Meer dan alleen de buitenkant
Het definitieve verhaal van The Beatles
Shout! The Beatles in Their Generation door Philip Norman Uitgever: Elmtree Books, f31,05
The Beatles. De definitieve biografie door Philip Norman Vertaald door Mariëlla de Kuyper Uitgever: Loeb, 387 p., f34,50
The Beatles Live! The Ultimate Reference Book door Mark Lewisohn Uitgever: Pavilion, 481 p., f41,60
Ingrid Harms
Ha! The Beatles, de definitieve biografie! Daar was ik benieuwd naar. Wie John, George, Paul en Ringo waren, hoe het begonnen was, wie het met wie deed en waarom het tenslotte misging met alle vier wist ik wel, maar nu echt het finale verhaal? Bij de naam van de auteur, Philip Norman, klingelt er achter in mijn hoofd een bel. Het blijkt om de vertaling te gaan van Shout! The Beatles in their generation van Sunday Times-popmedewerker Norman, uitgekomen in 1981. En dat heb ik natuurlijk allang gelezen. Omdat u daar niet veel aan heeft, heb ik het voor de gelegenheid nog eens gelezen.
Heel lang geleden, in 1968, kreeg Philip Norman de opdracht om Apple het droomimperium van The Beatles van binnenuit te beschrijven. Hij sprak uitvoerig met iedereen die er werkte dan wel ertegenaan hing en maakte the fab four van nabij mee. De beoogde inside-story is nooit verschenen, maar Norman raakte zo geïntrigeerd door wat hij zag en meemaakte dat hij steeds serieuzer plannen maakte om het ware verhaal van het begin tot het onafwendbare einde in 1970 te schrijven. In de periode dat hij binnen Apple opereerde kostte het hem geen enkele moeite met de jongens zelf te spreken, maar vanaf het moment dat duidelijk werd dat de journalist meer wilde dan nóg eens een verhaal over de mooie buitenkant hield het op.
Toen ging Norman door. Twaalf jaar lang verzamelde hij materiaal voor Shout! en het is - tot nu toe - het helderste, onthullendste en best geschreven boek over The Beatles. Het begint bij de jeugd en eindigt waar het hoort te eindigen, het moment dat de groep ophield te bestaan.
Er staan aardige wetenswaardigheden in het boek, zoals over de eerste ontmoeting tussen Paul McCartney en John Lennon. Die vond plaats op een tuinfeest in de wijk Woolton te Liverpool op 6 juli 1957 waar John met zijn skiffle-groep The Quarry Men optrad. Paul stond in het publiek en raakte meteen in de ban van Lennon die zo zelfverzekerd en uitdagend optrad. Ze werden aan elkaar voorgesteld en de bewondering bleek wederzijds. Paul kende alle popteksten uit zijn hoofd en dat niet alleen, hij kon gitaren stemmen, speelde gitaar, piano en trompet dus het bandje wilde hem wel hebben. Een jaartje later haalde Paul George Harrison erbij, een maatje van school. Langzaam maar zeker veranderde het repertoire, ook de naam van de groep die halverwege 1960 als The Beatles voor een reeks optredens naar Hamburg vertrok. Pete Best speelde drums tot 1962 toen hij van de ene dag op de andere op nogal onaangename wijze werd ingeruild voor Ringo Starr. Er was ook een vijfde Beatle: Stu Sutcliff, niet zozeer een briljant gitaarspeler, maar Johns beste vriend van de kunstacademie. Vóór het echte succes overleed hij aan een hersenverlamming.
Mark Lewisohn
piet schreuders
In Liverpool werden The Beatles al snel populair, maar de landelijke doorbraak was er nog niet. Die kwam met de komst van Brian Epstein, eind 1961. Epstein was een stuk ouder, al zevenentwintig, en directeur van North End Music Stores (NEMS), een grote platenzaak in Liverpool. Niet echt een popliefhebber, wel een man met een speciale neus voor wat goed was. Hij bood zich aan als hun manager op het moment dat de groep ruzie had met de man die hun optredens regelde.
De zakenman stortte zich energiek op de platenmaatschappijen, maar niemand was geïnteresseerd. Uiteindelijk kwam hij terecht bij Parlophone, het rommellabeltje van EMI waar A & R-man George Martin hem ontving. Op 5 oktober 1962 verscheen de door Martin geproduceerde eerste single van The Beatles. Het was Love Me Do met op de achterkant P.S. I Love You, twee Lennon-McCartney-composities.
Inmiddels had Epstein het teddy-boy-image van de groep ingrijpend aangepakt. Niks geen kuiven meer, verzorgd haar en nette pakken. Het ging snel en hard. Platen, optredens, Amerika, films, Apple, Maharishi Mahesh Yogi, Linda, Yoko, Let it be, pats.
Philip Norman sprokkelde in de loop der jaren een gedegen kroniek bij elkaar die een goed beeld geeft van hoe de jongens waren en leefden. Drugs speelden een belangrijke rol. De beginjaren stonden in het teken van speed, later werd er flink geëxperimenteerd met hasj, LSD, cocaïne en heroïne, wat weer grote invloed had op de muziek. Brian Epstein was homoseksueel, maar niet openlijk. Vanaf het eerste moment voelde hij zich sterk aangetrokken tot Lennon, met wie hij ook wat probeerde. Ook Epstein gebruikte drugs.
Eind augustus 1967, toen de Beatles de zin van het leven zochten bij Maharishi Mahesh Yogi in Bangor, overleed hij aan een overdosis Bromital in zijn Londense flat. Zelfmoord? Dat werd niet duidelijk. Wel waren er spanningen tussen de groep en hun manager. De megastars wilden eigenlijk wel van hem af. Jaloers waren ze op de fabelachtige contracten die Allen Klein voor ‘The Rolling Stones met hun platenmaatschappij had afgesloten. Twee maanden later zou de overeenkomst tussen The Beatles en Epstein aflopen.