Tabellen
Mooi zijn is vooral een kwestie van adolescent blijven. Nog niet zo lang geleden maakte de actrice Jane Fonda, toonbeeld van jeugdige slankheid en discipline, bekend dat ze drieëntwintig jaar aan boulimie (overmatig eten en dwangmatig overgeven) had geleden. Het doel van boulimie (haar geheime ondeugd) en conditietraining (haar openlijke deugd) is gelijk, zegt Chapkis: ‘leef, maar verander niet’. En uiteraard moeten vrouwelijke body-builders wel sexy blijven. Dik zijn en een slechte conditie hebben staat voor veel vrouwen gelijk aan zich machteloos voelen. Het aantal vrouwen dat zich dik voelt is overigens een veelvoud van wat volgens lengte-gewichttabellen als dik beschouwd kan worden. Dieet houden is vaak een zelfgekozen oplossing voor depressies en een algeheel gevoel van incompetentie.
Foto's van Gon Buurman uit Schoonheidsgeheimen
Hoezeer de details ook veranderen - grote of kleine borsten, een bleke of gebronsde huid, een tenger of gespierd figuur - de principes blijven blijkens de reclameteksten eender. Vrouwen zijn zelf verantwoordelijk voor hun schoonheid, en hun lichaam bepaalt hun aanzien. De verhouding van mannen tot hun lichaam lijkt dan ook minder onderhevig aan spanningen. Mannen mogen zweten en ouder worden, ze krijgen er niet minder macht, aandacht en respect door.
Producenten van mode en cosmetica, reclamebureaus en massamedia zijn steeds nauwer gaan samenwerken om het witte westerse schoonheidsideaal over de hele wereld te verspreiden. Chapkis komt met interessant cijfermateriaal en onthullende citaten. Zonder omwegen erkennen de reclamemensen en uitgevers hun bijdrage aan de wereldwijde homogenisering van de massacultuur. Ook de filmindustrie bouwt voort op de ongclijke tegenstelling tussen man en vrouw, zwart en wit. Terwijl de internationale media de westerse cultuur naar ontwikkelingslanden brengt, duiken steeds meer Derde-Wereldvrouwen op in de reclames van de reis- en toeristenindustrie, als metaforen van een verdwijnende exotische wereld.
In een naar sekse, ras en klasse verdeelde maatschappij drukken uiterlijke kenmerken macht uit. Het sobere, driedelige maatpak drukt gezag uit, maar voor vrouwen op weg naar een professionele carrière is de keuze voor kleding nog zo eenvoudig niet. In de ‘Dress for succcss’-literatuur wordt ambitieuze vrouwen afgeraden om kleuren en stoffen te kiezen die naar ‘vrouwelijkheid’ (roze, pastel) of een lager milieu (paars, goud) verwijzen. Hier verwoordt Chapkis de teleurgestelde verbazing van veel feministen: waar blijft de tijd? De tweede feministische golf begon met het delen van ervaringen, brengt ze in herinnering, en al het werk werd collectief gedaan. Nadat er in de Verenigde Staten door feministen een wet tot stand was gebracht die vrouwen gelijke rechten gaf, probeerde menig doorsneevrouw individueel omhoog te stijgen op de maatschappelijke ladder. In het bedrijfsleven zijn vrouwen elkaars concurrenten geworden. Van arbeiderssolidariteit is geen sprake meer, is Chapkis' sentimentele conclusie. Daarbij gaat ze geheel voorbij aan de uiteenlopende materiële voorwaarden: in een assemblagefabriek of een praatgroep ontstaat nu eenmaal sneller solidariteit dan in een beleggingsadviesfirma.