Poesjkin en d'Anthès
Vervolg van pagina 1
uit Poesjkins roman in verzen Jevgeni Onjegin. Tatjana was verliefd op Onjegin, een dandy à la d'Anthès. Maar deze Onjegin komt er pas achter wat zijn ware gevoelens voor Tatjana zijn als ze al lang en breed is getrouwd. Te laat. Beleefd wijst ze hem de deur met de woorden:
‘Ik houd van u (wat zou ik het verbergen)
Maar ik behoor een ander toe
En blijf hem eeuwig trouw.’
Ook d'Anthès staat onverschillig tegenover de literatuur, zeker tegenover de Russische, want hij spreekt de taal nauwelijks (hoewel de tsaar hem dringend had geadviseerd Russisch te leren). Voor hem was Poesjkin eerst en vooral een jaloerse echtgenoot en een liberaal bovendien. De omschrijving ‘homme de lettres’ was in zijn ogen een spotnaam.
Van Heeckeren liet geen gras groeien over zijn bedoelingen met d'Anthès. Al in 1834 had hij een reis ondernomen naar de Elzas om kennis te maken met de familie van George. De partijen vielen bij elkaar in de smaak. Begin 1836 schrijft vader d'Anthès: ‘...je renonce de tous mes droits de père sur George d'Anthès...’ en hij staat Van Heeckeren toe ‘...à l'adopter pour votre fils’. Dat laatste bleek formeel niet mogelijk, maar een Koninklijk Besluit van 5 mei 1836 vermeldt, dat George-Charles d'Anthès en zijn nageslacht het recht krijgen de naam Van Heeckeren te dragen. Bovendien wordt George erfgenaam. Hij was nu dus een Van Heeckeren en behoorde daarmee definitief tot de clan van Nesselrode, tot de aartsvijanden van Poesjkin.
De dichter voelde zich steeds meer bedreigd. Hij werd belasterd en bestookt met anonieme brieven. In november 1836 kreeg hij een in het Frans gesteld ‘diploma’ met de volgende tekst: ‘Les Grands-Croix, Commandeurs et Chevaliers du sérénissime Ordre des Cocus, réunis en Grand Chapitre sous la présidence du vénérable Grand Maître de l'Ordre, S.E.D.L. Narychkine, ont nommé à l'unanimité M. Alexandre Pouchkine coadjuteur du Grand Maître de l'Ordre des Cocus et historiographe de l'Ordre. Le secrétaire perpétuel: Cte J. Borch’
De tekst was voor de goede verstaander overduidelijk. De naam Narychkine bijvoorbeeld was niet toevallig opgenomen. Deze man was namelijk getrouwd met Maria Antonovna, een maîtresse van tsaar Aleksander I. De auteur leek hiermee te willen suggereren dat er een soortgelijke verhouding bestond tussen Nicolaas I en Natalja en dat Poesjkin als kamerheer van Nicolaas betaald werd voor door zijn vrouw bewezen diensten. Hij was des duivels. Voor hem stond vast dat Van Heeckeren de auteur was. (Pas in 1927 kon door een handschriftkundige van de Leningradse universiteit worden bewezen dat de brief was geschreven door prins Pjotr Dolgoroekov, een morbide geest uit de kringen rond Nesselrode.)
Poesjkin wilde een duel. Van Heeckeren kon als diplomaat niet duelleren, dus moest zijn adoptiefzoon als naaste verwant de honneurs waarnemen. Ontkennen hielp niet. Een bewijs van onschuld leveren was moeilijk en zonder meer een duel uit de weg gaan zou een afgang betekenen. De paniek sloeg toe bij Van Heeckeren, die vreesde voor zijn zoon en zijn carrière. Met al zijn overredingskracht probeerde hij Poesjkin van diens voornemen af te brengen. Werkelijk geroerd door Van Heeckerens opgezwollen gezicht en betraande ogen stond de dichter twee weken uitstel toe. ‘Le poète était un fameux naïf,’ merkt Henri Troyat droogjes op in zijn volumineuze biografie over Poesjkin. Dat bleek. Van Heeckeren ging campagne voeren en hij had zijn verhaal klaar. George was helemaal niet verliefd op Natalja, maar had juist belangstelling voor haar zus Jekaterina, met wie hij zelfs wilde trouwen. Dat betekende dat Poesjkin zou gaan duelleren met zijn zwager, wat natuurlijk uitgesloten was. D'Anthès wist nog van niets, want hij had elders militaire verplichtingen en hoorde het hele verhaal pas toen hij terugkeerde in Petersburg. Hij was diep verontwaardigd. Verliefd op Jekaterina was hij niet en bang evenmin, ook al stond Poesjkin bekend als een goed duellist.
En Jekaterina? Ze wist niet wat haar overkwam, of misschien ook wel, maar ze vond alles best, want ze was hevig verliefd op d'Anthès en wilde niets liever dan zo veel mogelijk bij hem zijn. Trouwens, dat er nu helemaal niets was tussen die twee wordt door Vladimir Nabokov ontkend in de annonaties bij zijn Onjegin-vertaling. Hij weet te melden dat Jekaterina al in juli 1836 zwanger was geraakt van George. ‘A circumstance carefully camouflaged in the annals of the Van Heeckeren-d'Anthès family’. Hoe het ook zij, het was voor George allemaal geen reden om zijn geflirt met Natalja te staken. Ook niet toen hij Jekaterina uiteindelijk toch een huwelijksaanzoek deed. ‘Which was high time he did,’ aldus Nabokov, ‘since she was now five months with child.’ De overtuigingskracht van de ambassadeur zal zeker ook een steentje hebben bijgedragen aan dit besluit. Zo wist hij als positief punt bij George naar voren te brengen dat hij door met Jekaterina te trouwen in ieder geval een alibi had om voortdurend in de buurt van Natalja te zijn. (Waarmee Jekaterina haar rol als intermediair mocht voortzetten.) Bovendien zag ze er bepaald niet slecht uit. Ze was slank, had fraai gevormde schouders, doordringende ogen, ze was charmant en zou zeker een goede moeder zijn. Maar de officiële versie van het verhaal was nu juist dat Van Heeckeren haar geen goede partij vond, wat gezien de slechte verhouding met Poesjkin begrijpelijk was. Op 22 januari 1837 vond het huwelijk plaats. Het duel leek daarmee definitief van de baan, maar de verhoudingen waren er niet beter op geworden. Metman omschrijft het aldus: ‘Après le mariage les rapports des deux ménages restèrent corrects bien que froids.’ Het kwam erop neer dat Poesjkin geen contact meer wilde met zijn nieuwbakken zwager. Hij wees hem de deur.