Pockets
Nine men who laughed door Austin Clarke (Penguin Short Fiction 225 p., f24,50) bevat negen verhalen van de in Toronto woonachtige Westindische auteur. In de inleiding legt hij uit dat immigranten lachen omdat ze in een maatschappij leven die hen vijandig is. Ze zouden eigenlijk moeten protesteren, maar omdat ze moe zijn of niet sterk genoeg lachen ze in plaats daarvan. In het verhaal ‘A Man’ brengt een werkloze man iedere morgen zijn vrouw en zoontje weg, doet dan alsof hij gaat werken maar bezoekt vervolgens zijn vijf minnaressen. Wanneer zijn vrouw een weekend naar haar moeder gaat nodigt hij de beeldschone Rachel thuis uit. Bij het weghalen van alles wat aan zijn status als getrouwde man zou doen denken, komt hij tot de ontdekking dat er niets persoonlijks van hem is. Rachel vangt hem in haar toekomstplannetjes. Als slachtoffer van zijn eigen slappe gedrag verschijnt hij voor zijn eigen vrouw, lachend als een boer met kiespijn.
Reagan and Gorbachev. The chances for a breakthrough in U.S.-Soviet relations (Vintage Books 190 p., f23,45). In kort bestek pogen twee experts op het gebied van de onderhandelingspolitiek met de Sovjetunie een beeld te schetsen van de twee belangrijke ontmoetingen tusen Reagan en Gorbatsjov - Genève 1985 en Reykjavik 1986 - en de kans op een doorbraak in de onderhandelingen. Vooraf schetsen de auteurs het karakter van de wereldleiders en van hun huidige positie afgezet tegen die van hun voorgangers Richard Nixon en Leonid Brezjnev.
White water door Joyce Reiser Kornblatt (Laurel 218 p., f 16,65). Rose Fry reist af naar haar zoon Karl in Miami voor de bruiloft van zijn dochter Diana, die bij zijn ex-vrouw Florence woont. Karls broer Justin, die net als hij gescheiden leeft van zijn vrouw, is niet uitgenodigd voor de partij aangezien de broers gebrouilleerd zijn. De aanstaande bruid is zo zenuwachtig dat ze de nacht voor de trouwdag doorbrengt met een andere man. De gebeurtenissen rond het huwelijk worden in vijf delen en vanuit vijf verschillende perspectieven bekeken. Herinneringen doorspekken de actuele gebeurtenissen. Rose voelt zich opeens thuis in het nieuwe gezin van Karl en vertelt voor het eerst over de zelfmoord van haar vader; Justin denkt tijdens een niet ongevaarlijke missie naar Latijns-Amerika vooral aan zijn vrouw en kinderen; Diana kan de fysiek zo aantrekkelijke ex-vriend niet uit haar hoofd zetten. De wederzijdse verwijten en de herinneringen geven een rijk beeld van het pijnlijke heden en verleden van deze kleine groep mensen die toch zo dicht bij elkaar staan. Als lezer voel je je betrapt als je weer eens meeging met de haatdragende gevoelens van de ene persoon maar in het volgende hoofdstuk de zaak opeens van een totaal andere kant krijgt voorgeschoteld. De verraderlijkheid van emoties beschrijft Reiser Kornblatt in helder, vloeiend proza.
Der Deutsche Film der Fünfziger Jahre door Claudius Seidl (Wilhelm Heyne Verlag 304 p., f 16,90). Sinds er bioscopen zijn heerst er een crisis in de Duitse bioscoop. Omdat de Duitsers zelf de bioscoop niet hebben uitgevonden, lijkt het wel alsof ze een minderwaardigheidscomplex hebben over alles wat met films te maken heeft. Door de eigen critici zijn alle Duitse films altijd gekraakt. Pas als Amerikanen of Fransen een film prezen, konden ze waardering opbrengen voor hun eigen produkten. Filmers als Fritz Lang en Ernst Lubitsch zijn daar schoolvoorbeelden van. Ook de films uit de jaren vijftig zijn zonder uitzondering genadeloos neergesabeld: de opvatting dat in die tijd in Duitsland de slechtste films ter wereld zijn gemaakt, hangen nog velen aan. Seidl realiseert zich dat hij niet in staat is die mening werkelijk te veranderen, maar toch doet hij een poging door een overzicht te maken van wat er toen is gemaakt. Hij beschrijft in heldere zinnen de verschillende genres, wat er werkelijk werd getoond en hoe wij nu naar die films kijken. Met de vele foto's, de filmologie, een literatuuropgave en een register is dit een mooi boekje voor weinig geld.
Men have all the fun door Gwenneth Branfoot (Methuen Modern Fiction 282 p., f24,50). Vier jonge getrouwde vrouwen verlangen terug naar de tijd waarin ze nog een baan hadden in de stad en lunch-afspraken hadden of met collega's naar het café gingen. Nu zijn ze met handen en voeten gebonden aan man en kinderen. Ieder voor zich en samen proberen ze uit de sleur te komen en in plaats van de Tupperware-party iets opwindenders te vinden. Ergens anders in die Noordengelse stad vindt een keiharde confrontatie plaats tussen Anne en haar psychiater. Zij is als de dood dat hij geen zin heeft in de klachten van een zeurende gescheiden moeder van vier kinderen, maar ze heeft zichzelf lang genoeg op de achtergrond geplaatst en eist nu strijdvaardig aandacht op; geen groepstherapie dus, want dan moet ze weer rekening houden met anderen. Haar rancuneuze gedachtenstroom bevat vele rake observeringen. Waarom doen mannen altijd alsof vrouwen niks interessants te melden hebben zodra ze moeder zijn geworden? De wereld zou er raar uitzien als ook alle vaders de mond gesnoerd zou worden. De scènes bij de vier echtparen thuis zijn van een realistische treurigheid; de mannen werken hard, sporten en gaan naar de kroeg en bepalen met hun ritme het leven van de vrouwen. De vrouwen kunnen niet zomaar eens uit, dan moet er een oppas geregeld of manlief zit met een norse kop voor de buis. Of vrouwen in soortgelijke situaties van dit boek zullen genieten, vraag ik me af. Herkenning alleen is niet genoeg en de humor is toch te mager.
The man in the monkey suit door Oswald França, Júnior, in het Engels vertaald door Gregory Rabassa (Available Press 102 p., f20,35). ‘Hard times don't mean a thing. What matters is that you don't lose heart.’ Dat is het motto van de ik-figuur Alfonso, die sinds kort een eigen garage heeft. De problemen waarmee hij als kleine zelfstandige te maken krijgt zijn talloos; de monteurs zijn geen van allen echt goed maar toch weer niet zo slecht in hun werk dat hij ze wil ontslaan. Als niemand wegloopt voor problemen zal het wel lukken, denkt hij. Zijn verhoudingen met vrouwen zijn tegenovergesteld aan zijn werkhouding: in de liefde ontloopt hij problemen en neemt genoegen met dames die hij eigenlijk niet wil. Een relaas in staccatostijl geschreven dat je met een onbestemd gevoel achterlaat.
REINTJE GIANOTTEN