Vrij Nederland. Boekenbijlage 1986
(1986)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Diny Schouten‘Ir. Schuringa was als grap leuk, dit was ook leuk,’ zegt uitgever Jeroen Koolbergen van Tabula over de slepende affaire Dichter bij de mens. Dat was een practical joke van Bob Polak en Lucas Ligtenberg, die zich als drs. L. Pennings O.P. en drs. B. Langeveld vrolijk maakten over de antwoorden die ze ontvingen van honderdvijftig aangeschreven dichters met het verzoek om gedichten op te mogen nemen in een ‘benefiet-bundel’ ter restauratie van de (niet-bestaande) kapel van de (niet-bestaande) lerarenopleiding St.-Dominicus Vitus. Vijftien betrokkenen lieten na de publicatie van hun brieven middels een advocaat beslag leggen op de voorraad bij het Centraal Boekhuis. De term ‘boekverbranding’ viel, waarop vijftien ándere dichters met juridische maatregelen op de bres wilden springen voor de uitgever. Ook de uitgever zelf dreigde met een kort geding, dat inmiddels weer van de baan is omdat de beslaglegging maar gedeeltelijk bleek te zijn en de verkoop gewoon door kon gaan. Koolbergens advocaat mr. Marc van Vonderen wacht nu rustig af: ‘Er zal nu een gewóne rechtszitting komen, die met de termijnen voor de conclusie van antwoord, van repliek en dupliek, nog jaren kan duren.’ Het is nog niet duidelijk of de tegenpartij vast zal houden aan de oorspronkelijk eisen: een verbod van verspreiding, van vernietiging van de offsetplaten en excuses in Boekblad. Alleen op de laatste eis wilde Koolbergen ingaan. ‘We hadden toestemming moeten vragen,’ geeft hij toe, ‘maar dan zon de grap eraf zijn geweest.’ Koolbergen vindt dat hij niet over de schreef is gegaan: ‘We hebben geen werk gepubliceerd, alleen maar brieven.’ Martin Reints, als woordvoerder van de vijftien verontwaardigde protesterende dichters, klinkt vooral ongelukkig over de berichtgeving van de affaire. ‘Er wordt alleen maar geprobeerd om er een interessante rel van te maken. We krijgen verschrikkelijk veel stront over ons heen. Het Parool, maar ook De Groene Amsterdammer en Propria Cures zijn gaan roepen “Boekverbranders” en “Derde Rijk”, dat is toch te gek voor woorden? In feite gaat het om het onbelangrijkste boekje van het jaar, er is alleen een belangrijke kwestie aan verbonden: een uitgever moet niet ongevraagd je brieven publiceren. Niemand van ons schaamt zich over zijn brief. Dat er nu gevraagd wordt om ze in de bundel op z'n minst onleesbaar te maken is omdat er technisch-juridisch iets geëist moet worden. Waar ik me het meest kwaad over maak is dat Koolbergen zegt dat hij wel overwogen heeft om toestemming te vragen, maar dat als hij dat gedaan had, die toestemming niet gekregen zou hebben, en nog onsympathieker is het, dat hij een dag nadat het boekje verscheen, in De Volkskrant liet weten dat hij alvast een advocaat in de arm had genomen.’
Uitgeverij Bzztôh pikt een graantje mee van het succes van De naam van de roos van Umberto Eco, dat in Nederland door Bert Bakker werd uitgegeven. Nu het boek verfilmd is onder regie van Jean-Jacques Annaud, met Sean Connery in een hoofdrol, liet Bzztôh een boek met achtergronden over de rolprent - oorspronkelijk uitgegeven door het kunstzinnige Beltz Verlag te Basel - uit het Duits vertalen. Het Materialenbuch wordt echter niet als paperback uitgeven, doch verschijnt vermomd als decemberaflevering van het huisorgaan Bzzlletin. ‘We willen dat vaste stramien van dat blad eens doorbreken. Kijken hoe dat uitpakt,’ verklaart men ter uitgeverij.
Een dag nadat de kranten - op 29 oktober - meldden dat de beruchte snelweg bij Amelisweerd geopend was, ontving een VN-lezer een aanbiedingsfolder van de ANWB: ‘Verken de rijkdommen van eigen land met een unieke, nieuwe uitgave van de ANWB: de ANWB Atlas, het nieuwe reisideeën- en oriëntatieboek.’ Op de folder, gedateerd 30 oktober, staat het omslag afgebeeld: een detailkaart van de omstreden snelweg, in stippellijn. Hoofdredacteur Vlaskamp van uitgeverij Zomer & Keuning, waar men verantwoordelijk was voor de ANWB-uitgave, zit er niet zo mee. Weliswaar is de actiefolder met de speciale ledenprijs van de ANWB nieuw, maar het boek is al meer dan een jaar oud, ‘en het is nu eenmaal het lot van elke atlas om reeds bij verschijning verouderd te zijn.’
De Gouden Strop (f10.001, - voor de beste Nederlandse Nederlandstalige misdaadroman) is dit jaar vergeven - aan Jef Geeraerts voor De zaak Alzheimer. Voor de teleurgestelden en miskenden onder de crime-auteurs is er echter nieuwe hoop. Een Japanse uitgeverij, Bungei Shunju in Tokio, nodigt per advertentie in de New York Times Book Review misdaadschrijvers overal ter wereld uit om de perfecte misdaadroman in te zenden ‘die ons naar adem doet happen.’ De firma looft daarvoor het adembenemende bedrag van vijf miljoen yen uit (iets minder dan honderdduizend gulden), plus televisiebewerking, plus uitgave als ‘lezerskeuzeboek’, met aanvullende opbrengst van minimaal twintigduizend gulden. De inzendtermijn voor een manuscript in het Engels (60.000 tot 120.000 woorden) is tot 31 januari 1987, informatie over de prijsvoorwaarden moet worden ingewonnen bij Suntory Awards for Mystery Fiction, c/o Dentsu Incorporated, 1-11 Tsukiji Chuo-ku, Tokyo 104, Japan.
Je moet vertalen wat er staat, moet de dienstdoend redacteur bij uitgeverij Bert Bakker gedacht hebben toen hij het (door Cervantes ‘het beste boek ter wereld’ geachte) vijftiende-eeuwse Catalaanse ridderepos Tirant lo Blanc van een ondertitel voorzag: De witte tiran. Het boek (1100 bladzijden) is aangekondigd voor het voorjaar van 1987. Doordat vertaler Bob de Nijs uit het Belgische Deurne de aanbiedingsfolder las kon de lapsus (wat het was) bijtijds worden weggewerkt, weet De Standaard te melden. Tirant lo Blanc is een eigennaam, die teruggaat op de historische figuur van Janos Hunyadi, een Hongaars ridder op wie de auteurs Joanot Martorell en Marti Joan de Galba hun verhaal geïnspireerd hebben. Hunyadi, de vader van de latere Hongaarse koning Matthias Corvinus, was afkomstig van Walachije, waardoor hij Valachus of Balachus werd genoemd. De volksetymologie interpreteerde die naam eerst als black, nadien als blanc, volgens De Nijs. De Nijs staat in de folder van Bert Bakker aangemerkt als ‘erelid van de Catalaanse PEN’ en vertaler van Neruda en Garcia Lorca. De Standaard knort tevreden ‘dat het prettig is te konstateren dat men in Nederland begint uit te kijken naar VLAAMSE vertalers.’
Van de inkrimping van al te groot gegroeide uitgeverijen ondervindt ook het collectieve propaganda-apparaat der Nederlandse uitgevers, de CPNB, de gevolgen. De omzetvermindering van de leden levert voor de CPNB contributieverlies op, wat weer leidt tot ‘verschuiving van de budgetten’, zoals CPNB-directeur Henk Kraima de noodzakelijke bezuinigingen noemt. ‘Maar het Boekenbal blijft’, stelt Kraima gerust, al zal het uitnodigingsbeleid zéér selectief zijn. De locatie, de Amsterdamse Stadsschouwburg in plaats van het veel grotere maar dit jaar niet beschikbare Carré, noopt daartoe, evenals tot het heffen van hoge entreeprijzen. Voor nog meer financieel soelaas is het toverwoord sponsoring gevallen, want het mag allemaal niet teveel gaan kosten. ‘Uitgeverijen verwachten van ons dat we minder geld steken in de propaganda voor het literaire boek, voor het merendeel liggen hun belangen nu eenmaal bij het non-fictieboek.’
boekenbal
|
|