Contactarmoede
Aards bezit door Hilbert Kuik Uitgever: Meulenhoff, 134 p., f27,50
Koos Hageraats
In de drie verhalen waaruit het drieluik Aards bezit is opgebouwd, speelt de vader een overheersende rol. Hoewel de verhalen een zelfstandig, afgerond karakter hebben, worden ze onderling verbonden door een paar terloopse verwijzingen op verhaalniveau en thematisch overkoepeld door een vaderfiguur die zeer zwijgzaam is en nauwelijks of geen contact heeft met zijn twee zonen. Hijzelf lijkt minder last te hebben van dit menselijk tekort dan zijn zonen. In de eerste twee verhalen ontstaat vanuit het perspectief van zoon Henk het beeld van een vader met wie hij lange tijd geen contact kan leggen, maar het beeld dat hij van hem schetst blijkt uiteindelijk toch niet te beantwoorden aan het beeld dat de vader van zichzelf presenteert. Ook de (naamloze) ik-figuur uit het derde verhaal slaagt er uiteindelijk niet in om de herinneringen aan zijn vader in overeenstemming te brengen met het beeld dat die vader van zichzelf geeft.
Hoe ver ze in sociaal opzicht ook van hem zijn weggegroeid, ze ontkomen nauwelijks aan een min of meer naturalistische lotsbepaling en karakterovereenkomst met hun vader: zoals zijn zwijgzaamheid de oorzaak is van zijn onbereikbaarheid, zo is hun onmacht om die zwijgzaamheid te doorbreken weer de oorzaak van hun onvermogen om contact te leggen of te bestendigen in de liefde.
Van de drie verhalen, verteld in een vaak nogal breedvoerige rechttoe-rechtaan-stijl, is de tweede het beste. Het slot daarvan bevat een wending die overtuigender is dan het slot van het eerste verhaal, en de samenhang is hechter dan die van het derde verhaal, waarin een aantal passages voorkomt dat er met de haren bijgesleept is (die ‘over het geloof bijvoorbeeld’ op pag. 113-114) en waarin werkelijkheid en verbeelding te weinig vervlochten raken zodat er een zekere voorspelbaarheid in de opbouw ontstaat.
■