Pockets
Getting Published. The writer in the combat zone door Leonard S. Bernstein (Quill. William Morrow 161 p., f26,25). Iedereen die voorzichtige schreden zet als free-lance journalist of een kort verhaal gepubliceerd zou willen hebben in een literair tijdschrift, kan ik dit boekje aanraden. De auteur geeft schrijfcursussen én heeft zelf moeite moeten doen om zijn artikelen geplaatst te krijgen. Máár hij weigert, in tegenstelling tot veel van zijn studenten, de redacteuren van kranten, tijdschriften en uitgeverijen er de schuld van te geven als iets niet geaccepteerd wordt. In dit boekje stelt hij op een no-nonsense-manier een aantal relevante vragen: schrijf je werkelijk of lijkt het je alleen fijn om schrijver te zijn of om je naam in drukletters te zien? Waar is je verhaal? In je bureaula omdat het nog niet perfect is? Lees dan maar je weekblad dan zie je dat geen enkel artikel perfect is. Is je verhaal al drie keer geweigerd, niet zeuren, je hebt nog vele mogelijkheden; The New Yorker en Redbook zijn niet de enige publikatiemogelijkheden. Blijf schrijven en blijf insturen, dat is het advies. Bernstein adviseert met grote klem, nooit je stukken aan vrienden te laten lezen. Zit je klem, kun je geen woord meer op papier krijgen? Begin dan met een boodschappenlijstje, een brief aan een vriend of schrijf je verhaal gewoon slecht! Ook al verschilt de Amerikaanse markt van de onze, de strekking van verhaal en adviezen zijn ook op de Nederlandse schrijver van toepassing. Omdat Bernstein goede raad geeft over honorering, over schrijfangst, over te maken afspraken en tal van andere zaken, slik je alle felle kritiek en kun je niet anders dan aan de slag gaan.
Fielding's People's Republic of China 1987 door Ruth Lor Malloy en Priscilla Liang Hsu (Fielding Travel Books 610 p., f46, -). Nu China als vakantieland zo populair is geworden, verschijnen er vele reisgidsen op de markt. Tegen de bijgewerkte gids van Fielding heb ik nogal wat bezwaren. Natuurlijk is het een waanzinnige klus om een gigantisch land als China in één boekwerk te krijgen, maar als je het doet moet het goed zijn. Het is onverteerbaar dat een van de mooiste steden (Kasjgar) in één pagina wordt afgedaan met een droge beschrijving van de obligate bezienswaardigheden zonder dat het bijzondere, welhaast middeleeuwse karakter van de stad getypeerd wordt; een stad waar, zoals ik zelf heb gezien, gehandeld wordt in alles wat maar los en vast zit, en waar het openbaar vervoer slechts bestaat uit platte tweewielige karren met paard of pony ervoor. De eigengereidheid van de bevolking blijkt vooral uit het feit dat de Pekingtijd niet wordt aangehouden: de klok midden in de stad geeft twee uur eerder aan dan de officiële tijd. Niets hierover. Maar ook de praktische tips laten te wensen over. Aan de mededeling dat er twee hotels zijn heb ik niets; ik wil een typering zodat een keus gemaakt kan worden. Enerzijds lijken de schrijfsters bang oordelen te vellen of kritiek te laten horen, anderzijds leggen ze je taken op: ‘Go for a walk by yourself or with one friend and a copy of this book.’ Ik verzin zelf wel wat te doen en neem dan graag een degelijke, en amusante reisgids mee, zoals The China Travel Survival Kit met prachtige foto's in plaats van dit gortdroge boek met slecht afgedrukte zwart-witfoto's. Ook is zo juist The Rough Guide to China verschenen van Catharine Sanders, Chris Stewart en Rhonda Evans (Routledge & Kegan Paul-paperback, 594 p., f37,50).
How to massage your cat door Alice M. Brock (Penguin Books 32 p., f21,90). Een grappig boekje met mooie illustraties voor de liefhebber van katten die tegen een stootje kan. Een grote oranje kat wordt door enorme gele handen op een roze handdoek ‘lieflijk’ maar onmogelijk gemasseerd. Het arme beest lijkt wel een bal deeg; toch staan de ogen zó alsof hij ligt te genieten. ‘Stand squarley in front of cat and grasp it by both ears, press firmly back till you hear the click.’ Vooral mensen die stapeldol zijn op katten liggen slap van de lach. Op de achterflap wordt van de schrijfster vermeld dat zij de Alice is uit Alice's Restaurant. ‘She lives in America and has one cat left.’
The Editor's Choice III. The best short fiction for 1986 samengesteld door George E. Murphy, jr. (Bantam Books 274 p., f33,80). De verhalen in deze bundel zijn gekozen door redacteuren van een aantal Amerikaanse tijdschriften, literaire en algemene bladen, als Redbook en Harper's. Van Ellen Wilbur is het beklemmende verhaal ‘Safe’ opgenomen. Een zevenjarig Newyorks jongetje dagdroomt van zijn moeder die als serveerster in een restaurant en als werkster bij een welgestelde familie werkt. 's Avonds in bed vertelt zij hem altijd over het mooie huis dat ze poetst. De kleine mag niet alleen buiten spelen omdat de buurt te gevaarlijk is. De bezorgdheid van de moeder slaat over op joch dat iedere avond angstig zijn moeder opwacht. De angst en het verlangen naar een mooi veilig huis culmineert in een prachtige kinderdroom. Van Deborah Eisenberg is uit Vanity Fair ‘A lesson in travelling light’ opgenomen, een verhaal in de ik-vorm over een meisje dat met haar vriend langs zijn oude kennissen trekt, totdat zij zich realiseert slechts toeschouwer te zijn in de voor hem volstrekt vanzelfsprekende gebeurtenissen. Een spannende bundel met verhalen van ‘nieuwe’ auteurs als Bob Shacochis, Tobias Wolff en T. Coraghessan Boyle. Het lijkt er inderdaad op, zoals in het voorwoord wordt gesteld, dat het korte verhaal weer helemaal kan.
American Wives. Thirty short stories bij women samengesteld en ingeleid door Barbara H. Soloman (A Mentor Book 408 p., f20,35) bevat niet zoveel nieuws. In deze bundel over het huwelijk stamt het oudste verhaal uit 1852 en is van Elizabeth Stuart Phelps, het meest recente is van Bobbie Ann Mason uit 1982. De verhalen variëren van zoetsappig tot voor ons te opgelegd emancipatoir, van tijdloos indrukwekkend tot knetterend herkenbaar. Gelukkige en ongelukkige verbintenissen, het niet onverdeelde genoegen van kinderen, jaloezie en geborgenheid zijn onderwerpen van Ann Beattie, Katharine Anne Porter, Alice Adams, Kate Chopin en zesentwintig andere dames van wie ook een korte biobibliografie is opgenomen.
Op goedkoop papier en met een ongehoord lelijk omslag brengt Heyne Verlag een vuistdik jubileumboek op de markt voor een aantrekkelijke actieprijs, Deutsche Erzähler des 20. Jahrhunderts samengesteld door Günther Fetzer (716 p., f13,25). Van Hugo von Hofmannsthal en Rainer Maria Rilke tot Herman Burger en Botho Strauss; meer dan tachtig verhalen van de bekendste auteurs, waarmee de uitgever pretendeert een overzicht te geven van de Duitse literatuur van de twintigste eeuw.
REINTJE GIANOTTEN