De boekcorner van... Goos Verhoef!
Van alle klanten is meneer van Dungen mij een groot raadsel. Wie of wat is hij? Is hij een geleerde of professor misschien wel? Elke vrijdagmiddag rond vijf uur schuift hij binnen met zijn petje en zijn brilletje en zijn versleten bruine aktentasje. Daarin gaan Elseviers Weekblad een doosje Schimmelpennincksigaren en een puzzelblad van de moeilijkste categorie. Dat weet u misschien niet maar de vele Denksportbladen die ik verkoop zijn voorzien van één of meer sterren naar gelang de moeilijkheidsgraad. Dat gaat van de eenvoudige puzzels in Denksport Piccolo met één ster tot de Denksport Geheel Doorlopende Doorlopers met vijf sterren. Vorige keer kocht hij zelfs de nieuwste uitgave: de Denksport Super Monsterdoorlopers met zes sterren wat betekent Supermoeilijk! Die zijn zo moeilijk dat ik in de eerste al bij de eerste regel van links naar rechts zou blijven steken. Voorbeeldje? 1 meubel; meubel; bevloeiing; tabel. Nou het is dat achterin de oplossingen staan. U had in de hokjes van de Supermonsterdoorloper moeten invullen: BIJZETTAFELTJEPORSELEINKASTIRRIGATIELIJST. Nummer één van boven naar beneden: meubel; specerij; deel v.h. jaar. Dat wordt dan: BOEKENKASTSAFFRAANOKTOBER. Ga zo maar door met 25 rijtjes van links naar rechts en 39 van boven naar beneden en dan heb je er 1 van de 14 opgelost. Meneer van Dungen moet dus heel wat in zijn mars hebben als hij de Super Monsterdoorlopers aan kan. Ik ben geloof ik nog te stom voor de Denksport Piccolo eerlijk waar.
Dat meneer van Dungen een knappe kop heeft merk je ook aan andere dingetjes. Hij wil altijd een bonnetje dus dat schrijf ik uit en moet dan zonder kassa optellen. Uit het hoofd dus. En net als ik daarmee begin zegt hij: 12,85. En geloof maar dat het tot op de cent klopt. En aan zijn spreekwoorden natuurlijk. Als ik iets zeg antwoordt hij meestal met een spreekwoord. En die zijn soms ook supermoeilijk. Toen ik een keer zei dat hij misschien beter tweemaal het vierwekelijkse Denksport Doorloperboek kon kopen in plaats van eenmaal de achtwekelijkse Denksport Geheel Doorlopende Doorlopers (volgens mij meer denkwerk voor zijn geld) zei hij: Ach meneer Verhoef, men moet de wind niet door de hekken laten waaien! Ik zeg altijd maar gauw: Zo is het maar net meneer van Dungen. Maar 's avonds denk ik: men moet de wind niet door de hekken laten waaien... en pijnig ik m'n kop suf. Iets in de wind slaan dat weet ik. Met alle winden meewaaien. Het gaat hem of haar voor de wind. De wind eronder hebben. Maar ik kom niet uit die wind door die hekken. Ik denk alleen: waarom niet? Waarom zou je de wind niet door de hekken mogen laten waaien. Op zich is het een geinige zin maar wat bedoelt meneer van Dungen ermee. Een voordeeltje mag je niet laten lopen? Zoiets?
Ik heb dat trouwens wel meer met spreekwoorden. De appel valt niet ver van de stam. Dat weet ik. Dat de zaak vroeger Sigarenmagazijn Piet Verhoef heette spreekt boekdelen. (Hij heeft nog een tijdje Piet Verhoef & Zoon geheten.) Hoge bomen vangen veel wind. Weet ik ook. Als je bijvoorbeeld minister bent dat je dan veel drek naar je hoofd gegooid kan krijgen. Ik noem maar wat. Maar: Het zijn niet allen koks, die lange messen dragen zoals meneer van Dungen laatst tegen me zei en bij god als ik weet in welk verband? Als je dat spreekwoord neemt voor wat er staat lieg ik niet als ik zeg: Zo is het maar net meneer van Dungen. Want wat er allemaal in een weekend wordt afgestoken lees je elke maandag in de krant. Maar wat is de bedoeling achter het spreekwoord. Daar zit ik mee. Zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten. Was ik die waard en gaf meneer van Dungen mij een steekje onder water? Ik zou dat wel willen weten maar waar vind je dat?
Daarom was ik zo blij met een serie boekjes waarin delen als Chinese wijsheden, Levenswijsheden en Wijsheid uit het Oude India. 9,90 het stuk. Aha dacht ik. Als ik nou 's een paar van die Oosterse wijsheden uit mijn kop leer kan ik meneer van Dungen misschien 's antwoorden met een spreekwoord waar hij niet van terug heeft. Dus nam ik een avond het deeltje Wijsheid uit het Oosten mee naar boven en ik las: Neem geen gouden zwaard, als je een radijsje wilt snijden. Een Japanse zegswijze en een hele mooie vond ik. Maar wat betekent hij? Dat je niet teveel hooi op je vork moet nemen? En deze Chinese: Geen naald heeft twee punten. Je kan je afvragen of dat wel waar is, want ik als vrijgezel moet nog wel eens een knoop aan een jas naaien en ik kan u verzekeren dat je je aan de kant van de naald waar de draad doorheen gaat ook behoorlijk kan prikken. Maar wanneer kan ik zeggen: Ach meneer van Dungen u moet maar zo denken, geen naald heeft twee punten? Maar dan moet het wel kloppen want meneer van Dungen is er zo een die gerust zegt: Hoe bedoelt u meneer Verhoef geen naald heeft twee punten en dan ga je af als een gieter.
Ik ken nu een heleboel Oosterse wijsheden uit mijn hoofd maar ik weet niet wat ik ermee moet beginnen. Nog een Chinese bijvoorbeeld. De best gesloten deur staat wijd open. In de tijd dat ik daarover heb nagedacht heeft meneer van Dungen tien Super Monsterdoorlopers opgelost. Mijn winkeldeur sluit ik 's avonds af met een ijzeren rolluik en twee schuiven aan de binnenkant. Stel je voor dat ik hem wijd open liet. Zal je de verzekeringsinspecteur zien kijken als ik met m'n Oosterse wijsheid aankom.
Zou meneer van Dungen zelf wel weten wat zijn spreekwoorden betekenen? Ja dat ga ik 's uitproberen. Als hij weer een keer zegt: Ach meneer Verhoef men moet de wind niet door de hekken laten waaien zal ik zeggen: Dat is waar meneer van Dungen maar aan de andere kant staat de best gesloten deur nog altijd wijd open. Als hij dan antwoordt met: Zo is het maar net meneer Verhoef, gaat hij door de mand.