Max Frisch
vervolg van pagina 4
kan alles aan. Overtuigingen zijn de beste bescherming tegen de levende waarheid.’ Ongetwijfeld zijn ze tevens een opperbeste bescherming tegen de levende kunst, en even zeker is die ‘levende waarheid’ weer een ander verhaal.
Dit fundamentele vertrouwen in het verhaal als vorm en soelaas is bij Frisch iets heel anders dan het geloof in (intieme) levensverhalen als ‘waarheid’. Wat dicht bij je staat, brengt niet per se iets essentieels tot uitdrukking, en vooral dat wat anderen boekstaven, valt zelden samen met je werkelijke bestaan. In een van de talrijke ingevoegde verhalen en voorstudies, Graf Öderland, maakt een verdachte bezwaar tegen ‘de keurige stukken’ van de ondervrager: in stukken ontbreekt altijd het volatiele, de verbeelding, de beweeglijkheid die een mens levend maakt. Verderop wordt iemand voor de keuze gesteld ‘of u een mens wilt zijn of een politieagent’ - lees hieromtrent ook Stiller van 1954.
Hoe funest verhalen kunnen zijn, demonstreert Frisch aan de liefde die ‘ons in een zweeftoestand houdt, de zweeftoestand van het levende, de bereidheid een mens te volgen in al zijn mogelijke ontwikkelingen’. Aan de liefde komt schielijk een einde als we menen ‘dat we de ander kennen’, als we zo ver zijn dat ‘de bereidheid om op nog meer veranderingen van hem in te gaan’ wordt opgezegd. Dat wil zeggen: als iemand in een verhaal, in keurige stukken vastgelegd en dus levenloos gemaakt is.
Ik denk wel eens dat menig schrijver niet herinnerd wil worden zoals hij geleefd, maar zoals hij geschreven heeft, niet als de sporen die hij in het bewustzijn van anderen achterliet, maar als de vorm die hij zelf had te vertellen; in de fictie die als enige iets ‘echt overbrengt’ van wat bij gebrek aan een beter woord ons ‘wezen’ heet. De verhalen waaruit ons leven bestaat, zoals Michel Butor zegt, bezitten een ander soortelijk gewicht dan wat we vertellen in een kader van fictie, op het podium of in een boek: het welgevormde relaas. Wellicht is ook dat niet de ‘levende waarheid’, maar toch dan ‘begrijpen we soms even dat we leven’.
Lees dienaangaande ook al het overige werk van Max Frisch.
■