Pocket & paperback
Hiroshima door John Hersey (Penguin Books, 196 p., f19,20) verscheen in 1946 voor het eerst, nu is het, voorzien van een nieuw hoofdstuk ‘The Aftermath’, ook in pocket verkrijgbaar. Hersey beschrijft de gevolgen van de atoombom van Hiroshima aan de hand van verslagen van zes mannen en vrouwen die de ramp overleefd hebben. Tijdens welke bezigheid ze overvallen werden, hoe ze zich uit de brandende stad hebben kunnen bevrijden en hoe ze anderen probeerden te helpen maar hen onder hun ogen zagen sterven. Heel langzaam drong tot hen door wat er gebeurd was, pas na een week hoorden ze de eerste geruchten over de splijting van atomen. De zwaargewonde Sasaki ligt dagenlang onverzorgd op straat. Later wordt ze van het ene naar het andere ziekenhuis versleept. Op 9 september ziet ze de verwoeste stad voor het eerst, de aanblik vervult haar met afschuw, vooral omdat de puinhopen bedekt zijn met een mooie, frisse laag groen. De bom had de plantengroei gestimuleerd en nu groeide er overal moederkruid en vingergras, ganzevoet en postelein. Het tot in details beschreven lot van deze zes overlevenden maakt meer indruk dan de dodencijfers met vele nullen. Veertig jaar later is Hersey teruggegaan naar Japan en heeft daar met dezelfde mensen gesproken. In zijn nieuwe hoofdstuk laat hij zien hoe hun levens door de bom tot op heden beïnvloed zijn, hoe slecht de slachtoffers vaak opgevangen zijn én hoe de nucleaire wapenwedloop zich tot op heden ontwikkeld heeft.
Waiting to Live door Mewa Ramgobin (Aventura Vintage Books, 242 p., f 33,80). De zwarte Elias Mzimande wordt als arbeidskracht naar Durban gehaald. Overdonderd door wat hij in de grote stad ziet, vooral bij de blanken, denkt hij voor zichzelf en Nomsa daar een beter leven te kunnen opbouwen. Zijn vrouw is bang en wil liever bij haar familie blijven: ‘I don't want plenty. I only want you.’ Ze sterft bij de geboorte van hun zoon Themba. Tegen de traditie in houdt hij zijn zoon bij zich in het geloof voor hem een betere toekomst te kunnen bevechten. Samen met vriendin Lucy voedt hij de jongen op. Maar Elias verliest bij een sabotageactie van zwarten zijn been en daardoor zijn baan, Lucy wordt ontslagen omdat de blanken voor wie ze werkt weggaan uit Zuid-Afrika: ze kunnen het onrecht niet langer aanzien. Tot wanhoop gedreven sturen ze Themba naar een neef in Soweto om hem een opleiding te laten volgen, zelf verhuizen ze naar een illegale nederzetting. Lucy verkoopt haar lichaam, Elias zijn eer, uit liefde voor het kind en in de hoop dat hij het beter zal krijgen. Maar tijdens de gewelddadige acties in Soweto raakt de jongen gewond en wordt weggestuurd van school. Het aangrijpende, soms wat melodramatische relaas, heeft het karakter van een parabel. De situatie in het dorp wordt overdreven idyllisch beschreven, de problematische vriendschap met de blanke baas is niet goed uitgewerkt, de politieke ideeën lijken uit het niets op te komen. Ondanks deze bezwaren blijft het verhaal boeiend omdat het met overtuiging en in soepele stijl geschreven is. De auteur stond terecht wegens verzet tegen de apartheid; tijdens zijn gevangenschap schreef hij dit boek. Van dezelfde uitgever is Apartheid in Crisis onder redactie van Mark A. Uhlig (335 p., f 23,45), een bundel recente artikelen van voor- en tegenstanders van de apartheid, gedeeltelijk speciaal voor dit boek
geschreven. Naast het bevlogen relaas van Desmond M. Tutu, ‘... the primary violence is the violence of apartheid’, is een brief van Nadine Gordimer opgenomen waarin zij op nuchtere toon de alledaagse gruwelen van het systeem bechrijft. Een verkorte versie van de ‘Rubicon-speech’ van Botha op 15 augustus 1985, ‘Violent and brutal means can only lead to totalitarian and tyrannical ends’, naast een praktische stap-voor-stap oplossing van de problemen in zeven fasen van Frederick van Zyl van Slabbert. Nelson Mandela, J.M. Coetzee, maar ook buitenlandse economen, journalisten en politicologen komen aan het woord. De verklaring van een zeventienjarige zwarte vrouw, opgenomen door de Black Sash, vertegenwoordigt de stem van de vrouw in de straat. Niemand die zich de toekomst van Zuid-Afrika aantrekt, zou dit boek moeten missen, meldt de flaptekst. Dat lijkt me overdreven, maar voor diegenen die zich niet iedere dag in de kranten verdiepen is dit wel de methode om weer bijgelezen te raken.
Other Fires. Stories from the Women of Latin America, bijeengebracht door Alberto Manguel (Picador, 222 p., f 21,95). Er is veel literatuur van Latijns-Amerikaanse vrouwen verschenen de laatste decennia, maar in tegenstelling tot het werk van hun mannelijke collega's is er slechts weinig van vertaald. De samensteller van deze bundel verontschuldigt zich min of meer voor het bijeenharken van verhalen uit zulke verschillende landen als Mexico en Paraguay, van schrijfsters met totaal verschillende stijlen en interesses. Als rechtvaardiging voert hij aan dat ze gemeen hebben dat ze tot nu toe schromelijk genegeerd zijn. De voorliefde voor magisch realisme en politiek realisme, kenmerkend voor de literatuur uit Latijns-Amerika, beheerst het verhaal ‘Death of the Tiger’ van Rosario Castellanos over de confrontatie tussen Indianen en blanken. ‘Latin Lover’ van Marta Lynch beschrijft de moeizame beslissing van een minnares om de man van wie ze houdt, maar die ze slechts kan ontmoeten in zijn werktijd, aan de kant te zetten. ‘The Stolen Party’ van Liliana Heker beschrijft uiterst subtiel de denigrerende houding van een dame tegenover de dochter van haar werkster. Alberto Manguel heeft een groot deel van deze verhalen eigenhandig vertaald voor deze goedverzorgde bundel.
REINTJE GIANOTTEN