Geletterd?
60
In Geletterd? worden lezers uitgenodigd de drie hier afgedrukte citaten uit de Nederlandse literatuur te achterhalen: wie is de schrijver en (eventueel) uit welk boek? Uit de goede antwoorden (één of meer citaten goed) wordt één winnaar gekozen die zich mag verheugen op een boekenbon van f30, -. Inzendingen vóór donderdag 19 maart opsturen naar Geletterd? Vrij Nederland, Postbus 1254, 1000 BG Amsterdam. De oplossing staat in Geletterd? 61 van 28 maart. De citaten zijn gekozen door Diny Schouten.
INTERVIEW
1. | Wat moest ik bij dien man? Zou hij, die dagelijks zijn ontzettende zieleworstelingen op rijm zette, niet in lachen uitbarsten wanneer mijn stompzinnig hoofd in zijn deuropening verscheen? Maar zijn allerlaatste bundel ‘De Naakte Man’ (uit de hand gezet in Lutetia-letter op oud-Hollandsch wormvrij papier (...) gaf den doorslag: hier mocht niet langer geaarzeld worden. |
2. | ‘Dit is de historische kachel, waarin de held Frits van Egters watert,’ zei hij, na mij in een nogal zonderlinge leunstoel waarin een oranje zwemvest als kussen dienst deed, te hebben laten plaatsnemen. ‘Ik heb nog geprobeerd hem te verkopen, maar het Letterkundig Museum in Den Haag wilde hem niet hebben.’ |
3. | Wij heben gevraagd hoe of ie het dee,
dat schrijven van al die boeken.
We vroegen: eh... zóékt u altijd een idee,
of komt het van eigens? En toen zei hij: nee,
soms moet ik er wel eens naar zoeken. |
Oplossing nummer 59 van 28 februari (Voetbal):
1. | ‘Nu ik des nachts niet meer voor Abe Lenstra inval’: J.B. Charles, De andere wereld (in: Gedichten). |
2. | ‘Later in het eerste, denk er om, hoor!’: J.B. Schuil, De A.F.C.-ers. |
3. | ‘...ook onderkent dat Pietje Keizer waar is’: Nico Scheepmaker, Dommepraat. |
Winnaar: E. Veenstra, Rhenen.