Een superman-jockey en de betere Agatha Christie
Dick Francis' 25ste en P.D. James' gooi naar de Bookerprijs
Bolt door Dick Francis Uitgever: Michael Joseph, 240 p., f47,10
Inbreuk door Dick Francis Uitgever: De Arbeiderspers, 336 p., f29,50
A Taste for Death door P.D. James Uitgever: Faber en Faber, 454 p., f24,35
R. Ferdinandusse
De vijfentwintigste Dick Francis heet Bolt en ligt sinds kort in de boekwinkel. Lang geleden had Francis laten doorschemeren dat hij dat feit (die 25) zou vieren door een bundel verhalen, waarin hij al zijn hoofdpersonen nog eens zou laten optreden. Een grappig idee van een schrijver die voor elk boek (dat verder trouw de paardenformule volgt) een nieuwe held in het leven riep - op één keer na. Sid Halley, die in 1966 in Odds Against de zaak naar zijn hand zette, deed het zo goed in een BBC-serie die naar dat boek gemaakt werd, dat Francis hem in 1979 nog een keer in Whip Hand liet terugkeren.
De verhalenbundel ging niet door: Francis werd op een laat moment (gewoonlijk begint hij op 1 januari aan zijn nieuwe manuscript te tikken) toch nog gegrepen door een idee en heeft toen in hoog tempo Bolt gemaakt. Nu het boek er is blijkt dat hij eigenlijk gegrepen was door de hoofdpersoon uit zijn vierentwintigste, Break In. De Nederlandse vertaling heet Inbreuk (dat lijkt het meest op Break In), en ook dat boek ligt nu net in de boekwinkel.
Die hoofdpersoon heet Kit Fielding, hij is op kerstochtend geboren, tien minuten vóór zijn zuster Holly, en met die Holly heeft hij de sterke telepathische band die tweelingen zo kan kenmerken. Kit is een vele prijzen winnende jockey; en zuster Holly is getrouwd met een paardenman, Bobby Allardeck. Dat is opmerkelijk want de Allardecks en de Fieldings voeren een oorlog die in heftigheid niet onderdoet voor de Capulets en Montagues in de dagen van Romeo en Julia. In Break In leidt dat tot een beetje gezocht, maar toch aardig en hard plot waarin de riooljournalistiek, zoals die alleen in Engeland welig tiert, de hoofdrol speelt. Een paardensportcolumn verspreidt zulke smerige insinuaties over Bobby en Holly dat hun bedrijf naar de knoppen gaat, en alleen het krachtig ingrijpen van Kit Fielding maakt een eind aan de geweldspiraal die op gang is gekomen.
Het heeft er alle schijn van dat Francis zich in deze twee boeken heeft laten inpakken door zijn eigen held. Vanaf zijn eerste boeken heeft hij zijn hoofdpersoon altijd een handicap meegegeven: blind, één arm, één been, arm uit de kom, arm als een kerkrat, en wie dán nog geplaagd wordt door boeven kan zich door geweldige wilsinspanning opwerken tot heldendaden. Maar Kit Fielding heeft in Break In alles al mee: hij heeft succes als jockey, hij is inteligent, sterk en dank zij zijn als tweeling geoefende intuïtie, ook nog in staat gedachten te lezen, althans zoiets. In Bolt wordt dat nog erger. Daar wordt zijn voornaamste werkgever, een prinses, bedreigd door een smerige Franse handelaar (bijna lijkt het op de oude Britse detective-traditie: van over Het Kanaal komt alle ellende), en bovendien is een prins bezig zijn koele, bijna kuise Amerikaanse verloofde, nicht van de prinses, af te pikken. Dat zaakje zal hij wel even regelen, vooral als blijkt dat de Fransman er niet tegenop lijkt te zien de kostbare renpaarden van zijn prinses met een bolt (een pistool met een pin die in de hersens dringt) af te maken. De plot is verder niet erg inventief, de verrassing die Francis op het eind inbouwt is ook niet sterk en hangt nogal samen met Break in.
P.D. James
abc
Dick Francis begon met die thrillers vijfentwintig jaar geleden. Hij was toen een succesvolle jockey, die de paarden van de Engelse koningin-moeder reed. Als iemand me zou vertellen dat hij nu, ter gelegenheid van zijn jubileum, eens een superman bedacht die weliswaar succesvol jockey is, maar toch in staat om voor een prinses en ander blauw bloed de zaken ijzersterk te regelen, gewoon om te laten zien dat zo'n jockey behoorlijk veel in zijn mars kan hebben, dan zou ik hem geloven. Het boek spreekt het in ieder geval niet tegen.