Konterfeitsels
Multatuli droomde ooit van een eigen krant. Om daarvoor fondsen bijeen te brengen liet hij zich (in 1865) in Brussel fotograferen, en nam vervolgens plaats in een speciaal voor de gelegenheid getimmerd loketje in de winkel van zijn vriend en uitgever D'Ablaing van Giessenburg, om de portretten van een opdracht (een citaat uit eigen werk) te voorzien. Een litho kostte f10, -, een originele foto f50, -. ‘Er verschijnen haast geen kopers. Zo goed als niemand is bereid dergelijke bedragen op tafel te leggen voor de beeltenis van hem die veel gedragen heeft,’ schrijft W.F. Hermans over de episode. Portretten van schrijvers kosten nu - door de uitvinding van de staathuishoudkunde? - aanmerkelijk minder, maar ze worden niet meer gemaakt om hun dromen te bekostigen. Een litho van Douwes Dekker (van August Allebé, met opdracht van de schrijver: ‘Men meent dat ik “opsta tegen alles”. Dat is de term. Och, als men wist hoeveel dingen ik voor heilig houd.’), bevordert nu de reclamedoeleinden van het Letterkundig Museum; het is er een uit een serie van zestien prentbriefkaarten, alweer de vijfde reeks die het museum uitgeeft. Onder de andere konterfeitsels zijn die van Leo Vroman (een zelfportret van de dichter-als-niet-goed-snik), Simon Vinkenoog (een krabbel op ruitjes papier van Hugo Claus, techniek: vlekkende Bic-ballpoint), Cees Nooteboom (in zijn aanvallige leeftijd van zesentwintig jaar, een uitermate gelikte tekening van Paul Citroen, die de arme Gerrit Kouwenaar juist zeer onbarmhartig afbeeldt). De olieverven van Theun de Vries en Maria Dermoût zijn in-keurig, Potgieter draagt op zijn gravure de fez die Busken Huet voor hem in Egypte kocht, en Herman Heijermans schept een riool leeg op zijn karikatuur uit Lustige Blätter. Andere karikaturen, zoals die van Haverschmidt en Vic van Vriesland, zijn ondoorgrondelijk of
zouteloos, dat valt moeilijk uit te maken. De tekening van Bordewijk is bepaald onflatteus. Alleen het olieverfportret van Albert Kuyle (van Hendrik Wiegersma) bezit enige toegevoegde artistieke waarde. De serie is te bestellen door overmaking van f14,75 op giro 495619 van het Letterkundig Museum, Prinses Irenepad 10, Den Haag, onder vermelding van ‘vijfde serie prentbriefkaarten’.
DS