Vrij Nederland. Boekenbijlage 1986
(1986)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 11]
| |
Maus. A Survivor's Tale door Art Spiegelman Uitgever: Pantheon Books, 159 p., Importeur Van Ditmar, f29,95Beatrijs RitsemaHet verhaal is duizenden keren verteld. En elke keer sta je weer versteld, als je tenminste de moed kunt opbrengen om ernaar te luisteren, wat lang niet altijd het geval is, want op een gegeven ogenblik denk je het wel te weten van die zes miljoen en heb je geen zin je weer te laten deprimeren door dat absurde dieptepunt in de geschiedenis dat langzamerhand zo lang geleden is dat meer mensen het niet hebben meegemaakt dan wel. Toen ik Shoah had gezien, had ik het idee dat nu alles gezegd was, wat erover gezegd kon worden. Het was vreselijk om naar te kijken, maar sommige dingen moeten eenvoudig gebeuren en kijken naar Shoah hoort daarbij. Het boek Maus, a survivor's tale is een stripverhaal over een Pools-joodse familie in de Tweede Wereldoorlog en ik moet zeggen dat ik aanvankelijk weinig fiducie had in het idee. Het leek me nogal blasfemisch, ongeveer zoals wanneer de Mattheüs-Passion tot videoclip omgebouwd zou worden. Geen van de dingen die ik vreesde bleek te kloppen: Maus is niet goedkoop, niet heroïsch, niet sentimenteel en niet gruwelijk op de manier van low-brow horrorstrips. Het lijkt in niets op de gangbare stripgenres, behalve misschien op Fritz the Cat, zij het dat Maus veel ingetogener is. De kunstgreep die Art Spiegelman heeft toegepast is niet ongebruikelijk in strips: mensen afbeelden als dieren. De joden zijn muizen, de Polen varkens en de nazi's katten. Maar het zijn alleen de gezichten die aldus geabstraheerd worden, voor de rest loopt iedereen rechtop, heeft kleren of uniformen aan en gedraagt zich als mensen. Door die kleine stylering, zo minimaal dat je er als lezer nauwelijks bij stilstaat, krijgt het iets parabelachtigs en wordt precies de goede afstand aangebracht tot de verschrikkingen waar het over gaat. Getekende mensen in dit verband zouden oubollig, zielig of walgelijk geworden zijn. Deze mensachtigen met hun dierengezicht dat geen scala aan uitdrukkingen kent, brengen het verhaal terug tot de kale essentie: opgejaagd worden, vernietigingsdreiging en overleven tot elke prijs. Het boek heeft de vorm van een raamvertelling. Art Spiegelman, de tekenaar/schrijver, legt regelmatig bezoekjes af bij zijn vader die in Polen opgroeide, daar de oorlog meemaakte en als overlevende van Auschwitz samen met zijn vrouw naar Amerika emigreerde. Zij waren de enigen van hun uitgebreide familie die het er levend afbrachten - ook hun oudste zoon (Arts broer die hij nooit gekend heeft) was omgekomen. In flashbacks wordt de geschiedenis van hun omzwervingen verteld. De zoon luistert, stelt vragen, maakt aantekeningen of bedient de cassette-recorder. | |
GefortuneerdHet verhaal is monotoon in de treurige betekenis dat er zoveel van dergelijke verhalen zijn, maar het grijpt je bij de keel omdat het bittere gestold is in het persoonlijke. Langzaam brokkelen alle waarden af die mensen zoal in het leven erop nahouden, als rechtvaardigheid, eerlijkheid en vertrouwen. Dat laatste is misschien nog wel het gruwelijkste: dat er behalve je directe familie helemaal niemand meer is die je kunt vertrouwen. Het enige wat dan nog helpt is geld. En daar hadden de Spiegelmans, gefortuneerd als ze waren bij de aanvang van de oorlog, dan ook inderdaad hun overleving aan te danken. Zo konden ze zich staande houden in het getto en later de Polen met wie ze vroeger bevriend waren, omkopen om in hun stal onder te duiken. Totdat ook dat misliep en de Pool die hen de grens over zou smokkelen naar Hongarije, zowel het geld opstreek als hen aan de nazi's overhandigde. Auschwitz zelf komt verder trouwens niet in beeld, wat denk ik wel een goede beslissing is van Spiegelman. Ik zag althans na ruim 140 pagina's zwaar op tegen wat me nog te wachten stond aan gevisualiseerde gaskamers. De werkelijkheid en de angst tot aan Auschwitz waren nog net concreet te maken. Dat laatste half jaar kreeg hij waarschijnlijk niet meer uit zijn pen en het is wijs dat hij dat niet geprobeerd heeft. Als men zoiets heeft meegemaakt, moet men wel verknipt raken. De andere kant van Art Spiegelmans strip is dat hij laat zien hoe deze ervaringen zijn vader misvormd hebben tot een persoon met wie nauwelijks nog met goed fatsoen is om te gaan. Zijn vader is op een ziekelijke manier gierig; hij heeft duizenden dollars op de bank, maar gunt zichzelf en zijn tweede vrouw niets aan enige luxe. Als zij een paar kousen wil kopen, moet ze haar spaarcentjes aanspreken. (Zijn eerste vrouw uit Polen, Arts moeder, pleegde zelfmoord omdat ze geestelijk gebroken was - toen hij hertrouwde, liet hij zijn tweede vrouw een hele kast vol kleren zien: ‘Hier, voor jou, ze zijn nog allemaal goed.’) Hij vist stukjes telefoondraad uit vuilnisbakken, omdat die ooit van pas kunnen komen als je iets stevig wilt vastbinden; zijn hele huis ligt vol met rotzooi die hij niet weg wil gooien. Hij belt zijn zoon uit bed om te komen helpen met de reparatie van de dakgoot - een klusjesman roepen vindt hij zonde van het geld en zelf heeft hij een zwak hart. Als zijn tweede moeder haar nood klaagt tegenover Art, stelt hij met verbazing vast dat zijn vader precies beantwoordt aan het racistische stereotype van de gierige jood. ‘Ja,’ roept ze, ‘ik begrijp niet hoe je moeder het met hem uitgehouden heeft. Al onze vrienden zijn in de kampen geweest, maar niemand is zoals hij.’ Op dat punt wordt pijnlijk duidelijk dat degenen die overleefden niet tot de winnaars gerekend kunnen worden. Het er levend afgebracht hebben blijkt zich alsnog tegen jezelf en je naasten te keren. Arts vader is niet meer in staat om op een ontspannen manier tegen het leven aan te kijken. Hij moet altijd op het ergste voorbereid zijn. Dit vervulde mij met grote treurigheid, omdat ik hem niet uit de grond van mijn hart ongelijk kan geven. Hij heeft maar een klein beetje ongelijk. Art Spiegelman heeft een uniek boek gemaakt met subtiele en indringende tekeningen. Als zijn vader enige troost ondervindt in de wetenschap dat zijn verhaal op deze gave manier verspreid wordt, heeft hij toch niet voor niets overleefd. ■ |
|