Vrij Nederland. Boekenbijlage 1986
(1986)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Rudie Kagie a.i.An Dekker (voor de vergeetachtige lezer: ex-directrice Sara, sinds kort eigenaresse van een nieuwe uitgeverij die haar naam draagt) ziet af van een kort geding tegen de importfirma Nilsson & Lamm. Die had forse steun toegezegd bij het opzetten van haar onderneming, maar te elfder ure werd dit gebaar ongedaan gemaakt toen commissarissen van Nilsson & Lamm bezwaar maakten. Het gevolg was dat An Dekker haar riante kantoortje dat Nilsson & Lamm aan het Amsterdamse Damrak voor haar had gereserveerd hals over kop diende te verlaten. Ze moest nieuw briefpapier laten drukken en ging als gevolg van de plotselinge tegenvaller voor enige duizenden guldens het schip in. Een schadeclaim werd in eerste instantie van de hand gewezen. In tweede instantie bleek er toch over een schikking gepraat te kunnen worden. De concept-dagvaarding voor het kort geding lag klaar, toen An Dekker met advocaat en Nilsson & Lamm-directeur Ger Beijering met advocaat elkaar in Weesp rond de tafel troffen. ‘Het gevolg is dat we een voor beide partijen acceptabele regeling hebben kunnen treffen,’ zegt An Dekker. Tot het doen van verdere confidenties acht ze zich niet bevoegd: ‘Bij de deal was inbegrepen dat we er geen ruchtbaarheid aan zouden geven.’ Ook importeur Beijering klemt de lippen stijf op elkaar. ‘Over de teneur van de gesprekken met mevrouw Dekker is absoluut geen kond te doen,’ brengt hij slechts uit. Dankzij een royaal bankkrediet kon An Dekker inmiddels met maar liefst tien titels haar entree als kleine zelfstandige maken. Dat de samenwerking met het concern flopte, stemde haar aanvankelijk droef, maar nu ze ‘over de klap heen’ is zegt ze: ‘Ik ben blij dat het zo gelopen is. Ik ben nu tenminste helemaal onafhankelijk.’
De Nigeriaanse auteur Wole Soyinka die met de Nobelprijs voor de Literatuur werd bekroond is bepaald geen veelschrijver. Twee van zijn boeken werden in het Nederlands vertaald - en heel veel meer verhalend proza schijnt hij niet te hebben geschreven. Zijn autobiografie Jeugd in Aké verscheen in de Derde Sprekerserie van Het Wereldvenster en Novib. Zijn roman De vertolkers werd in april dit jaar uitgegeven door In de Knipscheer, die alleen al voor de vertaalkosten van het 384 pagina's tellende epos ruim tienduizend gulden neertelde. Anders dan de uitgever verwachtte werd De vertolkers geen eclatante klapper, want wie in Nederland had tot voor kort van Wole Soyinka gehoord? De veilige wetenschap dat bibliotheken in ieder geval minimaal tweehonderdvijftig exemplaren van het werk zouden inslaan werd de grond ingeboord toen de interne recensiedienst van het Nederlandse Bibliotheek- en Lectuur Centrum (NBLC) een zure bespreking naar bibliothecarissen in het land stuurde. Gevolg was dat het boek door de gesubsidieerde instellingen slechts mondjesmaat - welgeteld negenentachtig exemplaren - werd besteld. Boekbespreker Harry Leyten kwalificeerde De vertolkers als ‘niet gemakkelijk te lezen’, ‘geschikt voor een beperkte lezerskring’ en ‘niet tot de beste werken behorend’ van overigens ‘een van Afrika's beroemdste auteurs’. Bij In de Knipscheer brak kort daarop het klamme zweet uit: zouden de kapitale investeringen die de Soyinka-uitgave hadden gevergd ooit worden terugverdiend? Op 23 juni van dit jaar luchtte uitgever Frank Knipscheer zijn hart in een van teleurstelling doortrokken brief aan de directie van het NBLC in Den Haag. Zou, vroeg hij zich af, het boek niet nóg een keer kunnen worden besproken, maar dan goed, opdat bibliotheken op ruimere schaal zouden inkopen? De bibliotheekcentrale wilde van geen ‘herwaardering’ weten. Frank Knipscheer: ‘Natuurlijk heeft Leyten recht op een eigen mening, maar nu was het driedubbelop: hij schreef dat het om een moeilijk toegankelijk boek ging én dat het een matig boek was én dat het geschikt was voor een beperkt publiek. Die opsomming werkte afstotend; op die manier schiet het NBLC zijn doel voorbij. Dat andere boek, Jeugd in Aké, staat wél in nagenoeg alle bibliotheken van Nederland. Het gevolg was dat in het tv-journaal dát boek werd vertoond, maar niet de roman die bij ons verscheen. Terwijl Jeugd in Aké niet eens literatuur is, maar een autobiografische terugblik. De NOS legde ons uit dat De vertolkers niet in de bibliotheek van Hilversum beschikbaar was. Dan zie je wat zo'n recensie aanricht. In een later journaal hebben ze het boek wél laten zien; een Hilversumse boekhandelaar had het toevallig in voorraad.’
sidney sheldon
Uitgeverij De Boekerij - de voortzetting van voorheen de fiction-tak van Elsevier, thans onderdeel van het allengs uitdijende imperium van de als zuinig bekend staande Weertse uitgever René Malherbe - heeft het chequeboek los in de zak zitten. Een bod van vijfenzestigduizend dollar dat uitgeverij Bruna uitbracht op de rechten van de roman Windmills of Gods en een nog te schrijven bestseller van de Amerikaanse succesauteur Sidney Sheldon werd door De Boekerij overtroefd met een bod van zeldzame hoogte. Oorgetuigen menen dat de prille onderneming de duizelingwekkende som van honderdvijftigduizend dollar voor de twee nieuwe Sheldons heeft uitgetrokken, maar Boekerij-uitgeefster Marijke Bartels wil die bewering noch bevestigen, noch ontkennen. ‘We hebben de agent moeten beloven dat het exacte bedrag niet bekend gemaakt wordt,’ zegt ze, ‘maar in ieder geval is het méér dan honderdduizend dollar.’ En dan te bedenken dat De Boekerij al op hoge lasten zit: begin november betrekt het bedrijf twee eigentijds ingerichte etages aan het Amsterdamse Koningsplein, pal boven het modemagazijn Nieuw-England.
De honderdste sterfdag van Multatuli wordt volgend jaar in ieder geval luister bijgezet met een speciale postzegel en de installatie van een Multatuli-standbeeld in Amsterdam. Voor dat laatste ontbrak het tot dusver aan geld - de hoofdstad is bereid slechts sokkel en feestelijke onthulling van het monument te betalen - maar dat probleem is op passende wijze opgelost. Een boek, waaraan auteurs, zetters, drukker en uitgever geen cent verdienen. zal voldoende baten opleveren om een beeldhouwer aan het werk te zetten. De bundel Er is niets poëtischer dan de waarheid werd samengesteld door de schrijvende dokter Ivan Wolffers. Het boek zal half november bij Contact verschijnen. Wolffers vroeg honderd auteurs om een belangeloze bijdrage. Zevenentwintig collega's gaven aan de oproep gevolg. De tekst van W.F. Hermans bestaat uit twee brieven aan Wolffers, waarin hij uitlegt waarom hij zal afzien van medewerking: ‘Helaas vrees ik dat het standbeeldentijdperk voorbij is, en trouwens, in Amsterdam is het klimaat voor standbeelden altijd ongunstig geweest. (...) Ik moet er niet aan denken dat een op de Torensluis geplaatste Multatuli voortdurend beklad en beplakt zou worden en ten slotte in de gracht gegooid waarna de Gemeente zou doen weten geen geld te hebben om hem er weer uit te vissen.’ Opvallend is dat diverse co-auteurs het streven naar een standbeeld voor Multatuli steunen zonder geïmponeerd te zijn door de grootheid van de schrijver: ‘Multatuli, de naam alleen al is zo onsympathiek, ijdel, hypocriet, betweterig dat ik niet meer aan bewonderen toekom,’ schrijft D. Hillenius. Boudewijn Büch vond Max Havelaar ‘zelfs na derde lezing een vervelend boek’ en Maarten 't Hart oordeelt: ‘Te lang reeds werd in Nederland Multatuli de hand boven het hoofd gehouden. Volkomen misplaatste bewondering is zijn deel geworden.’ Ivan Wolffers is voor commentaar onbereikbaar: hij verricht veldwerk in Bangladesh. Zijn echtgenote Marion Bloem, eveneens schrijfster van professie, legt uit dat de benefit-bundel een idee was van dertienjarige zoon Kaja: ‘Die is een fanatieke Multatuli-lezer. Toen er op zijn school een inzameling werd gehouden voor dat standbeeld, is Ivan met het Multatuli-comité gaan praten om te zien hoe hij een bijdrage kon leveren.’ |
|