Onvervaard grimmige bekentenissen
Anthony Burgess' autobiografie, de eerste veertig jaar
Little Wilson and Big God Being the First Part of the Confessions of Anthony Burgess Uitgever: Heinemann, 448 p. f52,20
Maarten 't Hart
Anthony Burgess doet mij in veel opzichten aan Vestdijk denken. Hij is even produktief als de reus van Doorn. Net als Vestdijk was hij veel liever musicus, componist geworden dan schrijver. Burgess heeft zelfs aardig wat gecomponeerd. In 1982 zond de BBC zijn muzikale versie van Ulysses van Joyce uit. Hij heeft verschillende symfonieën gemaakt; de Sinfoni Melayu heb ik eenmaal gehoord. Zeker geen slecht werk; de muziek lijkt op die van Peter Warlock. Net als Vestdijk schreef Burgess gedichten, talloze essays, gewone en historische romans. Net als Vestdijk heeft hij een romantrilogie geschreven die hij ‘symfonie’ noemt (de Malayan-trilogie) - eerste deel Allegro, tweede deel Scherzo, derde deel Largo - vergelijk de Victor Slingeland-symfonie). Net als Vestdijk is hij op latere leeftijd getrouwd met een veel jongere vrouw en heeft hij, als vrij oude man, alsnog kinderen gekregen. Zijn romans hebben, met hun dubbele bodems, hun wrede ironie, hun koele, haast gevoelloze inslag, hun genadeloze humor ook iets Vestdijk-achtigs, maar Burgess is - en ik geloof dat hij dat ook zelf beseft - geen groot romanschrijver. Zijn essayistisch werk is veel boeiender. Van zijn bekendste werk, A Clockwork Orange, zegt hij zelf in zijn boek over Lawrence: ‘Het boek waardoor ik het meest bekend werd, of alleen maar door bekend werd, is een roman die ik wel wil verloochenen: geschreven een kwart eeuw geleden, een jeu d'esprit er uit gegooid voor geld in drie weken.’
Anthony Burgess
Nu Burgess zeventig jaar is geworden, leek hem de tijd gekomen om een eventuele biograaf vóór te zijn. Had Vestdijk dat nu ook maar gedaan, dan was ons de beschamende vertoning rondom de binnenkort te verschijnen Vestdijk-biografie bespaard gebleven. Het lijkt mij dat Burgess echt van plan is geweest (en nog is: er zal een tweede deel verschijnen) om een biograaf alle gras voor de voeten weg te maaien. Zelden heeft iemand zijn leven, zijn karakter en zijn daden met zulk een rauwe, grimmige, genadeloze vastberadenheid op papier gezet. Burgess spaart zichzelf absoluut niet. Hij stelt zichzelf niet voor als een goed mens. Hij is er niet op uit de lezer voor zich in te nemen. Integendeel: het lijkt wel alsof hij met sardonisch plezier de lezer heeft willen afschrikken, afkeer heeft willen inboezemen. Maar toch ben je als lezer steeds geneigd hem de hand boven het hoofd te blijven houden. Dat komt omdat Burgess wel een heel ellendige start heeft gemaakt in het leven. Geboren in 1917 als Jack Wilson in Manchester, van Ierskatholieke afkomst, was hij twee jaar later al half wees. Toen zijn vader begin 1919 thuiskwam uit de Eerste Wereldoorlog vond hij zijn vrouw en dochter dood (Spaanse Griep). Aldus groeide Jack Anthony Burgess Wilson moederloos op. Zijn vader hertrouwde. Zijn stiefmoeder haatte het kind en joeg het steeds de straat op omdat zij het in de pub te druk had om zich om hem te bekommeren. Je verbaast je erover dat Burgess toch nog zo goed terecht is gekomen en zich, ondanks deze achtergrond, toch al zo vroeg muzikaal en literair heeft weten te ontwikkelen. Hij studeerde Engels aan de Universiteit van Manchester. Na het behalen van zijn graad moest hij in dienst; hij kwam daarbij ten slotte terecht in Gibraltar. Zijn tijd daar heeft hij op zijn gebruikelijke sardonische wijze beschreven in A vision of Battlements. Na zijn diensttijd doceerde Burgess aan verschillende onderwijsinstellingen. Vervolgens werd hij uitgezonden naar
Maleisië en Brunei (1954 tot 1959). Eenmaal weer terug in Engeland kreeg hij van een arts te horen dat hij nog een jaar te leven had. Daarop besloot Burgess dat laatste jaar snel een roman te schrijven teneinde zijn vrouw niet onverzorgd achter te laten. Aldus werd de schrijver Burgess geboren.