Gedicht
Terug
Vannacht reed ik met je naar wat je zei,
je zat voorop en riep wat je bedoelde.
Wij stopten bij de horizon, daar bloeiden
achter de lage dijk de sterrenvelden.
Toen kwamen kleine dieren uit de greppel
die steil opsprongen tussen jou en mij,
die aten van ons goed en met hun hoeven
verschrikkelijk tegen onze levens sloegen.
Wij veegden elkaar schoon en liepen verder:
kronen zouden wij vlechten; maar er kwam
wind over ijs en water aan geblazen
die ons naar huis en naar gebrek meenam.
Uit de bundel ‘Domicilie’ van Eva Gerlach (De Arbeiderspers, f35,-)