Grenzeloze gemakzucht
Vrouwelijk chauvinisme in bloemlezing van dichteressen
Dit maakt ons ademloos bij haar geluid; De mooiste gedichten door vrouwen geschreven Samengesteld en ingeleid door Maaike Meijer en Annettje Dia Huizinga. Uitgever: Sijthoff, 271 p., f24,75
Diny Schouten
Dit maakt ons ademloos bij haar geluid, noemden Maaike Meijer en Annettje Dia Huizinga hun bloemlezing van ‘de mooiste gedichten door vrouwen geschreven’. Ademnood is niet het enige risico dat de lezeres bedreigt; ik vreesde een hartstilstand. Het is dus zaak om kalm te blijven. Dat kost moeite, want er is veel aan deze bundel waarover men zich kan opwinden.
Het begint er al mee dat Meijer en Huizinga zich in de inleiding excuseren voor het ontbreken van gedichten van Ida Gerhardt, M. Vasalis, F. Harmsen van Beek en Anneke Brassinga. Die weigerden toestemming. Desondanks staat in het voorwerk - bij wijze van opdracht? - Gerhardts gedicht ‘Sappho’ afgedrukt, kennelijk om de titel van de bundel eruit te kunnen ontlenen. Dat maakt een hoogst ongemanierde indruk. Een nog onfatsoenlijker annexering is die van Middelnederlandse anonieme teksten. ‘Tot hun grote verrassing’ troffen de samenstelsters in liederen uit de Middeleeuwen teksten aan ‘met een vrouwelijk lyrisch subject, een vrouwelijk “ik”’, zodat ze reden zagen om in hun bundel van ‘de mooiste gedichten door vrouwen geschreven’ Het lied van Heer Halewijn, Het waren twee koningskinderen en Het daghet in het oosten op te nemen. Ei zo, voortaan nemen we aan dat Eline Vere door Louise Couperus geschreven is, zeker?
De bloemleesters zijn erg enthousiast over in de vergetelheid geraakte dichteressen als Kitty Josselin de Jong, Hella Haasse, Cita Golterman-Van Dijk, Cor Klinkenbijl en Harriët Laurey. Het ligt aan het mannelijk chauvinisme der critici dat nooit van hen maar altijd van Achterberg, Nijhoff, Lucebert en Kopland zoveel studie wordt gemaakt, klagen Meijer en Huizinga. Jammer dat de hervonden prachtwerken zo weinig doen om hun stelling te ondersteunen.
De bloemlezing is geordend naar ‘sekseneutrale’ en ‘sekse-specifieke’ thema's: zelfbeelden, humor, seks, politiek engagement, grootouders, oud en ziek, transformatie, seksuele politiek, vriendinnen, moeder en dochter. In de afdeling ‘transformatie’ zijn gedichten van Hadewijch, Andreas Burnier, Elisabeth Eybers en Hanny Michaelis bijeen geplaatst; ze krijgen er allemaal iets heel mystieks van. ‘Het lied van het ijzersterke meisje’, een lang episch gedicht (vier volle bladzijden) van Annettje Dia Huizinga moet kennelijk gelezen worden als ‘zelfbeeld’ van de samenstelster, want in die afdeling staat het. Het zou ook in de rubriek ‘humor’ hebben gekund, maar daar staat al een hoogst ernstig gedicht, ‘De zee zingt eindelijk haar protestsong’ van Ineke van Mourik. ‘Het lied van Heer Halewijn’ valt onder seksuele politiek; ik geef dadelijk toe dat het voorbeeld van de kordate koningsdochter die de vrouwenverkrachter Halewijn een kopje kleiner maakt, stimuleert tot politieke daadkracht.