaan viert, een ander karakter te geven. Niet dat het oude goud van het fonds (Vestdijk, Bordewijk, Nescio) zal worden verwaarloosd, integendeel, maar het zal aangevuld worden met non-fictiefonds dat met ‘cultuur en wetenschap’ gekenmerkt wordt. Uitgeefster Liesbeth ten Houten wordt ontslagen van een dubbele taak als uitgeefster van het Nijgh & Van Ditmar-fonds en van het kinderboekenfonds van Leopold; zij blijft als voorheen uitgeefster van Leopold en er ontstaat zo een vacature voor een full-time uitgever van Nijgh & Van Ditmar. De verkoop en distributie zullen voortaan plaatsvinden door het apparaat van Querido en De Arbeiderspers, vandaar de verhuizing.
Lezers, binnenkort ook filmkijkers, van Umberto's Eco's De naam van de roos zullen weten dat de moord en doodslag van die kloostercrimi romantechnisch verantwoord wordt door het bestaan van het enige manuscript van Aristoteles' verhandeling ‘Over de komedie’, dat door een krankzinnige monnik vernietigd wordt wegens de lichtzinnigheid van het onderwerp. Tot Eco's verbazing en verrukking is het fictieve geschrift waarop hij het verhaal van zijn roman baseerde inmiddels inderdaad gevonden, en het verbleef bovendien, precies als Eco schreef, eeuwenlang in een kloosterbibliotheek: die van het klooster op de berg Athos. In de roman is het manuscript het teloorgegane tweede deel van de Poetica, Aristoteles' verhandeling over de klassieke opvattingen van het drama. Het echte manuscript, beschouwd als de synopsis van dat zelfde boek, werd in Parijs gevonden door professor Richard Janko, historicus van de Columbia-universiteit in New York. Met de samenvoeging van fragmenten van handschriften die bekend staan als het De Coislin-manuscript nr. 120 in de Bibliotheque Nationale claimt Janko het beroemde tweede deel geconstrueerd te hebben. In het voorwoord van de Poetica kondigt Aristoteles aan dat hij de komedie zal behandelen in zijn volgende boek, maar tot nu toe is er onder classici onzekerheid of hij ooit die intentie vervuld heeft. Aangenomen werd dat als Aristoteles het tweede deel inderdaad voltooide alle manuscripten vernietigd moesten zijn. In de middeleeuwen zou een verhandeling die de komedie en de satire sanctioneerde als schitterend wapen tegen pompeuze gewichtigheid voor de Kerk onverteerbaar zijn geweest. Eco wist niets over de ontdekking van het manuscript toen hij zijn roman schreef, schrijft The Sunday Times van 15 maart. Evenmin kende professor Janko De naam van de
roos toen hij het manuscript aantrof. Janko's tekstuitgave is een jaar geleden verschenen bij uitgeverij Duckworth in Londen. Bij Duckworth kan Janko's redacteur, Colin Haycraft, niet verklaren waarom The Sunday Times plotseling met het ‘nieuws’ is gekomen: ‘Ik ben bang dat het non-news is. Het debat over de echtheid van het manuscript wordt onder classici in volle hevigheid gevoerd.’
Bij uitgeverij Van Gennep ligt een pakket met de dagboeken van Klaas de Jonge, de Nederlandse antropoloog die noodgedwongen al anderhalf jaar wordt vastgehouden in een vestiging van de Nederlandse ambassade in Pretoria. De Jonge heeft de gewoonte om de brieven die hij schrijft aan verschillende mensen te redigeren als delen van zijn dagboek: dagelijkse belevenissen en politieke verhandelingen worden op de kopie die hij achterhoudt gerangschikt naar onderwerp. Voorlopig lijkt elk perspectief op boekuitgave ervan verdwenen. Uitgever Rob van Gennep verklaart ‘niet de geschiedenis te willen ingaan als de uitgever die Klaas de Jonge uitlevert aan Zuid-Afrika’, en de situatie is nu te penibel om terwille van de actualiteitswaarde van De Jonges boek het risico te lopen om daar schuld aan te hebben. Minister Van den Broek verbood recent aan Klaas de Jonge elk contact met de pers, maar gelden de sancties ook de uitgave van Van Gennep? ‘Wij zullen geen stappen ondernemen als die dagboeken worden uitgegeven, gesteld dat dat boek is samengesteld uit de zending die De Jonge destijds naar De Groene stuurde,’ zegt een woordvoerster van het ministerie van Buitenlandse Zaken met lichte verbazing. ‘Ik wist niet dat daar een heel boek uit kon.’
kaassnacks
‘Kaas marcheert altijd, want eten moeten de mensen tóch.’ Laarmans' kaasadagium wordt weer eens bevestigd door het succes van het boekje Kaassnacks, dat nu zevenentwintig weken lang onafgebroken op de non-fictie top tien van Libris staat. Het is daarmee een onverbiddelijker bestseller dan Elsschots Kaas (1933, totale hoogte 178.000). Uitgeverij Inmerc in Wormer drukte vanaf september vorig jaar van Kaassnacks 200.000 exemplaren. Wat mag het geheim van deze kaasdroom zijn? Het antwoord dat directeur Delissen geeft, stelt enigszins teleur omdat het zo voor de hand ligt: de gunstige verhouding tussen prijs en kwaliteit. Het full-color receptenboekje, 119 pagina's, is gesponsord door het Nederlands Zuivelbureau en kost daardoor slechts f4,95. Het wordt niet alleen door de boekhandel maar ook door supermarkten en kaaswinkels verspreid. Delissen vindt het verbazingwekkender dat twee andere kaasfantasieën, Doe meer met kaas en Honderd heerlijke salades met kaas niet oók op de top-tien paraderen. Hij trekt het zich aan dat niet iedere boekhandel die boekjes kent, en dat moet beschouwd worden als een slechte beurt voor Inmerc, een bedrijf dat eerder een sales-promotion-bedrijf is dan een uitgeverij. Inmerc benadert bedrijven en instellingen waarvan men vermoedt dat boeken zouden passen in hun communicatiestrategie. Als packager bedenkt Inmerc dan de bijpassende publikatie. In het bilateraal overleg over de receptuur van Kaassnacks stonden de partijen meermalen onverzoenlijk tegenover elkaar, vertelt directeur Delissen: het waren vooral de koks van het Zuivelbureau die overtuigd
moesten worden dat er met kaas méér mogelijk was. Delissen wil het liever niet gezegd hebben, ‘maar hun standpunten zijn toch wel erg behoudend’. Kaassnacks moet daarom gezien worden als een doorbraak.