Materialisme
Kun je wel van stabiliteit spreken wanneer de toekomst zo onzeker is?
‘Het zou een probleem zijn als je begaan bent met de toekomst, maar voor mij is het alleen maar een blinde plek. Ik denk dat het typerend is voor mijn generatie die onder de dreiging van een nucleaire catastrofe is opgegroeid. Je wordt zo doordrongen van het idee dat het op heel korte termijn afgelopen kan zijn dat de toekomst iets wordt wat twee maanden verder ligt, hooguit een halfjaar.’
Yuppies houden zich liever bezig met credit cards, dure auto's, mooie kleren. Uit je essay herinner ik mij de schokkende zin dat het allerbelangrijkste in het leven geld is.
‘Maar dat is niet mijn credo, dat was een kritische kanttekening bij de opvatting van veel jongeren van mijn generatie. Hun leven draait rond het materialisme, het verwerven van roem en rijkdom. Als geld mijn doel was geweest zou ik zeker geen schrijver zijn geworden, want maar weinigen lukt het om er rijk mee te worden. Toen ik ermee begon, had ik mij ook nooit kunnen inbeelden dat ik zo succesvol zou worden, maar ik heb veel geluk gehad. Daardoor heb ik nu een eigen huis kunnen kopen, maar daarbij gaat het mij om de geborgenheid die me dat biedt en niet om het bezit ervan. Dat is een fundamenteel verschil met de zogenaamde yuppies. De jongeren die nu twintig jaar zijn, hebben meer politieke wijsheid en integriteit dan ik toen ik zo oud was. Tegen de apartheidspolitiek in Zuid-Afrika worden weer hongerstakingen en manifestaties gehouden, en dat is verheugend. Dat bij diezelfde generatie neofascistische tendensen de kop opsteken, bedroeft mij dan weer want ik zou mezelf graag ter linkerzijde willen situeren. Maar in elke geval ben ik politiek geïnteresseerd, terwijl mijn generatie apolitiek is. Ook in dat opzicht ben ik dus een onorthodoxe yuppie, want dat is het imago dat ik na My Generation gekregen heb. Men heeft mij ook bestempeld als de stem van mijn generatie. Dat is tegen mijn wil gebeurd, en ik vind het ook niet aangenaam. Ik wil immers geen boegbeeld zijn, alleen maar een schrijver.’
Heb je een bepaalde routine?
‘Nee. Ik kan altijd schrijven, zowel overdag als 's nachts. Ik kan ook overal schrijven. Sommige auteurs hebben hun vaste plek, waar er absolute stilte moet zijn en zelfs dan zitten ze met oorwatjes voor hun schrijfmachine, maar ik kan zelfs in de metro schrijven. In tegenstelling tot veel schrijvers drink ik niet, niet eens koffie, ik rook niet, gebruik geen drugs, maar schrijf dat maar niet op want dan word ik straks bestempeld als mormoon.’
‘Ik heb mijn vraagtekens bij een verregaande promiscuïteit. Het is spannend, intensief, maar het biedt geen houvast.’
Je bent begonnen met korte verhalen, maar je tweede boek The lost language of Cranes is een roman. Heb je een voorkeur?
‘Nee, omdat ik het als twee verschillende uitingen van kunst zie. Ik voel mij nu als een schilder en een musicus tegelijk.’
Welke auteur bewonder je?
‘Flannery O'Connor’
Ben je in je korte verhalen beïnvloed door Raymond Carver?
‘Ik geloof niet dat er vandaag in Amerika één schrijver is die niet van hem geleerd heeft. Dat geldt ook voor mij, maar zijn wereld is de mijne niet. In mijn verhalen zitten ook langere passages, interpretaties soms, terwijl Carver dat altijd uit de weg gaat, Carver is een minimalist, hij beschrijft het pure moment, en daar is hij een meester in.’
De thematiek van Family Dancing - gebroken relaties, ontwrichte gezinnen - leent zich tot een ruw taalgebruik, maar jij maakt er geen gebruik van.
‘Ik heb het bewust cool gehouden, omdat daardoor de situaties beter tot hun recht komen. Een ruwer en forser taalgebruik zou het geheel overtrokken en onnatuurlijk hebben gemaakt.’
Eén verhaal is geschreven vanuit de optiek van een vrouw op middelbare leeftijd, een ander vanuit het standpunt van een klein kind, weer een ander vanuit het hoofd van een schrijver. Hoe doe je dat: schrijven vanuit zoveel verschillende mensen en psychologieén?
‘In een anthologie heb ik ooit gelezen “all our secrets are the same” en ik geloof dat dit de enige verklaring kan zijn. Fundamenteel is elke menselijke ervaring dezelfde, alleen de details worden anders ingevuld. Aanvankelijk denk je dat de ervaring van degene die je wil beschrijven, heel anders is, maar uiteindelijk blijken er veel parallellen te zijn. Daarom kon Flaubert over Madame Bovary ook zeggen: “zij is mij”.’
Je hoeft dus geen mensen te observeren om...
‘Toch wel: observatie van anderen is nodig om de details in te vullen.’