Kingsley Amis' bekroonde zedenschets
Een fijngestemd moreel bewustzijn onder een grof oppervlak
The Old Devils door Kingsley Amis Uitgever: Hutchinson, 224 p., f24,50
Anthony Paul
De nieuwe roman van Kingsley Amis is zo juist bekroond met de Bookerprijs. De jury heeft het uiteindelijk eens bij het rechte eind: The Old Devils is een rijke, fijnzinnige roman die is geschreven met immense technische vaardigheid en een discreet inzicht biedt in de diepe levensproblematiek van sommige mensen. Die laatste gave van Amis is er een die dikwijls over het hoofd wordt gezien, doordat je onmiddellijke aandacht wordt getrokken door de komische krachtdadigheid waarmee hij de absurditeiten aan de oppervlakte van het leven ontleedt, de ruwe onomwondenheid waarmee hij iedere erkende vorm van gelul aan de kaak stelt. Die energieke ruwheid is in deze vorm zeer prominent: ‘Dikke ouwe schijnheilige Welse kankerlijer’ is - in gedachten - de kenmerkende reactie van een van de figuren op iets wat zijn gabber zo juist heeft gezegd. Amis vervolgt zijn directe verslag van de algehele kloterigheid van de meeste dingen vandaag de dag, zoals de afschuwelijkheid van cafés en restaurants en van de meeste mensen die er komen. Hij merkt op dat een kerk is verbouwd tot seksbioscoop, en een ander, ‘minder aanstootgevend, zoals sommigen misschien gevonden zouden hebben, tot kunstcentrum’. ‘Zoals sommigen misschien gevonden zouden hebben’ is fraai kenmerkend voor de vinnige, sarrende spitsheid van de schrijver. Een bijzondere variëteit van hedendaagse flauwekul die in dit boek onder de loep wordt genomen is de Welse (Wales lijkt Amis wel te bevallen, waarschijnlijk omdat het zo'n goudmijn is voor de geluldetector): op een bord waar vroeger Taxi op stond, staat nu Taxi/Tacsi, ‘ten bate van diegenen in Wales die nog nooit een letter X hadden gezien’. Ik denk niet dat je Wales hoeft te kennen om de genadeloze precisie daarvan te waarderen.
De oude rakkers van de titel zijn een stel echtparen van in de zestig die wonen in een denkbeeldige plaatsje in Zuid-Wales. Ze hebben allemaal te kampen met de lichamelijke ongemakken van het ouder worden en met het probleem van de onwennige vrije tijd nu ze niet meer werken: opeens begint de avond na het ontbijt. Dit geldt bij uitstek voor Charlie, die de eerste twee grote ochtendwhisky's nodig heeft voor hij zijn hoofd kan draaien zonder er eerst over na te denken. De mannen zijn veelal te vinden in hun stamkroeg, met voor zich whisky en gin, terwijl de vrouwen elkaar treffen ‘op de koffie bij Sophie’, wat in de praktijk neerkomt op heroïsche hoeveelheden Soave, Frascati, enzovoorts. Er wordt in de roman genoeg drank verorberd om het Guinness Book Records in te dobberen. De drinkers in het boek worden veeleer lam dan dronken; dat gaat zo: ‘... vrouwen waren de helft van de tijd dronken zonder de hulp van alcohol. (Kinderen ouder dan een jaar of twee waren natuurlijk de hele tijd zo dronken dat ze niet sliepen.) Flikkers daargelaten, waren mannen van boven de vijfentwintig of zo nooit dronken, hoe bezopen ze ook mochten zijn. Eerder het tegendeel...’ Ware woorden.
Onder een ontspannen oppervlakte van beschonken conversatie, zijn soms in een glimp diepten te zien. De helse omstandigheden van het huwelijk van Peter en Muriel bij voorbeeld worden zo terloops en onderkoeld vermeld dat ons gemakkelijk de gruwel zou kunnen ontgaan: ‘ze hadden elkaar al bijna tien jaar niet aangeraakt’. De ontreddering van Charlies leven wordt geschilderd met dezelfde lichtheid: hij weet dat zijn vrouw hem ontrouw is, maar hij ‘heeft in die sector van Sophies leven geen stem’ meer. Na 22 jaar huwelijk ‘had hij haar misschien niet zo goed leren kennen’. Van haar kant zegt Sophie ‘ik mag hem wel, oude Charlie, vroeger tenminste, en ik mis hem, min of meer.’
Het leven van deze mensen neemt een wending door de terugkeer naar Wales van hun oude vrienden Alun en Rhiannon. Alun is een opgewekte, levenslustige charlatan, een would-be tv-literator en beroepsprototype van de Welshman. Zijn carrière parasiteert op een dode dichter genaamd Brydan (Dylan Thomas in de doorzichtigst mogelijke vermomming); zelf schrijft hij pseudo-Brydanpoëzie en -proza en geniet een aardig jaarinkomen uit een bloemlezing, The Bloom of Brydan, die hij ooit in drie weken tijd heeft samengesteld. De Brydan-industrie, met snackbars als Brydan Burger Bar en dergelijke, is veeleer toerisme dan literatuur, en een schoolvoorbeeld van Wels gelul.
Kingsley Amis
tara heinemann
Alun is daarnaast een man met een kinderlijke seksuele hebzucht, en duikt in een mum van tijd in bed met de ontevreden vrouwen van twee van zijn vrienden. Het wordt snel duidelijk dat, zoals Charlie zegt ‘die malle ouwe pik nog serieuze schade aan gaat richten voor hij klaar is’. Charlie blijkt verrassend maar heel geloofwaardig niet alleen een zielige alcoholist te zijn, maar ook eem stem van moreel verstand en geweten. Hij doet zijn best de kwetsbare en sentimentele Malcolm te beschermen, maar is ten slotte zelf degene die de schade oploopt, als Alun laaghartig wraak neemt op zijn eerlijkheid.