Brieven
Zwart en Nationaal Front
In de bespreking van mijn boek Zwart en Nationaal Front in de Boekenbijlage van 17 januari stelt Jan Meyers de vraag wat mij drijft om na de recente publikatie van G.R. Zondergeld nogmaals aandacht te besteden aan deze bewegingen. De vraag had beter kunnen luiden wat Zondergeld heeft bezield om met zijn boek te komen. De kwestie is namelijk dat hij heeft geprofiteerd van een publikatieverbod dat mij begin 1984 was opgelegd door het Ministerie van Justitie.
Aan mij was toestemming verleend om enkele dossiers van dit ministerie te raadplegen op voorwaarde dat gegevens die daaraan waren ontleend slechts zouden worden gepubliceerd in een dissertatie. Toen mij echter enkele jaren na voltooiing van de concept-tekst duidelijk werd dat de Katholieke Universiteit Brabant niet accoord zou gaan met een promotie over dit onderwerp wilde ik het manuscript na lezing en goedkeuring van enkele deskundigen als een gewone wetenschappelijke uitgave laten publiceren door de Utrechtse uitgeverij HES.
Na enkele maanden echter kreeg ik van het Ministerie van Justitie te horen dat men de eerder verleende toestemming tot publikatie introk, omdat het nu geen proefschrift meer betrof. Om mijzelf en de uitgever moeilijkheden te besparen heb ik toen van publikatie afgezien en heb ik een nieuwe promotor gezocht. De gehele procedure moest daarna opnieuw beginnen. Van de kleine twee jaar die dit kostte, heeft Zondergeld - die overigens op de hoogte was van het verbod tot publikatie - gebruik gemaakt om voornamelijk op basis van enkele afstudeerscripties zijn ‘eerste wetenschappelijk verantwoorde studie’, zoals de flaptekst meldt, te vervaardigen en enkele weken voor mijn promotie te presenteren.
Het gedrag van Zondergeld kan men omschrijven als oncollegiaal en onfatsoenlijk. Maar er is nog een aspect aan deze zaak. De aankondiging van Zondergelds boek zou menige uitgever tot het besluit hebben gebracht af te zien van nog een boek over dit onderwerp. Dat is nu niet gebeurd. Ik denk echter - en ik weet dat ik hierin niet alleen sta - dat bijvoorbeeld de financiers en beschermers van Arnold Meijer, die in mijn boek wel zijn vermeld en in Zondergelds studie ongenoemd zijn gebleven een dergelijke gang van zaken zeker niet zouden hebben betreurd.
In Nederland bestaat geen openlijke censuur, zoals in linkse en rechtste dictaturen. Maar dat betekent niet dat het voor personen of instellingen met de juiste relaties onmogelijk is het verschijnen van hen onwelgevallige pukaties te verhinderen of ernstig te bemoeilijken.
Eindhoven
Hans Schippers