Pockets
Love Child door Jean Bedford (Penguin 108 p., f 19,20). Gecompliceerde familieroman, waarin twee getrouwde mensen ieder hun echtgenoot en kinderen verlaten om zich aan de ware liefde over te kunnen geven. Midden in het door bombardementen geteisterde Londen wordt uit die relatie een kind geboren, Anne, en via haar ogen krijgen we de gebeurtenissen voorgeschoteld. Moeder Grace werd als kind door de immer dronken vader geslagen, nu verzuurt ze in Australië waarheen het gezin vertrokken is. Annes ouders groeien uit elkaar, zelf is ze niet tot liefhebben in staat. De conflictueuze relatie tussen moeder en dochter is uiterst pijnlijk. De constructie van het relaas is me te geforceerd, terwijl de beschrijving van de dramatische voorvallen juist van een alledaagse nuchterheid is.
Teleny door Oscar Wilde en anderen (Gay Modern Classics 198 p., f 29,80). Voorzien van een verhelderend voorwoord met een goede tekstgeschiedenis van John McRae is de eerste moderne homoseksuele roman nu in een aantrekkelijke uitgave verschenen. De tragische liefdesgeschiedenis tussen Camille des Grieux en René Teleny ontstijgt het niveau van de zuiver erotische roman. Voor Wilde en zijn vrienden was plezier verbonden met pijn, en sensualiteit met lijden maar hier schemert toch de opvatting door dat het uiteindelijk gaat om het uiting geven aan primaire gevoelens. Vanaf de verschijning van de anonieme roman in 1893 is de naam van Wilde ermee verbonden geweest. Dat hij met de totstandkoming te maken heeft gehad, staat vast volgens McRae; afgezien van Wildes bemoeienissen is het werk als document karakteristiek voor de jaren negentig van de vorige eeuw.
Writing for Film and Television door Stewart Bronfeld (A Touchstone Book 142 p., f 30,30) is een overzichtelijke handleiding om scripts te maken voor film en televisie, met een voorwoord van Delbert Mann. De nadruk ligt op de vormaspecten: iedere artistieke geest moet zich realiseren dat degene die scripts beoordeelt er doorheen moet kunnen komen. De praktische wenken betreffen niet alleen schema's, het formaat, de dialogen, karaktertyperingen en camera bemoeienissen maar ook hoe een script verzonden en verkocht moet worden. Mede door het register een nuttig boekwerkje.
Music at Night door Aldous Huxley (Triad Grafton 236 p., f 16,65). De door leraren verstrekte opdracht om ‘in eigen woorden’ weer te geven waarover een boek gaat, is onzinnig volgens Huxley omdat niemand in ‘eigen woorden’ kan vertellen wat Shakespeare bijvoorbeeld bedoelde. Dat is nog moeilijker met muziek. Toch weigert hij aan te nemen dat muziek alleen naar zichzelf verwijst, en niet naar de mensheid of het universum. Critici bereiken dan ook snel hun grenzen wanneer ze muziek bespreken, want alleen muziek zelf laat horen wat een componist wil. Deze gedachte staat in uitgewerkte vorm met nog vijfentwintig smakelijke, provocerende essays over een keur aan onderwerpen in de bundel, waarvan ‘Vulgarity in Literature’ het meest spirituele is. Huxley doet hierin onder andere een aanval op Dickens die zich door emoties liet overmeesteren en zich geen moeite getroostte gewone, ter zake doende feiten en omstandigheden te beschrijven. Van tragische gebeurtenissen geeft hij zodoende een onbevredigend beeld dat wel sentimentele maar geen artistieke waarde heeft. De essays verschenen eerder in 1930/31.
Night door Elie Wiesel, uit het Frans vertaald door Stella Rodway (Penguin 126 p., f 19,20). Elie Wiesel, die vorig jaar de Nobelprijs voor de vrede ontving, groeide op in chassidisch-orthodoxe kringen. In het schokkende verslag van zijn jeugd blijkt hij als kind voor God te willen leven en al heel jong ingevoerd te willen worden in de kabbala. In Auschwitz verliest hij zijn moeder en zusters uit het oog en zijn geloof in God wankelt bij de aanblik van wagonladingen vol met kinderen die naar de altijd rokende verbrandingsovens gevoerd worden. Met zijn vader strijdt hij om te overleven, de oude man gaat ten onder in de mensonterende verplaatsing van kamp naar kamp. De sterk religieuze jongen overleefde Auschwitz en Buchenwald, woonde later in Parijs en schreef daar in 1958 zijn gruwelijke ervaringen op. Bij dezelfde uitgever verschenen tevens herdrukken van The Testament (296 p., f 24,50) en Souls on Fire and Somewhere a Master (381 p., f24,50), beide in de vertaling van Marion Wiesel.
How to become ridiculously well-read in one evening samengesteld door E.O. Parrott (Penguin 188 p., f 19,20). Ongeveer 150 grote werken vooral uit de Engelse literatuur zijn samengeperst in gedichten, dialogen, brieven en dagboekfragmenten van maximaal één pagina waarin toon, thema en verhaal uit de doeken worden gedaan. Zoals uit de grappig bedoelde inleiding blijkt kunnen we in één avond erudiet worden, daarmee de bink uithangen en toch gewoon tijd overhouden om televisie te kijken, naar het café te gaan en met de personal computer te spelen. Het bespaart papier zodat er geld overblijft om nieuwe opslagplaatsen te bouwen voor de boterberg. De lol ligt er duimendik bovenop, de rijmelarij is wel erg verschillend van niveau - geschreven door winnaars van een prijsvraag - maar in enkele gevallen zijn toch knappe typeringen van meesterwerken gemaakt.
REINTJE GIANOTTEN