Kreeftegang
Het is niet zonder reden dat deze verklaring van Guido wordt gevolgd door twee regels wit en dat de aandacht op iets anders wordt gericht. ‘Hij leeft vooruit, zij achteruit’: daar is de verhouding tussen Guido en Barbara zo kernachtig mee samengevat dat er even tijd moet zijn om het te verwerken. Het moment is ook strategisch goed gekozen: tegen het einde van de novelle, die niet op de gebruikelijke manier een relaas vertelt, maar in de kreeftegang. vanuit het heden achteruit naar het verleden. Hiermee is ook in de vorm van de novelle het achteruit leven van Barbara uitgedrukt, maar ik vraag me af of het wel iets méér is dan een manier om te ontkomen aan een anders nogal conventionele vertelling. Tessa de Loo kleedt de hoofdstukken zo in dat je niet direct in de gaten hebt dat ze weer een stapje terug in de tijd gedaan heeft. Bezwaarlijk is deze vorm niet, zeker niet als ik het sterke slot in aanmerking neem.
Waar in Colette's Chéri over de gedachten van Lea staat: ‘Soms boezemde het uiterlijk van deze minnaar, die zij een beetje verachtte, haar een soort van eerbied in. “Zó mooi zijn, dat is een vorm van adeldom”, dacht ze’, vinden we bij Tessa de Loo over de gedachten van Barbara: ‘Na enkele weken drong het tot haar door dat ze een hekel aan hem had. Hij was te mooi om waar te zijn.’ Op deze dubbele gevoelens - een beetje haat en het idee hier te maken te heben met een perfect exemplaar van de mannelijke kunne - slaat het slot van de novelle terug waarin de eerste echte ontmoeting tussen Guido en Barbara wordt beschreven. Wanneer ze staan te praten lacht hij voor het eerst, en dan ziet ze waar ze heimelijk op heeft gewacht toen ze hem alleen nog als leerling kende: ‘Hierbij openbaarde zich eindelijk de fascinerende, vertederende fout: zijn hoektanden waren onderontwikkeld, waardoor hij ineens een dwaze, ietwat hulpbehoevende aanblik bood.’ Vanaf dit moment zou men de novelle weer in omgekeerde richting moeten kunnen lezen. Wat de lezer pas aan het slot te weten komt heeft Barbara vanaf het begin in haar hoofd gehad.
Tessa de Loo
Hoe bescheiden van omvang ook, Het rookoffer is geen simpel verhaal achterstevoren verteld. Het offer waaraan de novelle zijn titel ontleent is een trivialiteit met grote gevolgen. Omdat Barbara niet tegen rook kan heeft ze voorgesteld dat er op school niet gerookt mag worden door de leerlingen. Deze maatregel wordt door één geregeerd: Guido. Hij wordt tot drie keer toe gesnapt terwijl hij aan het roken is. Dat leidt tot zijn schorsing, een pijnlijke zaak nu hij voor zijn eindexamen zit. Hoewel zij zelf voor de maatregel verantwoordelijk is, verdedigt Barbara Guido wanneer het erop aankomt de schorsing op te heffen. Die verdediging, dat wordt haar offer, want die roept bij haar collega Beverman de rancune boven die hij al een tijdje tegen haar koestert omdat ze niet op zijn avances is ingegaan. Tijdens een vergadering onthult hij dat Barbara's verdediging van Guido meer is dan het in het oog houden van het belang van een leerling: zij hebben een liefdesverhouding. Had Barbara Guido niet verdedigd, dan was zijn schorsing gehandhaafd en had zij hem een jaar langer bij zich kunnen hebben, nu zal hij slagen en uit haar leven verdwijnen.
Het rookoffer heeft enigszins te lijden van het feit dat het verhaal over een liefde tussen een leraar en leerling hier niet voor het eerst wordt verteld. Dit bezwaar verdwijnt nagenoeg door de manier waarop Tessa de Loo de romans van Colette in het verhaal verwerkt, en door de subtiele psychologie die ze deze liefdesverhouding geeft. Die is een hommage aan Colette.
■