Solidair met hoeren, homo's en misdadigers
Het leven van Arnold Aletrino, arts en Tachtiger
Arnold Aletrino Pessimist met perspectief door Kees Joosse Uitgever: Thomas Rap, 609 p., f76,-
Jan Fontijn
Er is een dikke biografie verschenen over Arnold Aletrino, een randfiguur in de beweging van tachtig. Wie ooit een verhaal of roman van hem gelezen heeft (er zijn er onlangs een paar herdrukt), weet dat hij geen erg grote schrijver is. Daarvoor maakt hij zich te veel schuldig aan de in die tijd zo welig woekerende woordkunst en is zijn thematiek te beperkt. Maar bij het herlezen van zijn roman Zuster Bertha uit 1892 viel me ook op dat Aletrino uitstekend, zonder effectbejag, atmosfeer weet op te roepen. De beschrijving bijvoorbeeld van de operatiekamer in het morgenlicht en de eerste activiteiten van de verpleegster zijn zonder meer goed geschreven, in het trage ritme dat zo karakteristiek is voor Aletrino's stijl.
Aletrino behoort met Coenen en Van Oudshoorn tot de somberste schrijvers van de Nederlandse literatuur. ‘Ik heb nooit van mijn leven iets vrolijks kunnen schrijven,’ bekent hij in een interview. ‘Ik zie altijd de donkere kant van de dingen. Ik geloof niet, dat er één minuut in mijn leven is van ongestoord geluk.’ Zijn kleine oeuvre is van dat pessimisme doordrongen, het is een ‘voyage au bout de la nuit’. De romans spelen zich voor een groot deel af in de troosteloze ruimten van het Amsterdamse gasthuis op het einde van de negentiende eeuw, waar hij als arts gewerkt heeft. In een interview met d'Oliveira in 1908 bekent hij dat het gasthuis voor hem een concentratie van ellende was. Hij weet zich nog precies de treurige ziektegevallen te herinneren uit zijn gasthuispraktijk. De dood waar hij toen dagelijks mee geconfronteerd werd, was een obsessie voor hem en is dat altijd gebleven. Waarom werken, waarom studeren, als er een dag komt, waarop alles onherroepelijk uit is?
Met wat meer talent en agressiviteit had Aletrino de Céline van de Nederlandse literatuur kunnen worden. Evenals Céline is hij armendokter geweest en is hij solidair geweest met de maatschappelijke outcasts van zijn dagen. Het lot van de hoeren trok hij zich aan en hij maakte een studie van de prostitutie. Hij had met name oog voor de sociale oorzaken daarvan. Hoewel hij in de loop van zijn leven steeds sceptischer werd over een oplossing, zag hij toch een mogelijkheid tot verbetering van dat vraagstuk in vrouwenemancipatie en verandering van de seksuele moraal.
Aletrino had een sterke neiging zich met vrouwen te identificeren. Dat blijkt niet alleen uit zijn begrip vragen voor de positie van de hoer maar ook uit zijn romans en verhalen, waarin vaak de wereld bekeken wordt vanuit het gezichtspunt van een vrouw.
Solidariteit met de maatschappelijke underdog spreekt ook uit zijn ijver om het lot van de homoseksuelen te verbeteren. Aletrino is een van de eerste medici in Nederland geweest die openhartig over homoseksualiteit heeft geschreven en gesproken. Tot grote verontwaardiging van zijn tijdgenoten verdedigde hij het bestaan van aangeboren homoseksualiteit en weigerde hij om homoseksualiteit en degeneratie onlosmakelijk met elkaar te verbinden. Minister-president Abraham Kuyper was woedend en vroeg het parlement of het niet de hoogste tijd was om maatregelen te nemen.
Arnold Aletrino
archief letterkundig musuem
Aletrino was behalve arts en seksuoloog ook een van de eerste criminologen in Nederland met zeer radicale ideeën. Hij was een fel tegenstander van het bestraffen van misdadigers, wat niet wilde zeggen dat die los moesten rond lopen. Onderzoek en de dagelijkse ervaring hadden, aldus Aletrino, hem geleerd dat de vrije wil van de mens niet bestond; een mens kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor zijn daden. En behalve voor hoeren, homo's en misdadigers zette Aletrino zich ook nog in voor het lot van de verpleegsters. Die gingen zwaar gebukt onder de lange werktijden, hun slechte opleiding en slechte behuizing.
Aletrino, getekend door Frederik van Eeden
Kees Joosse heeft in zijn biografie de veelzijdigheid van Aletrino alle recht gedaan. Met voorbeeldige ijver heeft hij feitenmateriaal verzameld en doet hij verslag van de vele activiteiten van Aletrino. Daarin zit de verdienste van het boek. Het is in de eerste plaats een informatieve documentatie van het leven en het werk van Aletrino. Maar jammer genoeg is het niet een biografie geworden waarin men met genoegen leest en die belangstelling opwekt voor het werk van Aletrino. En daar zijn verschillende oorzaken voor. De stijl van Joosse is log en formeel. Nergens laat hij uit zijn taalgebruik blijken, dat hij echt betrokken is bij zijn onderwerp. Waarom niet af en toe met wat meer durf het gedrag en de soms raadselachtige persoonlijkheid van Aletrino geïnterpreteerd? Waarom bijvoorbeeld niet meer ingegaan op het paradoxale in Aletrino's gedrag, de combinatie van maatschappelijk engagement en van radicaal pessimisme? Wat te denken van de manier waarop Jacob Israël de Haan Aletrino heeft geportretteerd in Pijpelijntjes? Bezat Aletrino, de zachtmoedige en ‘vrouwvriendelijke’ schrijver en arts, ook misschien sadistische eigenschappen? Wat heeft het jood-zijn voor Aletrino betekend? Wat betekende het in die tijd? Joosse gaat er soms wel op in, maar naar mijn smaak te oppervlakkig.