Verbale foto's
Aan het einde van de regenboog door Carolijn Visser Uitgever: Meulenhoff, 90 p., f27,50
Chris van der Heijden
Carolijn Visser maakt er geen literatuur van. Dat is haar kracht. Natuurlijk, geen mens kan controleren of ze de helft niet uit de duim zuigt maar onmiskenbaar is dat zij het verhaal niet opklopt. Geen stijlbloempjes, geen literaire vorm, geen diepzinnige uitweidingen maar ‘recht voor de bek voor’ zoals ze dat in Utrecht noemen. Visser fotografeert met woorden, en al zijn sommige foto's soms wel erg plat, te midden van de stapels kunstzinnige kiekjes die er in de boekhandel liggen, is dit een verademing.
Haar laatste (en derde) boek speelt onder de goudzoekers van Costa Rica. Veel meer algemeenheden kan je er nauwelijks over zeggen. En als op de achterflap staat dat zij ‘ook de veranderende omstandigheden op het Costaricaanse schiereiland’ beschrijft, dan moet dat ontkend worden. Dat is niet zo: Visser kiekt een ouderwetse goudzoeker die dagen met een zeefje in de kreek staat, ze fotografeert ook een moderne Japanner die met een ingenieuze trilmachine goudkorreltjes van de rommel weet te scheiden. Wat de relatie tussen de een en de ander is, vertelt ze niet of nauwelijks. Foto's zonder onderschrift, die mag de lezer er zelf bij verzinnen.
Veelal vond ik haar stukjes, zo losstaand in de krant, nogal mager. Goed geschreven, goed geobserveerd, dat zonder twijfel, maar onbevredigend omdat je er zo weinig aan over houdt. Een bonbon, krak, lekker maar zonder enige nasmaak. Maar als je zo'n hele serie portretten achter elkaar leest, ja dan lijkt het gebrek aan reflectie toch eerder een kracht dan een zwakte. En zeker is dat haar fotografische nauwkeurigheid verre te prefereren is boven mooie plaatjes die een onderschrift nodig hebben dat zegt wat er uitgebeeld wordt.
■