De boekcorner van... Goos Verhoef!
Zo 's ochtends om een uur of elf maak ik een moeilijk moment door. Dan komt namelijk de heer Brinkhorst langs. Henk Brinkhorst is een begrip in de hele straat want hij is de postman. Van postbode spreek je geloof ik niet meer dat is ouderwets een bode. Postman Henk doet de winkeldeur open legt mijn post op het kastje met de Velponlijmen en zegt dan: Zeg heer Verhoef weet jij waarom mijn vrouw haar benen heeft genummerd? Geen idee Henk zeg ik. Om ze beter uit elkaar te kunnen houden zegt Henk en hij doet meteen de deur acher zich dicht. En zo heeft hij dus elke ochtend een mop klaar. Vroeger veel Belgenmoppen maar tegenwoordig alleen maar schuine. Hij is er heel populair mee want de mensen houden van moppen. Ik niet. Ik weet niet wat het is maar ik kan bijna om geen één mop lachen. Het gaat bij mij gewoon niet kietelen. Het vervelende alleen is dat je moet lachen of je wil of niet. Je ben gedwongen als de ander zijn mop heeft verteld en je stralend aankijkt een lachend gezicht te laten zien. Zo ook bij postman Henk. Alleen bij hem iets later. Als hij zijn mop heeft verteld doet hij de deur dus meteen dicht maar na twee stappen draait hij zich nog een keer om en kijkt dan naar mij of ik wel lach. En ik weet dat dus en precies op het moment dat hij zich omdraait trek ik even een grijns op mijn gezicht. Kijk dat vind ík nou leuk. Om precies op het goeie moment die grijns te trekken daar moet ik dan even om lachen als dat is gelukt.
Maar niet om moppen. Met klanten idem dito. Als iemand sigaren heeft gekocht en er dan eentje gaat opsteken en zegt van ken jij die van die... dan denk ik al o nee. Ik heb altijd gedacht dat het aan mij lag. Dat ik iets miste. Een bepaald lachspiertje wat ik niet had of dat het niet dee. Ik onthou ze ook nooit. Omdat ik zeker weet dat ik er toch niet om zal lachen sta ik geloof ik niet op te letten als ze mij worden verteld. Ja één ken ik er uit mijn hoofd die heb ik nog van mijn vader. En die gaat zo. Kent u het verschil tussen een postbode... ja dat is nou gek nú heb ik pas in de gaten dat de enigste mop die ik ken over een postbode gaat ik zal hem zeker 's aan postman Henk vertellen maar goed... Kent u het verschil tussen een postbode en een paardevijg? Nee? Een postbode moet 's ochtends om zes uur op en een paardevijg kan dan nog even blijven liggen. Leuk? Gaat wel maar vroeger toen ik nog wel 's naar een feestje ging had ik dan ook een mop klaar voor eventueel. En dat hij heel oud is merk je niet alleen aan postBODE maar ook aan paardeVIJG. Wie weet er nu wat een paardevijg is maar van paardedrol spreek ik niet dat woord zou vader nooit gebruikt hebben dus dan doe ik het ook niet. En misschien kost het je wel klanten. Slager Dijkstal van hiernaast is ook zo'n moppentapper. Aan de lachende gezichten kan ik vaak zien dat ze net bij slager Dijkstal zijn geweest. En dan krijg ik vaak tien keer dezelfde bak te horen want slager Dijkstal heeft er net als postman Henk maar één per dag. Ik kan ook meedoen aan de moppenrage dankzij de reclameluciferdoosjes met moppen erop. Hoef ik ze alleen te geven niet te vertellen. En gelukkig zijn niet alle klanten zo. Bij bijvoorbeeld B. van VN hoef ik denk ik niet met een mop aan te komen weet ik zeker. Zij lacht vaak vanzelf. Maar toch dacht ik er van de week iets aan te moeten doen zodat ik de moppentappers ook wat service kon geven.
Ik heb Corrie van schuin boven gevraagd of ze even op de winkel wou letten en ben ik gegaan naar zo'n Brunawinkel want zelf heb ik in de Boekcorner geen komische boeken. Ik vond het boekje Moppen over de andere sekse, 300 moppen met pit. Precies wat ik zocht. En toen ben ik die avond 's begonnen met er een paar uit mijn hoofd te leren. Nou nou nou dat viel niet mee zeg. Niet het leren maar de moppen. Een voorbeeldje. ‘Enig idee wat de overeenkomst is tussen een paar mooie vrouwenborsten en een elektrisch speelgoedtreintje?’ ‘Ik heb niet het flauwste benul.’ ‘Ze zijn allebei voor kinderen bedoeld, maar pa speelt er meestal mee.’ Uit. Kan u er om lachen? Ik niet te meer daar ik hem al van postman Henk had gehoord. Die van die genummerde benen stond er ook in en nog veel meer. Daar haalt Henk ze dus uit! En er staan behoorlijke gore in neem me niet kwalijk. Wat vind u van deze. Hij besluipt hitsige Hennie van achteren, legt zijn handen op haar ogen en fluistert: ‘Je mag drie keer raden wie ik ben. Als je het niet raadt, rand ik je aan.’ Ze denkt even kwasie diep na en antwoordt dan: ‘De prins van Monaco, de president van Frankrijk of de koning van Zweden.’ Uit. Kijk die clou is wel onschuldig maar het gaat over een Hij die een histige Hennie wil aanranden. Is aanranden leuk? Lijkt me niet. Zo zijn al die moppen even sexueel. Nou zult u zeggen van Goos kom, in die boeken uit jouw Corner draait het toch ook om hetzelfde? Dan zeg ik ja maar in boeken ligt het anders.
Als er in een boek tussen twee personen iets gebeurt dan kén je die twee een beetje. Je begrijpt waarom het zo en zo gebeurt. Dat heb je bij moppen niet. Wat weet ik van die Henny? Dat ze hitsig is. En wat weet ik van die Hij die haar van achteren besluipt? Niets. Alleen dat het een grote klootzak is. En zo gaat het dat hele boek maar door. Nog eentje om het af te leren. Hij neemt Miranda in zijn armen, kust haar hartstochtelijk en steekt dan zijn kleine-vriendje-van-beneden in haar souterraintje. Na gedane zaken verklaart hij haar: ‘Ik hoop dat dit alles zegt, lieve schat.’ Waarop Miranda verbaasd antwoordt: ‘Dan ben jij ook geen prater, zeg.’ Klaar. Ook die kende ik van postman Henk maar die vertelde hem wel anders. Niet met dat kleine-vriendje-van-beneden en dat souterraintje. God allemachtig. Weet u wat ik doe? Als morgenochtend postman Henk komt geef ik hem voordat-ie een mop kan afvuren dit boek als Sinterklaassurprise. Zeg ik erbij sorry Henk ik ken ze al allemaal. 's Kijken of Henk nou echt zo veel gevoel voor humor heeft.