Beau garçon
Van Heeckeren, in 1792 in Zuthpen geboren, behoorde tot een van de oudste families in Nederland. In zijn jeugd had hij gediend op de vloot van Napoleon, maar in 1815, bij het ontstaan van het Koninkrijk der Nederlanden, was hij diplomaat geworden. In 1823 ging hij als zaakgelastigde naar Petersburg, waar hij in korte tijd een invloedrijk figuur werd. Zo mocht hij zich rekenen tot de intimi van graaf Nesselrode, de machtige minister van Buitenlandse Zaken, die hem waardeerde om zijn scherpe geest, zijn vlotte tong, maar bovenal om zijn royalistische opvattingen. Van Heeckeren maakte daar dankbaar gebruik van en wist zich ook financieel aardig omhoog te werken. Kortom: d'Anthès was een belangrijk man tegengekomen en die zou zich volledig voor hem inzetten. Wat bewoog Van Heeckeren? Petersburg raakte er niet over uitgepraat. Was d'Anthès zijn natuurlijke zoon? Dat leek niet erg waarschijnlijk, want de ambassadeur werd ervan verdacht homoseksueel te zijn. Hij was niet getrouwd en men had hem nog nooit op een maîtresse kunnen betrappen. Was d'Anthès misschien een bastaard van Charles X? Of moeten we Louis Metman (een latere schoonzoon van d'Anthès) geloven, die beweert dat een dergelijke vriendschap van twee families met een zelfde culturele achtergrond heel gewoon was? Het zou kunnen, maar Metman beweert wel meer in zijn biografie over de familie d'Anthès, die leest als een heiligenleven. Hoe dan ook, het was duidelijk dat Van Heeckeren helemaal wegliep met deze beau garçon.
Vrij snel na zijn aankomst in Peterburg werd George d'Anthès, net 22 jaar, ingelijfd bij het zevende eskadron van de reservecavalerie der garde van tsarina Aleksandra, die tot haar huwelijk Charlotte van Pruisen heette. Hij kreeg bovendien een flinke toelage om zijn uitrusting te bekostigen. De aanbevelingen van Friedrich Wilhelm III hadden in Rusland wél succes. Het officiersexamen was een formaliteit. ‘De baron d'Anthès en de markies van Pina, twee koningsgezinden, zullen rechtstreeks als officier in de garde worden opgenomen. De garde beklaagt zich,’ schreef Poesjkin in zijn dagboek. De nieuwe gardist bleek zich maar weinig te bekommeren om de plichten die aan zijn militaire status waren verbonden. In totaal kreeg hij 44 openbare berispingen tijdens zijn korte verblijf in het leger. Zijn carrière in het mondaine leven verliep ondertussen voorspoedig.
Hij kon goed overweg met de wals en de mazurka, hij was modieus gekleed, had een grappig accent, was geestig en: hij zag er goed uit. Gespierd, mooie ogen, golvend haar, een fijn snorretje. De dames waren weg van hem. Tot zijn aanbidsters behoorde ook Natalja Gontsjarova. De twee dansten, flirtten, wisselden briefjes uit en zagen elkaar zo veel mogelijk. Niettemin scheen Natalja er niet over te denken haar echtgenoot, Poesjkin, te bedriegen. Weliswaar begreep ze niet veel van zijn poëzie en had ze er ook geen belangstelling voor, maar ze kende wel, net als iedereen, de figuur van Tatjana. Dat was de heldin
Vervolg op pagina 4