Gedicht
Leo Vroman Bewegend Amsterdam
Wie de stad zoal niet heel dichtbij
maar toch ondergronds wil benaderen
vindt een woud zonder wortels en bladeren
in een hemel van wereldse klei.
De palen - hun mompelen en kreunen
over zeeslagen eeuwig verloren -
waarop nu de vergankelijken steunen
wankelen als overrijp koren.
In concrete concentrische rijen
door fossiele kanalen gescheiden
In hun steenbloemen onversteend
klinkt het zoemen van schattige bijen
die elkander niet kunnen vermijden
en daardoor blijven vereend.
Uit: Keizerin van Europa. Achtentwintig schrijvers en dichters van Querido over Amsterdam (Het 39ste jaarboek van Querido, f15,-)